Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4017, 13/00213

Gerechtshof Amsterdam, 25-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4017, 13/00213

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 september 2014
Datum publicatie
8 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:4017
Formele relaties
Zaaknummer
13/00213

Inhoudsindicatie

Het beginsel van de rechten van de verdediging is niet geschonden door de douaneautoriteiten.

De ten invoer aangegeven videotuners moeten worden ingedeeld onder post 8528 71 19 van de Gecombineerde Nomenclatuur. De videotuners worden in een daartoe bestemde poort of gleuf gestoken; er is geen sprake van inbouw.

Uitspraak

Kenmerk 13/00213

25 september 2014

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[A], te [P], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/721 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.De inspecteur heeft met dagtekening 14 maart 2011 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 17.665,74 en € 3.457,24 aan douanerechten en omzetbelasting.

1.2.Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 31 januari 2012, de UTB gehandhaafd.

1.3.Bij uitspraak van 26 februari 2013 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4.Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 8 april 2013, aangevuld bij brief van 6 mei 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.1.

De rechtbank heeft de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.

“2.1.Eiseres heeft in de periode van 3 april 2008 tot en met 22 mei 2008 ten behoeve van [naam importeur]op eigen naam en voor eigen rekening negen aangiften ten invoer gedaan, waarbij onder andere de volgende goederen zijn aangegeven:

Videotuners van de typen:-[type 1]en [type 2]. Deze typen hebben een usb interface, een enkele tuner en zijn geschikt voor analoge en/of digitale ontvangst (DVB-T).

[type 3]. Dit type heeft een expresscard interface, een enkele tuner en is geschikt voor analoge en digitale ontvangst (DVB-T).

De videotuners zijn op het moment van invoer aangeboden in een doosje, waarin zich ook een afstandbediening, aansluitmateriaal en een CD-rom met installatie software bevindt. De videotuner wordt met een computer verbonden door deze aan de buitenzijde van de computer in een daarvoor bestemde sleuf (exprescard) of poort (USB) te steken. De videotuners worden geschakeld tussen een computer en een tv-antenne of kabel. Nadat de bijbehorende software op de computer is geïnstalleerd maakt de videotuner het mogelijk dat op de computer tv-programma’s bekeken kunnen worden.

2.2.

Verweerder heeft over de periode 2008 tot en met juni 2009 op grond van artikel 78 van het Communautair douanewetboek bij [naam importeur] een controle na invoer (hierna: cni) ingesteld. Deze cni heeft eveneens betrekking op de door eiseres ten behoeve van [naam importeur] aangegeven goederen (zie 2.1). Naar aanleiding van deze controle heeft verweerder bij brief van 16 februari 2011 aan eiseres het voornemen kenbaar gemaakt een utb uit te reiken. De overweging bij deze brief vermeldt onder meer het volgende:

Aanleiding van de controle

Het onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de controleresultaten van Douane Aangiftebehandeling in samenwerking met de Helpdesk Kerngroep Elektronica. De controleresultaten hebben betrekking op de onjuiste indeling van zogenaamde externe TV-tuners. Deze onregelmatigheden hebben geleid tot fiscale correcties. [naam importeur] heeft in juli 2009 een viertal BTI aanvragen ingediend die hebben geleid tot de volgende indeling op basis van de algemene regels 1, 3b en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes:

BTI aanvraagnr.

Omschrijving artnr.

Artikelnummer

GN-code

Douanerechten

NLRTD-2009-001615

Externe televisietuner

In de vorm van een USB stick

[type 4]

8528 7119

14%

NLRTD-2009-001717

Externe televisietuner

In de vorm van een USB stick

[type 5]

8528 7119

14%

NLRTD-2009-001718

Externe televisietuner

In de vorm van een staaf

[type 6]

8528 7119

14%

NLRTD-2009-001719

Externe televisietuner

In de vorm van een USB stick

[type 6]

8528 7119

14%

In 2007 zijn er drie BTI’s afgegeven in Polen voor producten van [naam importeur]. Het gaat om de volgende BTI’s:

BTI aanvraagnr

Omschrijving artnr.

Artikelnummer

GN-code

Douanerechten

PL PL-WIT-2007-0833

Externe televisietuner

In de vorm van een USB stick

[type 7])

8528 7119

14%

PL PL-WIT-2007-0834

Externe televisietuner

In de vorm van een cardbus

[type 8])

8528 7119

14%

PL PL-WIT-2007-0835

Externe televisietuner

In de vorm van een Expresscard

[type 8])

8528 7119

14%

De opdrachtgever voor het afgeven van deze BTI’s is het Poolse bedrijf ABC DATA Sp. te Warschau. De indeling is tot stand gekomen op basis van de algemene regels 1, 3b en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes.

Uitgevoerde controle

De controle heeft zich gericht op de juiste indeling van de aangegeven goederen. Tevens zijn de leveringscondities FOB gecontroleerd. De juistheid van de bijtelling van de vracht- en verzekeringskosten in de douanewaarde zijn daarin meegenomen.

Bevindingen met betrekking tot de indeling van de goederen

De indeling van de externe tuners is, vanaf 2008 dat [naam importeur] is gestart, onjuist. Dit geldt ook voor de TV-boxen en de projectietoestellen.

De adviezen van de Kerngroep Elektronica en de afgegeven BTI’s zijn gevolgd bij het opnieuw indelen van de bovengenoemde goederen. Dit heeft geleid tot een correctie op de indeling van de eerder ten invoer aangegeven goederen.

(…)

De correcties met betrekking tot navordering en de teruggaaf zijn uitgewerkt in de bijlage van Kamino International Transport BV.

Omzetbelasting

De onderneming was in de maanden maart, april en mei 2008 nog niet in het bezit van een beschikking artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting. Hierdoor is de omzetbelasting direct bij invoer afgedragen. Door de onjuiste indeling van de ingevoerde goederen heeft dat ook consequenties voor de afdracht van de omzetbelasting. De aangiften ten invoer opgemaakt door aangevers Kamino International Logistics BV leiden daarom tot een naheffing en een ambtshalve teruggaaf van omzetbelasting. In bijlage is de verrekening van de omzetbelasting uitgewerkt per aangifte.

(…)

Conclusie

De ingevoerde goederen zijn gecorrigeerd op GN-code zoals omschreven in de BTI’s die zijn afgegeven in Polen en Nederland. Dit leidt tot een navordering en een teruggaaf van douanerechten en omzetbelasting. Daarnaast zijn de vrachtkosten gecorrigeerd en uitgewerkt in de bijlage.”

2.3.

Op 17 februari 2011 heeft de controleambtenaar het concept rapport met betrekking tot de cni met eiseres (de heer [B] en de heer [C] van [zuster belanghebbende] besproken en toegelicht. Hierbij is de brief van 16 februari 2011 aan eiseres overhandigd. Eiseres is daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen 14 dagen te reageren op het voornemen een utb uit te reiken. De operations manager van [zuster belanghebbende], de heer [C], heeft naar aanleiding van voormelde brief in een telefoongesprek met de controleambtenaar op 7 maart 2011 mede namens eiseres verklaard akkoord te gaan met de voorgestelde correcties en af te zien van een nader gesprek.

2.4.

Per brief van 11 maart 2011, door verweerder ontvangen op 14 maart 2011, is mede namens eiseres schriftelijk op voornoemde brief gereageerd, stellende dat het bedrag aan navordering onvoldoende is gemotiveerd en dat specifieke informatie over de producten ontbreekt. Ook ten aanzien van de classificatie meent eiseres dat verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft hoe hij tot de classificatie is gekomen. Op 11 maart 2011 (namiddag) is er tevens telefonisch contact geweest tussen gemachtigde en verweerder, waarbij gemachtigde kenbaar heeft gemaakt mede namens eiseres op te treden.

2.5.Op 11 maart 2011 (voormiddag) is de utb vastgesteld. Op 14 maart 2011 heeft verweerder de utb aan eiseres uitgereikt.

2.6.

Op 24 maart 2011 heeft verweerder op de brief van 11 maart 2011 per brief gereageerd. Verweerder spreekt hierin zijn verbazing uit met betrekking tot het standpunt van eiseres, omdat eiseres reeds akkoord zou zijn met de correctie. Tevens heeft verweerder nader toegelicht dat hij op basis van de BTI’s tot de classificatie is gekomen. In de BTI’s zijn goederen ingedeeld met dezelfde specificaties als de goederen waarvoor een correctie heeft plaats gevonden. ”

2.2.

Het Hof voegt het volgende toe:

2.2.1.

Uit bijlage drie van het controlerapport, welk rapport aan belanghebbende is verstrekt, blijkt dat de UTB voor € 17.758,72 (te weten € 4.137,56 + € 7.320,462 + € 2.174,20 + € 4.126,50) betrekking heeft op de verschuldigde douanerechten voor de goederen die onder 2.1. van de uitspraak van de rechtbank zijn vermeld. Belanghebbende heeft deze goederen aangegeven onder post 8473 30 80, ter zake waarvan 0 percent douanerecht is verschuldigd. De inspecteur stelt zich, blijkens voormelde bijlage, op het standpunt dat post 8528 71 19 van toepassing is ter zake waarvan 14 percent douanerecht is verschuldigd.

Daarnaast heeft de UTB, volgens deze bijlage, voor -/- € 92,98 betrekking op een correctie van de douanewaarde omdat belanghebbende onjuiste verzekering- en vrachtkosten heeft gecalculeerd.

In totaal is nagevorderd € 17.665, 74 aan douanerechten te weten € 17.758,72 -/- € 92,98.

2.2.2.

Blijkens dezelfde bijlage bij het controlerapport betreft de UTB, in verband met de onder 2.2.1. vermelde correcties, € 3.457,24 aan omzetbelasting.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Partijen houdt verdeeld:

- of het beginsel van de rechten van de verdediging of het zorgvuldigheidsbeginsel is geschonden en zo ja, of dit tot vernietiging van de UTB leidt;

- of postonderverdeling 8528 71 19 (14 percent) van toepassing is, hetgeen de inspecteur stelt, dan wel postonderverdeling 8528 71 11 (0 percent) van toepassing is, hetgeen belanghebbende stelt.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.

3.3.

De relevante teksten voor de indeling van de goederen zijn:

Post 8525

8528 Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden:

(…)

− ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden:

8528 71 − − niet ontworpen om een beeldscherm of een videoscherm te bevatten:

− − − videotuners:

8528 71 11 − − − − elektronische assemblages voor inbouw in een automatische

gegevensverwerkende machine

(…)

8528 71 19 − − − − andere .

Toelichting EG

(…)

“Zie voor de interpretatie van het begrip ‘elektronische assemblages’ de toelichting EG op onderverdeling 8443 9910 .”

(…)

Toelichting EG op onderverdeling 8443 9910

“Elektronische assemblages bestaan uit een of meer gedrukte schakelingen met elektronische geïntegreerde schakelingen van post 85.42. De assemblages kunnen ook zijn voorzien van discrete actieve elementen, discrete passieve elementen, toestellen bedoeld bij post 85.36 of andere elektrische of elektromechanische elementen, voor zover zij het karakter van elektronische assemblage niet verliezen.”

4 De overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing