Gerechtshof Amsterdam, 04-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4086, 13/00446
Gerechtshof Amsterdam, 04-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4086, 13/00446
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 4 september 2014
- Datum publicatie
- 8 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:4086
- Zaaknummer
- 13/00446
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Verzuimboete. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat door een medewerker van de Belastingdienst was toegezegd dat geen verzuimboete zal worden opgelegd.
Uitspraak
kenmerk 13/00446
4 september 2014
uitspraak van de derde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X], te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 13/169 van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Zaandam, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 13 april 2012 aan belanghebbende voor het jaar 2009 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (ib/pvv) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.744. Gelijktijdig met de aanslag is aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd van € 226.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 15 januari 2013, de aanslag en de verzuimboete gehandhaafd.
Bij uitspraak van 26 juni 2013, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 5 augustus 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
Belanghebbende is niet verschenen. Voor de zitting heeft belanghebbende een brief gefaxt waarin hij aangeeft dat hij wegens ziekte niet op de zitting aanwezig kan zijn, maar dat met het overleggen van de met het faxbericht meegestuurde bijlage de zaak op deze wijze kan worden afgedaan. Het Hof begrijpt hieruit dat belanghebbende geen verzoek om uitstel van de zitting doet en dat de zitting ook zonder hem plaats kan vinden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak, waarin belanghebbende als eiser wordt aangeduid en de heffingsambtenaar als verweerder, de volgende feiten opgenomen.
“ 2.1.Eiser is uitgenodigd tot het doen van aangifte ib/pvv voor het jaar 2009 (hierna: de aangifte). De inspecteur heeft eiser op 8 juli 2010 herinnerd aan het doen van aangifte en hij heeft hem op 14 september 2010 aangemaand. Eiser heeft niet tijdig (uiterlijk vόόr 28 september 2010) aangifte gedaan. Verweerder heeft eiser in de aanmaning gewezen op het feit dat hij een boete zou krijgen als hij niet tijdig op de aanmaning zou reageren.
2.2.Eiser heeft omstreeks 30 mei 2011 het aangiftebiljet ingediend. In de aangifte heeft hij enkel opgave gedaan van een AOW-uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ten bedrage van € 12.744 (zonder inhouding van loonheffing), € 182 aftrek specifieke zorgkosten en € 1.000 aftrek studiekosten en andere scholingsuitgaven.
2.3.Verweerder is bij het opleggen van de aanslag afgeweken van de aangifte en heeft daarbij geen aftrekposten in aanmerking genomen en het bedrag vastgesteld op nihil. Verweerder heeft tegelijkertijd een verzuimboete van € 226 opgelegd.”
Nu partijen daartegen geen bezwaren hebben geuit, gaat het Hof ook van die feiten uit.
Het Hof voegt daar nog het volgende aan toe.
Tot de gedingstukken behoort een handgeschreven brief, ondertekend door [A] en gedagtekend 27 april 2011. In de brief staat – voor zover van belang – het volgende.
“ Bijgaand de aangifte voor 2010. Deze graag zo spoedig mogelijk indienen. Wat betreft de zorgtoeslag heb ik contact gehad met een collega. U krijgt een wijzigingsformulier toegestuurd waarop u uw huidige inkomen kunt invullen. Als u dit ondertekent en terugstuurt, krijgt u weer zorgtoeslag. Mocht u nog vragen hebben, kunt u mij telefonisch bereiken onder nummer [telefoonnummer]. Ik ben meestal aanwezig op woensdag donderdag en vrijdag.”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de verzuimboete terecht is opgelegd. De overige punten die bij de rechtbank nog in geschil waren, zijn bij het Hof niet (langer) in geschil.