Home

Gerechtshof Amsterdam, 30-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3203, 13/00004 en 13/00005

Gerechtshof Amsterdam, 30-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3203, 13/00004 en 13/00005

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
30 juli 2014
Datum publicatie
26 augustus 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:3203
Zaaknummer
13/00004 en 13/00005
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027] art. 3:4

Inhoudsindicatie

De in bezwaar gevraagde machtiging is één dag na afloop van de gegeven termijn ontvangen. Een drie weken na de ontvangst van de machtiging gedane uitspraak waarbij het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard in verband met de termijnoverschrijding van één dag is disproportioneel.

Uitspraak

kenmerk 13/00004 en 13/00005

30 juli 2014

uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te Uithoorn, belanghebbende,

gemachtigde: [A] ([B] Vastgoed) te [P],

tegen

de uitspraak met kenmerken AWB 12/3160 en AWB 12/3161 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank), van 12 december 2012 in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Uithoorn, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 29 februari 2012 krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken[a-straat 1] en [a-straat 1], beide te [Q] voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op respectievelijk € 208.000 en € 42.000.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 29 mei 2012, het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Bij uitspraak van 12 december 2012 heeft de rechtbank het beroep tegen deze uitspraak ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 31 december 2012. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend, aangevuld bij brief van 5 december 2013. Belanghebbende heeft op 20 mei 2014 een als ‘pleitnota’ aangeduid schrijven ingezonden, waarop de heffingsambtenaar bij schrijven van 28 mei 2014 heeft gereageerd.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 juni 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak, waarin de heffingsambtenaar is aangeduid als ‘verweerder’ en belanghebbende als ‘eiser’, onder ‘Feiten’ het volgende opgenomen:

“Gemachtigde heeft namens eiser bij brief van 5 april 2012 bezwaar gemaakt tegen de door verweerder vastgestelde waarde van de objecten.

Bij brief van 19 april 2012 heeft verweerder gemachtigde verzocht om een geldige machtiging. Verweerder heeft de gemachtigde daarvoor tot 7 mei 2012 de gelegenheid geboden. Bij diezelfde brief heeft verweerder de gemachtigde erop gewezen dat indien het verzuim niet voor genoemde datum is hersteld, het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Bij brief van 8 mei 2012 heeft de gemachtigde de machtiging aan verweerder toegezonden.

Verweerder heeft bij uitspraak van 29 mei 2012 het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat gemachtigde niet binnen de hem daartoe gestelde termijn de machtiging heeft overgelegd.”

2.2.

Het Hof voegt hieraan de volgende feiten toe die het ontleent aan de in eerste aanleg ingebrachte stukken.

2.3.1.

De in de rechtbankuitspraak genoemde brief van 8 mei 2012 is door de heffings-ambtenaar op 8 mei 2012 via de fax ontvangen. De meegezonden machtiging is door belanghebbende ondertekend op 7 mei 2012.

2.3.2.

Blijkens een tot de stukken behorend ongedateerd “Memo”, zijn - kennelijk door de gemeente Uithoorn ten behoeve van de afdeling Belastingen - “Beleidsregels” opgesteld “voor ontvankelijkverklaring bezwaren”. In dit memo is onder meer het volgende opgenomen:

“2. Herstel van verzuimen;

(…)

Het primaire doel van het verzamelen van alle benodigde gegevens bij een bezwaarschrift is om het proces van (…) de afhandeling van de bezwaren (…) geen onnodige vertraging te laten oplopen.”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten en griffierecht

6 Beslissing