Home

Gerechtshof Amsterdam, 28-08-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3612, 13/00300

Gerechtshof Amsterdam, 28-08-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3612, 13/00300

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
28 augustus 2014
Datum publicatie
3 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:3612
Zaaknummer
13/00300

Inhoudsindicatie

De ten invoer aangegeven infraroodcabines voorzien niet in een medische behandeling als is bedoeld in Indelingsverordening nr. 1231/2007. Post 9018 komt derhalve niet in aanmerking voor de indeling. De infraroodcabines zijn terecht ingedeeld onder post 8516 79 70 van de Gecombineerde nomenclatuur.

Uitspraak

kenmerk 13/00300

28 augustus 2014

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[A] te [P], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk 12/3818 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 10 juni 2010 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 62.995,40 aan douanerechten.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 3 juli 2012, de UTB gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 26 maart 2013, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 7 mei 2013, aangevuld bij brief van 4 juni 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 juni 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 tot en met 2.4 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.

“2.1. Eiseres heeft in de periode van 16 november 2007 tot en met 24 september 2009 ten behoeve van [X] 48 aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan van infraroodwarmtecabines.

2.2.

Op grond artikel 78 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW) heeft de douane bij [X] een controle na invoer ingesteld. Hiervan is een controlerapport opgesteld met datum 19 mei 2010. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek heeft verweerder de utb aan eiseres opgelegd.

2.3.

De infraroodwarmtecabine is een geprefabriceerde cabine, samengesteld uit panelen van cederhout die ter plaatse door middel van een kliksysteem eenvoudig kunnen worden gemonteerd. De cabine is verkrijgbaar in verschillende afmetingen en modellen. De cabine is voorzien van één of meerdere ramen, verstelbare pootjes, een beschermrooster en een toegangsdeur met veiligheidsglas. Naast de toegangsdeur is een uitsparing aanwezig voor een digitaal controlepaneel met daarop bedieningsorganen, zoals een tijdklok en een temperatuurregelaar. In de cabine bevinden zich één of meerdere bankjes, een thermometer en een aantal infraroodverwarmingselementen. De infraroodverwarmingselementen zijn zogeheten incoloy stralingselementen, bestaande uit nikkel en ijzer en voorzien van een coating. De elementen produceren langegolf infraroodstraling en bereiken een manteltemperatuur van maximaal 140 graden Celsius. In de cabines wordt geen omgevingswarmte gecreëerd, doch de cabinetemperatuur kan men laten oplopen tot 50 graden Celsius. De infraroodcabine bevat op het moment van invoer geen besturingssysteem. Het besturingssysteem draagt ervoor zorg dat in de cabine altijd sprake is van dezelfde golflengte.

2.4.

Op 21 juni 2005 heeft het gerechtshof te Amsterdam (03/3350, LJN AT8687) bepaald dat de infraroodcabines van [X] moeten worden ingedeeld in onderverdeling 9018 20 00.”

2.1.2.

Het Hof gaat voor de beslechting van het geschil van voormelde feiten uit.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de UTB terecht is uitgereikt wegens de wijziging van de tariefindeling van de ten invoer aangegeven infraroodcabines.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.

4 Relevante wet- en regelgeving

5 De overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing