Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2271, 12-00456
Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2271, 12-00456
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 25 juli 2013
- Datum publicatie
- 11 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:2271
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:3192
- Zaaknummer
- 12-00456
Inhoudsindicatie
Verzoek om te worden aangemerkt als ANBI terecht afgewezen. Het Hof is van oordeel dat bij de voorgenomen activiteiten het spel- en vermakelijkheidselement zozeer op de voorgrond staat, dat zij niet rechtstreeks en (nagenoeg) uitsluitend het algemeen belang dienen. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar doelstelling en werkzaamheden zich (nagenoeg) uitsluitend richten op kinderen met een moeilijke achtergrond. Veeleer dient zij het particuliere belang van alle kinderen die uiteindelijk aan de activiteiten zullen deelnemen, welk belang is gelegen in het voorzien in hun behoefte aan spel en vermaak.
Uitspraak
kenmerk 12/00456
25 juli 2013
uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Stichting [X], gevestigd te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk 11/4821 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor ‘s-Hertogenbosch,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft bij beschikking, gedagtekend 6 april 2011, het verzoek van belanghebbende van 17 november 2010 om te worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (ANBI) afgewezen.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 2 augustus 2011, de beschikking gehandhaafd.
Bij uitspraak van 11 mei 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 19 juni 2012 en aangevuld bij brief van 13 juli 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op 6 en 14 mei 2013 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 tot en met 2.5 van haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin (evenals in het hierna opgenomen citaat uit deze uitspraak) aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“2.1. Eiseres vindt haar oorsprong in de in 1932 opgerichte [...] afdeling van de Katholieke Bond voor het Gezin. Eiseres is opgericht op [...] 1949.
Eiseres organiseerde voor kinderen uit de stad buiten(dag)recreatie op en rond het strand in [P]. Daartoe beschikt eiseres over eigen grond en gebouwen nabij het strand in [P] en huurt zij een nabij gelegen strandperceel. Sedert 2001 heeft eiseres de (jaarlijkse) zomerkampen voor kinderen niet of nauwelijks meer georganiseerd. Oorzaak daarvan is dat de gebouwen in [P] niet meer voldeden aan de huidige maatstaven. In 2009 heeft de gemeente [Z] aan eiseres een fase 1-bouwvergunning verleend om op haar terrein een nieuw gebouw te realiseren bestaande uit tien woningen (appartementsrechten), een ruimte voor kinderopvang en een ruimte voor de zomerrecreatie-activiteiten voor kinderen.
Een eerder verzoek van eiseres om als anbi te worden aangemerkt, heeft verweerder bij beschikking van 6 maart 2009 afgewezen. De rechtbank heeft bij uitspraak van 13 oktober 2010 het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
In 2010 heeft eiseres haar statuten herzien. Sedertdien luidt artikel 2 “Doel” als volgt:
“2.1. De stichting stelt zich ten doel een klantgericht non-profit organisatie te zijn, voor kinderen van vier tot en met twaalf jaar, voor en door burgers in het algemene belang.
De stichting zorgt voor verbinding in de regionale samenleving door een samenhangend geheel aan producten aan te bieden en uit te voeren zonder of samen met andere overige (non-profit) organisaties op het gebied van kinderwerk.”
Eiseres verkrijgt de middelen die nodig zijn voor de ontplooiing van haar activiteiten voornamelijk in de vorm van subsidies van drie gemeentes (haar voornaamste werkgebied) en donaties van instellingen die eiseres willen bijstaan. Eiseres heeft geen medewerkers in dienst; zij werkt met vrijwilligers die enkel een kostenvergoeding ontvangen.”
Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat ook het Hof van die feiten uit.
Het Hof voegt hieraan nog de volgende feiten toe.
Tijdens de procedure in eerste aanleg is door belanghebbende een ‘beleidsplan-concept-03.2011 Stichting [X] voor [A] programma’s, Vastgesteld in de bestuursvergadering van 26 april 2011’, overgelegd waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Profiel van de stichting
(…)
Al vanaf het moment van oprichting als stichting op [...] 1949 had en heeft de stichting als doel om kinderen te laten delen in het rijke, maar eenvoudige geluk van zee, zon, strand, onbezonnen en onbevooroordeeld samen kind te zijn. Het doel van de stichting was en is om kinderen, ongeacht achtergrond, veilig samen buiten te laten spelen in de schoolvakanties. (…) De stichting belichaamt een authentiek gedachtegoed van vakantiekinderwerk die met de tijd mee verandert is.
(…)
Beweegreden van de stichting
Diverse onderzoeken tonen aan dat kinderen steeds minder buiten spelen (…).Buiten spelen, met name in een natuurlijke omgeving is voor kinderen bepalend voor een gezonde en creatieve ontwikkeling. De invloed van natuurlijk licht, frisse lucht en een natuurlijk landschap zorgt voor een afname in stresshormonen. Juist kinderen die door hun achtergrond of gezinsituatie, aan de meeste stress worden blootgesteld, spelen het minste buiten. Uit een onderzoek van de GGD in [...] ([Q], [Z] en [R]) blijkt dat vooral kinderen uit de groep eenoudergezinnen en/of laag opleidingsniveau van de ouders en/of niet westerse afkomst te maken hebben met psychosociale problemen en overgewicht
(…).Uit een onderzoek van de GGD van Noord-[...] blijkt dat juist deze groep het
minste buiten speelt (…). Juist deze groep kinderen maakt minder gebruik van de meer commerciële vormen van kinderopvang, sport en recreatie. Door de financiële laagdrempeligheid van de stichting wil de stichting juist ook deze kinderen bereiken en deel laten nemen aan de kinderactiviteiten.
(…)
Algemeen doel en beleid
Het doel van de stichting [X] is om kinderen, ongeacht hun achtergrond, veilig samen buiten te laten spelen en het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar.
In het actuele beleid staan de volgende thema’s centraal:
- De ontwikkelen van kinderactiviteiten die aansluiten bij de eisen van de tegenwoordige tijd.
- De relatie met de welzijnsorganisaties in de regio aanhalen, met als doel in afstemming met hen een activiteitenplan voor de zomer van 2012 op te stellen.
- Het werven van fondsen om de uitvoering van het activiteitenplan mogelijk te maken.
- Het invullen van een goede bestemming voor het strandvak.
- Het volgen van de projectontwikkeling [...] voor de oprichting van een duurzame huisvesting voor de stichting [X].
(…)
Pedagogisch doelstelling
In deze doelstelling staat de pedagogische invalshoek centraal. De uitgangspunten zijn ‘de natuurlijke drang om te ontwikkelen’ en ‘de nieuwsgierigheid van kinderen naar nieuwe dingen” opgenomen in de programma’s die de stichting wilt uitvoeren en gebaseerd op vier pedagogische modules.
(…)
De werkzaamheden
De werkzaamheden van de stichting zijn gericht op ondersteuning van de programma’s voor ‘[A]’ met als accent om kinderen uit de kwetsbare samenleving samen te brengen met andere kinderen voor het welzijn van het kind in het algemene belang van de samenleving.
- Het opstellen van de programma’s in een activiteitenplan voor 2012 ‘Spelen tot je groen ziet’.
- Op basis van pedagogisch uitgangspunten het ontwikkelen van de programma’s voor [A] die aansluiten bij de eisen van deze tijd.
- Het benaderen van de doelgroepen via basisscholen, GGD, consultatiebureaus, bureau jeugdzorg en blijf van lijf huis.
- Het afstemmen van het activiteitenplan van [A] op andere programma’s van andere instellingen in de regio.
- Het onderhouden van contacten met welzijn organisaties, de stichting Welschap Welzijn [S] en met de stichting Welschap [Z].
- Het werven van fondsen die voor de uitvoering van de programma’s mogelijk maken.
- Medium opzetten om donateurs en instellingen te berichten over de activiteiten van de stichting.
- Het werven van vrijwilligers voor de uitvoering van haar programma’s.
- Een verbetering van haar huisvesting na te streven door een deelneming te nemen als een volledige aandeelhouder in een besloten vennootschap.”
Als bijlage bij haar bezwaarschrift heeft belanghebbende een korte beschrijving gevoegd van de op grond van het concept ‘[A]’ voorgenomen activiteiten. In deze bijlage is – voor zover hier relevant – het volgende vermeld:
“Besloten is om het concept activiteitenplan [A] voor de uitvoering van haar programma’s in zijn geheel door het bestuur te herschrijven en daarin de programma’s in detail te zullen omschrijven.
Enkele beknopte voorbeelden van programma’s zijn die passen in het thema zand
De wondere wereld van het zand
Een hele dag op het zand. Haal je strandzand paspoort, voor kinderen van 6 tot en met 12 jaar. (…) De kinderen onderweg allerlei opdrachten moeten uitvoeren wat informatie geeft over het zand, het zeewater en het belang van de duinen. (…)
Zandsculpturen wedstrijd
De kinderen kunnen zowel individueel als in groepen aan het werk. (…) Op deze manier leren de deelnemers ook rekening te houden met het element van eb en vloed. Vooral de uitleg over de verschillende soorten zand is van wezenlijk belang.
Het grote duinspel
Het grote duinspel is een spel voor kinderen in de leeftijd van de lagere basisschool. Het is een spel om met een hele grote groep kinderen te spelen. Het spel past heel goed binnen een thema van beesten in de duinen.
(…)
Deze programma’s haken in op de in het beleidsplan geschetste problematiek van kinderen die door achtergrond of gezinssituatie te weinig buiten spelen en invulling geeft aan de pedagogische doelstelling van de stichting. Daarnaast andere programma’s worden ontwikkeld voor kinderen uit verschillen religie en etnisch afkomst, dan wat wenselijk wordt geacht voor de samenleving.”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of belanghebbende kan worden aangemerkt als een ANBI als bedoeld in artikel 6:33 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001).