Gerechtshof Amsterdam, 21-11-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:4164, 13/00067
Gerechtshof Amsterdam, 21-11-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:4164, 13/00067
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 21 november 2013
- Datum publicatie
- 4 december 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:4164
- Zaaknummer
- 13/00067
Inhoudsindicatie
Voor de toepassing van de belasting van personenauto's en motorrijwielen kan een auto met 1.723 km op de teller niet meer worden aangemerkt als een auto die niet of nauwelijks is gebruikt.
Uitspraak
kenmerk 13/00067
21 november 2013
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[A] B.V., te [P], belanghebbende,
gemachtigde: M. A. Pinkaers,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/2945 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op 6 juli 2011 aangifte voor de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen (hierna: BPM) gedaan voor een bedrag van € 19.145. Op 13 juli 2011 heeft belanghebbende op grond van een betaalbericht van de inspecteur een bedrag van € 18.187 aan BPM voldaan.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 15 mei 2012, het bezwaar afgewezen.
Bij uitspraak van 27 december 2012, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 22 januari 2013, aangevuld bij brief van 21 maart 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 november 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1. tot en met 2.4. van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“2.1. Op of rond 6 juli 2011 heeft eiseres aangifte gedaan ter zake van de registratie van een personenauto. Het betreft een Audi Q5 Tdi quattro S tronic met VIN [nummer] (hierna: de auto). De auto had ten tijde van het doen van aangifte 1.723 kilometer gereden.
Eiseres heeft de auto op 30 juni 2011 in Duitsland gekocht voor € 43.500. Op de verkoopfactuur staat een kilometerstand van 1.010.
De auto heeft als datum van eerste toelating 22 juni 2011.
Bij de aangifte is het brutobedrag aan BPM berekend dat hoort bij de auto in nieuwstaat, te weten € 42.640. Op grond daarvan komt het bedrag aan te betalen BPM op € 19.145. Bij een controle is verweerder uitgegaan van een afschrijving volgens de tabel van 5%. Hierdoor is een betaalbericht verzonden aan eiseres van € 18.187.”.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of belanghebbende het juiste bedrag aan BPM heeft voldaan. Belanghebbende stelt dat de onderhavige auto gebruikt is en dat derhalve BPM verschuldigd is met inachtneming van de vermindering bedoeld in artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (de Wet BPM) en de inspecteur stelt dat de auto nieuw is en er bij de berekening van de BPM geen rekening dient te worden gehouden met een vermindering. Tussen partijen is niet in geschil dat, ingeval geheven dient te worden als ware de auto gebruikt het verschuldigde bedrag aan BPM € 14.601 bedraagt. Ingeval geheven dient te worden als ware de auto nieuw, is niet in geschil dat het voldane bedrag ad € 18.187 juist is.
Belanghebbende stelt dat de auto als gebruikt moet worden aangemerkt, primair omdat de auto in Duitsland geregistreerd is geweest en subsidiair omdat de auto ten tijde van het doen van aangifte 1.723 kilometer heeft gereden.
Voor de standpunten van partijen wordt verder verwezen naar de gedingstukken waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.