Gerechtshof Amsterdam, 03-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2756, 13/00578
Gerechtshof Amsterdam, 03-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2756, 13/00578
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 3 juli 2014
- Datum publicatie
- 16 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:2756
- Zaaknummer
- 13/00578
Inhoudsindicatie
Voor de toepassing van het verlaagde tarief motorrijtuigenbelasting voor een kampeerauto's diende de opvolgende kentekenhouder destijds een verzoek te doen. Het verlaagde tarief kan ten aanzien van deze houder niet met terugwerkende kracht worden toegepast tot de datum van de tenaamstelling.
Uitspraak
kenmerk 13/00578
3 juli 2014
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[A], te [P], belanghebbende,
gemachtigde: mr. R. P. Kuijper, advocaat
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk 12/4811 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratie,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.Belanghebbende heeft op 11 mei 2012 telefonisch verzocht om toepassing van het bijzondere tarief voor kampeerauto’s zoals opgenomen in artikel 23a, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet MRB). Bij brief van 29 mei 2012 heeft belanghebbende verzocht om teruggaaf van de betaalde motorrijtuigen belasting (MRB) vanaf oktober 2009. De inspecteur heeft bij beschikking van 10 juli 2012 de rekening over de periode van 29 maart 2012 tot en met 28 juni 2012 verlaagd in verband met de toepassing van het bijzondere tarief en over die periode een teruggaaf verleend van € 73.
1.2.Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 10 september 2012, de beschikking gehandhaafd.
Bij uitspraak van 13 augustus 2013, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen per fax op 23 september 2013, aangevuld bij brief van 22 oktober 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juni 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
2.1.1. De rechtbank heeft in haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“Eiser is volgens kentekenregistratie vanaf 12 september 2009 houder van een personenauto van het merk Mercedes-Benz, 410D, kenteken[...] (hierna: de kampeerauto). De datum van de eerste tenaamstelling is 29 december 2000.
Op 11 mei 2012 heeft eiser een (telefonisch) verzoek gedaan tot toepassing van het bijzondere tarief in de motorrijtuigenbelasting voor kampeerauto’s (hierna: het kwarttarief). Bij brief van 29 mei 2012 heeft eisers gemachtigde verzocht om toepassing van het kwarttarief met ingang van de tenaamstelling, zijnde 12 september 2009.
Verweerder heeft bij de beschikking van 10 juli 2012 het kwarttarief toegepast met ingang van 29 maart 2012.”
2.1.2. Het Hof gaat voor de beslechting van het geschil uit van voormelde feiten.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil de vraag of het bijzondere tarief MRB voor de kampeerauto van toepassing is met ingang van de tenaamstelling van belanghebbende als volgende houder of met ingang van het tijdvak waarin het verzoek daartoe is gedaan.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken, waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.
De toepasselijke wet- en regelgeving
Artikel 17 Wet MRB
“De aanvraag om afgifte van een kentekenbewijs dan wel om wijziging van de tenaamstelling van het kentekenbewijs wordt aangemerkt als het doen van aangifte. De aangifte geldt, zolang het motorrijtuig niet van houder verwisselt, voor alle tijdvakken waarin het motorrijtuig wordt gehouden.”
Artikel 23a Wet MRB
“1.Voor de personenauto waarvan de binnenruimte is ingericht voor het vervoer en verblijf van personen en is voorzien van een vaste kook- en slaapgelegenheid en die voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) gestelde voorwaarden en beperkingen tot uiterlijk en inrichting, bedraagt de belasting in afwijking van artikel 23 en onder bij AMvB te stellen voorwaarden, een kwart van de ingevolge dat artikel verschuldigde belasting. (…)”
Artikel 5aa Besluit MRB ( tekst geldend in 2012)
“(…)
4.De toepassing van artikel 23a van de wet vindt plaats op verzoek.
(…)”
Artikel 5aa Besluit MRB (tekst geldend met ingang van 2013)
(…)
7. Indien een motorrijtuig waarvoor artikel 23a van de wet reeds van toepassing is van houder wisselt, wordt de aanvraag om wijziging van de tenaamstelling van het kentekenbewijs aangemerkt als een verzoek om toepassing van artikel 23a, eerste lid, van de wet. Het vijfde en het zesde lid zijn alsdan niet van toepassing.”