Gerechtshof Amsterdam, 20-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2043, 11-00912 tot en met 11-00916 bis
Gerechtshof Amsterdam, 20-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2043, 11-00912 tot en met 11-00916 bis
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 20 juni 2013
- Datum publicatie
- 17 juli 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:2043
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6548, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:726
- Zaaknummer
- 11-00912 tot en met 11-00916 bis
Inhoudsindicatie
Overdrachtsbelasting. waarde in het economische verkeer ten tijde van verkrijging. Waardering gronden. Boete terecht vernietigd. (einduitspraak)
Uitspraak
kenmerk 11/00912 tot en met 11/00916 bis
20 juni 2013
uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. N.B.M. Vink, Vink & Partners, de gemachtigde,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/99 tot en met 11/103 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) en het
incidenteel hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht,
de inspecteur,
in het geding tussen belanghebbende en de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Voor de loop van het geding verwijst het Hof naar de tussenuitspraak van 14 maart 2013, kenmerk 11/00912 tot en met 11/00916.
De inspecteur heeft zich op 26 maart en 28 mei 2013 uitgelaten over de berekening van de opgelegde naheffingsaanslagen op basis van een waarde van de verkregen gronden van € 44 per m². De gemachtigde heeft dit gedaan op 21 en 27 mei 2013. De griffier heeft afschriften van de briefwisseling aan de respectievelijke wederpartij verzonden en deze hebben toestemming verleend voor het achterwege laten van een nadere zitting.
2 Feiten, geschilomschrijving en standpunten van partijen
Voor de feiten, geschilomschrijving en standpunten van partijen verwijst het Hof naar de tussenuitspraak van 14 maart 2013.
3 Beoordeling van het geschil
Voor de beoordeling van het geschil verwijst het Hof naar de tussenuitspraak van 14 maart 2013.
Uit de na de tussenuitspraak met partijen gevoerde correspondentie volgt naar het oordeel van het Hof dat de door de inspecteur in zijn brief van 26 maart 2013 gemaakte berekening van de opgelegde naheffingsaanslagen en in rekening te brengen heffingsrente juist is en moet worden gevolgd. De gemachtigde heeft in zijn brief van 21 mei 2013 aangegeven dat voor de berekening van de hoogte van de naheffingsaanslag met aanslagnummer 2008.[[...]].0148 moet worden uitgegaan van een oppervlakte van 45.450 m2, omdat dat het aantal m² volgens de akte is die volgens het Hof het uitgangspunt dient te zijn. In de door de inspecteur overgelegde akte staat echter een oppervlakte van 45.650 m² vermeld, zodat het Hof daarvan zal uitgaan.
De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is en het incidenteel hoger beroep ongegrond. Het Hof zal de uitspraak van de rechtbank vernietigen, behoudens de beslissing met betrekking tot de proceskosten, en de naheffingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente verminderen tot de in hoger beroep vastgestelde bedragen.