Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-10-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3991, 12/00003

Gerechtshof Amsterdam, 10-10-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3991, 12/00003

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 oktober 2013
Datum publicatie
15 november 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:3991
Zaaknummer
12/00003
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 6.1, Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 6.31

Inhoudsindicatie

De door belanghebbende gedane uitgaven ter zake van de theekoepel komen niet als uitgaven met betrekking tot een monumentenpand voor aftrek in aanmerking.

Uitspraak

Kenmerk 12/00003

10 oktober 2013

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/3357 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 1 april 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2008 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 38.226.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 20 mei 2011, de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 19 december 2011 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 2 januari 2012 en aangevuld bij brief van 20 februari 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof ziet aanleiding de feiten zelfstandig vast te stellen.

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak [A-straat 1] te [Z]. Tot deze onroerende zaak behoren (onder andere) een woning, een tuin en een theekoepel (hierna: respectievelijk de woning, de tuin en de theekoepel).

2.2.

In het register van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (zijnde een register als bedoeld in artikel 6:31, tweede lid, van de Wet IB 2001, hierna: het register) staat:

“[Z] […]

[A-straat 1] […]

PAND met gevel met rechte kroonlijst en fraai gesneden régence deurpartij. XVIII.”

2.3.

Op de inventarisatiekaart van Bureau Monumentenzorg Utrecht d.d. 25 april 1986, staat:

“[Z] […]

[A-straat 1] […]

gebouw met erf […]

Beschrijving: Monumentaal woonhuis, met de allure van een Amsterdams grachtenpand. Met hoge stoep, waarin de toegang tot het souterrain, op de rooilijn. [...] een theekoepel. (…)

VOORGEVEL: is a-symetrisch van opbouw. (…)

THEEKOEPEL: de houten theekoepel uit ca. 1850, is een ongelijkzijdige rechthoek.

Motivering: Herenhuis, 18e eeuws, mogelijk ouder. `van groot belang wegens het bouwtype (Amsterdams grachtenhuis) en toegangspartij in régence stijl. Met theekoepel [...]. Mede van belang wegens de vroegere functie en situering [...] en in gevelwand met [nr. 3]. (…)”

2.4.

Belanghebbende heeft een beschikking van de Minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk d.d. 25 mei 1983 overgelegd, waarin een bedrag van f 22.500 aan haar wordt toegekend met als omschrijving:

“Verlening van een rijkssubsidie t.b.v. de restauratie van:

[A-straat 1] [Z].”

2.5.

In 2008 zijn kosten ter zake van de onroerende zaak gemaakt, waarvan € 19.922 betrekking heeft op de theekoepel.

2.6.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2008 aangifte IB gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 7.056 (voordeel uit sparen en beleggen van € 40.834 -/- persoonsgebonden aftrek van € 33.778).

In de aangifte heeft eiseres, na toepassing van de drempel van € 10.312, een aftrek voor uitgaven voor monumentenpanden in aanmerking genomen ten bedrage van € 33.778.

2.7.

De inspecteur heeft de aftrek voor uitgaven voor monumentenpanden gecorrigeerd met € 31.170. Van dit bedrag betreft een gedeelte, groot € 19.922,27 de kosten die zijn toe te rekenen aan de theekoepel.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is, evenals bij de rechtbank, in geschil de vraag of ten aanzien van de door belanghebbende gedane uitgaven met betrekking tot de theekoepel van € 19.922 sprake is van uitgaven met betrekking tot een monumentenpand in de zin van artikel 6.31 van de Wet IB 2001.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend; de inspecteur ontkennend. Voorts is in geschil of ten aanzien van belanghebbende een in rechte te honoreren vertrouwen is gewekt.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing