Gerechtshof Amsterdam, 12-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3058, 13/00021
Gerechtshof Amsterdam, 12-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3058, 13/00021
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 juni 2014
- Datum publicatie
- 6 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:3058
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:386
- Zaaknummer
- 13/00021
Inhoudsindicatie
Ter zitting bij de rechtbank hebben partijen een compromis bereikt. Het Hof is van oordeel dat het compromis een vaststellingsovereenkomst is in de zin van artikel 900 boek 7 BW. Partijen zijn gehouden aan (de gevolgen van) deze overeenkomst tenzij sprake is van een wilsgebrek. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt waaruit het wilsgebrek volgt.
Uitspraak
kenmerk 13/00021
12 juni 2014
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/2262 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 31 augustus 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2009 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (ib/pvv) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 87.932 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil (hierna: de aanslag).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 6 april 2012, de aanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 28 november 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 69.704 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.521.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 8 januari 2013, aangevuld bij brief van 5 februari 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Met dagtekening 25 april 2014 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2014. Het hoger beroep is ter zitting gelijktijdig behandeld met het hoger beroep van belanghebbende in de zaken met kenmerk 13/00252 en 13/00253.Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
In de uitspraak van de rechtbank staat onder meer het volgende vermeld:
“3.1. Partijen hebben ter zitting, overigens zonder erkenning van elkaars standpunten, bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel:
(…)
- de aanslag ib/pvv 2009 wordt vastgesteld berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 69.704 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.521 en de beschikking dienovereenkomstig wordt verminderd.
De rechtbank ziet geen aanleiding partijen daarin niet te volgen en beslist overeenkomstig.”
In het proces-verbaal van de zitting voor de rechtbank staat het volgende:
“Na een korte schorsing delen partijen mee dat zij het volgende compromis hebben bereikt (zonder erkenning van elkaars standpunten):
(…)
- de aanslag 2009 wordt vastgesteld op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 69.704 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.521.”
Met dagtekening 23 januari 2013 heeft de inspecteur de aanslag verminderd conform het voormelde compromis.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of het bij de rechtbank tot stand gekomen compromis rechtsgeldig overeen is gekomen, hetgeen belanghebbende betwist. Wanneer het Hof tot het oordeel komt dat sprake is van een rechtsgeldig compromis, is vervolgens in geschil of belanghebbende in hoger beroep de juistheid van de aanslag alsnog kan betwisten.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, alsmede het verhandelde ter zitting.