Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3077, 13/00250

Gerechtshof Amsterdam, 26-06-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3077, 13/00250

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 juni 2014
Datum publicatie
17 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:3077
Zaaknummer
13/00250
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

WOZ. De heffingsambtenaar is voor de woning en de vergelijkingsobjecten van de juiste inhoudsmaten uitgegaan. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de woning niet te hoog vastgesteld.

Uitspraak

kenmerk 13/00250

26 juni 2014

uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de erven van [X], domicilie kiezend te [Z], belanghebbenden,

gemachtigde: [Y],

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/4504 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbenden

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bussum, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 januari 2012 de waarde van de onroerende zaak [a-laan] 7 te [Q] (hierna: de woning) naar de waardepeildatum 1 januari 2011 vastgesteld op € 457.000, bij een op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) genomen beschikking voor het jaar 2012. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerendezaakbelasting 2012 voor het jaar 2012 ter zake van de woning bekend gemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 16 augustus 2012 de waardebeschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij mondelinge uitspraak van 7 maart 2013 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het hogerberoepschrift is op 17 april 2013 ter griffie van het Hof ontvangen. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 15 april 2014 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbenden. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 mei 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak, waarin belanghebbenden als eisers worden aangeduid en de heffingsambtenaar als verweerder, de volgende feiten opgenomen:

“2. Eisers zijn genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning. De woning is een twee-onder-één-kapwoning met twee dakkapellen. De inhoud van de woning is ongeveer 364 m³ en de oppervlakte van het perceel is 245 m².”

2.2.

Nu partijen daartegen geen bezwaren hebben geuit, behalve dat de woning niet twee, maar vier dakkapellen heeft, gaat ook het Hof van deze feiten uit.

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is in geschil of de vastgestelde waarde van de woning overeenkomt, dan wel niet hoger is dan, de ingevolge artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ bepaalde waarde. Belanghebbenden zijn van mening dat de waarde van de woning niet meer dan € 355.000 bedraagt.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing