Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2398, 11/00767

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2398, 11/00767

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 juli 2013
Datum publicatie
11 november 2013
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:2398
Zaaknummer
11/00767

Inhoudsindicatie

Belanghebbende wenst in het verleden door hem betaalde premies ziektekostenverzekering in 2007 alsnog in aftrek te brengen, maar het kasstelsel staat daaraan in de weg. Dat een hoger bedrag aan verliesverrekening in aanmerking moet worden genomen, maakt belanghebbende niet aannemelijk. Het hoger beroep is desondanks gegrond omdat het beroep van de inspecteur op interne compensatie geen doel treft

Uitspraak

kenmerk 11/00767

25 juli 2013

uitspraak van de dertiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak no. AWB 11/148 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) van 7 september 2011 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Holland-Noord, kantoor Alkmaar, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.789 en bij beschikking een bedrag van € 1.686 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 15 december 2010, de aanslag en de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 7 september 2011 heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 30.616 en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, met nevenbeslissingen als in die uitspraak vermeld.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 5 oktober 2011, aangevuld bij brief van 10 oktober 2011. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Op 20 januari 2012, 6 januari 2013 en 20 februari 2013 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.

1.5.

De eerste mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 februari 2013 bij de derde meervoudige kamer. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

1.6.

Bij brief van 4 maart 2013 heeft het Hof de inspecteur verzocht om nadere informatie te verstrekken. Bij brief van 13 maart 2013 heeft de inspecteur nadere informatie verstrekt, waarop belanghebbende bij brieven van 27 en 28 maart 2013 heeft gereageerd.

1.7.

Op 4 juni 2013 is een nader stuk ontvangen van belanghebbende. Dit is in afschrift verstrekt aan de inspecteur.

1.8.

De tweede mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 juni 2013 (na verwijzing door de derde meervoudige kamer) bij de dertiende enkelvoudige belastingkamer. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft in het jaar 2007 uitkeringen ontvangen van het UWV tot een bedrag van € 95.703 en van de gemeente [P] tot een bedrag van € 3.027. Daarnaast heeft hij in 2007 een bedrag aan de gemeente [P] terugbetaald ter zake van ten onterechte ontvangen uitkeringen.

2.2.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2007 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil. In de aangifte is bij de berekening van het belastbaar inkomen de volgende vermelding opgenomen:

“RESTANT (niet benutte persoonsgebonden aftrek) € 4.974”

2.3.

De inspecteur heeft een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.789 na het aanbrengen van de navolgende correcties:

aangifte

correcties

aanslag

UWV

95.703

95.703

gemeente [P]

3.027

3.027

terugbetaling gemeente [P]

- 31.151

15.851

- 15.300

67.579

83.430

resultaat uit overige werkzaamheden

- 44.621

44.621

0

WAZ-premie

- 10.120

10.120

0

12.838

persoongebonden aftrek

- 17.812

12.838

0

- 4.974

83.430

verliescompensatie

- 43.641

belastbaar inkomen uit werk en woning

nihil

39.789

2.4.

In het verweerschrift zoals ingediend bij de rechtbank merkt de inspecteur op:

“Verlies

Het aangegeven ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’ van in totaal € 44.621 negatief is geheel gecorrigeerd. Wel heeft belanghebbende ‘Nog te verrekenen verliezen over voorgaande jaren’ voor een bedrag van totaal € 43.461 openstaan. Uit contact met de belanghebbende blijkt dat de aftrekpost ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’ in feite de post ‘Nog te verrekenen verliezen over voorgaande jaren’ is. Dit is in mindering gebracht op het inkomen box 1 (tevens verzamelinkomen), welke vervolgens is vastgesteld op € 39.789.”

2.5.

Tot de gedingstukken hoort een kopie van een brief van 10 augustus 2010 van de gemeente [P] aan de advocaat van belanghebbende, waarin (voor zover hier van belang) is vermeld:

“Dhr [X] heeft in 2007 een totaalbedrag ad EUR 30.599,87 afgelost op de (bruto) bijstandsvordering. Dit bedrag is als volgt tot stand gekomen. Een bedrag ineens ad EUR 29.446,35 en via inhouding op de uitkering periode 1/1/2007 t/m 30/9/2007, totaal EUR 1153,52.

Dhr [X] heeft bij de aangifte het bedrag genoemd van de totale aflossing op de (bruto) bijstandsvordering ad EUR 31.151,00 (afgerond). Van dit bedrag is een deel, te weten EUR 551,30, afgelost via periodieke inhouding op de uitkering, in de periode 17/3/2006 t/m 31/12/2006.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is of de aanslag IB/PVV 2007 tot het juiste bedrag is vastgesteld.

3.2.

Voor de motivering van de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding en de processen-verbaal van de zittingen in eerste aanleg en hoger beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing