Home

Gerechtshof Amsterdam, 04-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1837, 12/01128

Gerechtshof Amsterdam, 04-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1837, 12/01128

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
4 juli 2013
Datum publicatie
10 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:1837
Formele relaties
Zaaknummer
12/01128

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft Schiphol via het "groene kanaal" verlaten en de uit Turkije meegebrachte gouden sieraden niet aangegeven. Nu verzuimd is de sieraden overeenkomstig artikel 20 van het Besluit nr. 1/2006 van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije aan te geven, worden deze niet aangemerkt als goederen uit het vrije verkeer van de douane-unie en is de uitnodiging tot betaling terecht opgelegd.

Uitspraak

Kenmerk 12/01128

4 juli 2013

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X], te [P],

belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/1266 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Schiphol Cargo,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De inspecteur heeft met dagtekening 14 september 2011 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 58,30 aan douanerechten en € 454,10 aan omzetbelasting.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 27 januari 2012, de UTB gehandhaafd..

1.3.

Bij uitspraak van 12 oktober 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 23 november 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2013. Deze zaak is, met toestemming van partijen, tegelijk behandeld met het hoger beroep van [Y], geregistreerd onder nummer 12/1129 DK. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is op 14 september 2011 vanuit Turkije op Schiphol aangekomen. Zij heeft bij het verlaten van de aankomsthal het zogeheten groene kanaal (“niets aan te geven”) gekozen. Op de vraag van de douaneambtenaar of zij iets aan te geven had heeft belanghebbende ontkennend geantwoord. Vervolgens heeft de douaneambtenaar een controle ingesteld en heeft hij in haar bagage een gouden armband aangetroffen.

2.2.

De douaneambtenaar heeft de waarde van de armband bepaald op € 2.332 en vervolgens de bestreden UTB uitgereikt.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Ter zitting heeft belanghebbende haar hoger beroep beperkt tot de heffing van douanerechten. De heffing van omzetbelasting bij invoer is niet meer in geschil.

3.2.

Uiteindelijk is slechts nog in geschil het antwoord op de vraag of het bestaan van een douane-unie tussen Turkije en de Europese Unie in casu aan heffing van douanerechten in de weg staat, hetgeen belanghebbende stelt, doch de inspecteur bestrijdt.

4 Wettelijke bepalingen

5 De overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing