Gerechtshof Amsterdam, 06-02-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4413, 12/00479
Gerechtshof Amsterdam, 06-02-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4413, 12/00479
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 6 februari 2014
- Datum publicatie
- 5 november 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:4413
- Zaaknummer
- 12/00479
- Relevante informatie
- Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 16, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 27e, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 52, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 67e
Inhoudsindicatie
Hoger beroep belanghebbende ongegrond: nieuw feit, niet voldaan aan administratieplicht, omkering en verzwaring van de bewijslast. Incidenteel hoger beroep inspecteur gegrond: wel sprake van een redelijke schatting, boete van 50% is passend en geboden (wel sprake van opzet, omkering en verzwaring geen grond de boete te verminderen).
Uitspraak
Kenmerk 12/00479
6 februari 2014
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X], wonende te [Z], belanghebbende,
en het incidenteel hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht, de inspecteur,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/18 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 19 december 2008 aan belanghebbende over het jaar 2003 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.733. Gelijktijdig met deze navorderingsaanslag is bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 1.270.
Na tegen de hiervoor gemelde navorderingsaanslag en vergrijpboete gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 23 november 2010, de navorderingsaanslag en de vergrijpboete gehandhaafd.
Bij uitspraken van 23 mei 2012 heeft de rechtbank in de onderhavige zaak en de aldaar gelijktijdig behandelde zaken betreffende de ten aanzien van belanghebbende genomen verliesherzieningsbeschikkingen voor de jaren 2004 en 2005 als volgt beslist (in deze uitspraken is belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep gegrond;
- -
-
vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- -
-
vermindert de belastingaanslag IB/PVV 2003 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.126;
- -
-
handhaaft de verliesherzieningsbeschikking 2004 op nihil;
- -
-
stelt de verliesherzieningsbeschikking 2005 vast op € 9.460;
- -
-
bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- -
-
vermindert de vergrijpboete tot een bedrag van 19% van dat deel van de aanslag dat volgt uit de omzetcorrectie en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- -
-
veroordeelt verweerder in de proceskosten van [belanghebbende] ten bedrage van € 1.092;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 41 vergoedt.”
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 3 juli 2012, aangevuld bij brief van 27 juli 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft het incidenteel hoger beroep beantwoord bij brief van 25 september 2012.
Op 3 december 2013 is een nader stuk ontvangen van de inspecteur, waarvan een afschrift is verstrekt aan belanghebbende.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. Onderhavige zaak is tegelijkertijd behandeld met de zaken met kenmerken 12/00480 (IB 2004) en 12/00481 (IB 2005). Al hetgeen in de ene zaak is vermeld of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn vermeld of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 tot en met 2.5 de navolgende feiten vastgesteld:
“2.1. Eiser drijft in de in geschil zijnde jaren in de vorm van eenmanszaak een onderneming te [Z]. De ondernemingsactiviteit bestaat uit de exploitatie van een steakhouse c.q. afhaal- grillrestaurant. De handelsnaam luidt: [A].
In 2002 heeft bij eiser een boekenonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek betrof onder andere de aanvaarbaarheid van de aangiften Inkomstenbelasting 1997 tot en met 2000. Met betrekking tot dit onderzoek is op 8 maart 2002 onder andere het volgende gerapporteerd:
De adviseur verzorgt de administratie. Dit gebeurt met behulp van de computer, door het bijhouden van Dagboeken, grootboek, saldibalans en kolommenbalans.
Belastingplichtige houdt zelf geen kasboek bij. Er worden slechts kladbriefjes met begin en eindsaldi van het aanwezige kasgeld per week opgemaakt. Deze vormen met de bonnen van de uitgaven een systeem van afgeleide weekontvangsten. Deze manier van administreren van de omzet is absoluut onvoldoende voor het soort bedrijf. Hierdoor gaat veel essentiële informatie verloren die van belang kan zijn voor de berekening van de verschuldigde belasting en daarnaast als bedrijfsinformatie.
Er dient aantekening te worden gehouden van de dagontvangsten. Momenteel is er een kasregister in gebruik waarmee de omzet te bepalen is. De dagelijkse Z-afslagen van het kasregister moeten met ingang van 2002 bewaard blijven. Daarnaast dient er aantekening te worden gehouden van de privéopnamen, de uitgaven, de omzetten en de kassaldi. Op dit systeem moet regelmatig bijvoorbeeld eens per week kascontrole worden toegepast. Er zal binnen 6 maanden na afloop van de controle opnieuw een controlebezoek plaatsvinden om te kijken of voldaan wordt aan de administratieve verplichtingen van artikel 52 van de algemene wet inzake rijksbelastingen.
Een schriftelijke waarschuwing ter zake is bijgevoegd bij het rapport.
Bij vaststellingsovereenkomst, d.d. 10 januari 2002 [Hof: verder de Vaststellingsovereenkomst], is overeengekomen dat de omzet over de jaren 1997 tot en met 2000 wordt gecorrigeerd waardoor de brutowinstpercentages voor de jaren 1997-2000 uitkomen op:
1997 139% (fl. 175.718 + fl. 10.000)/fl. 132.804)
1998 149% (fl. 166.448 + fl. 22.500)/fl. 126.843)
1999 150% (fl. 174.622 + fl. 27.500)/fl. 134.576)
2000 152% (fl. 208.363 + fl. 5.000)/fl. 140.180)
Op 8 oktober 2008 is bij eiser een boekenonderzoek gestart. Onderzocht is onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en premies Waz/Zfw over de jaren 2003, 2004 en 2005. Met betrekking tot de administratie van eiser vermeldt het rapport dat naar aanleiding van het boekenonderzoek is opgesteld het volgende:
Gelet op de aard van de onderneming, de exploitatie van een (afhaal)restaurant, vindt er veel kasverkeer plaats. Een deugdelijke vastlegging van de contante ontvangsten is daarom onontbeerlijk.
Ter zake van de registratie van het contante geldverkeer zijn de volgende gebreken geconstateerd:
- [X] houdt zelf geen kasboek bij
- per week wordt slechts een kladbriefje met een saldo opgemaakt
- de weekontvangsten worden berekend aan de hand van de uitgaven en het aanwezige kasgeld (afgeleide ontvangsten).
- er is geen enkele registratie van de dagelijkse contante ontvangsten
- de weekontvangsten eindigen altijd op een veelvoud van € 10. Dit is, gelet op de prijslijst, niet waarschijnlijk.
- er is – met uitzondering van het jaar 2004 – geen aantekening gehouden van contante privé-opnamen- [X] neemt volgens de bespreking op 22-08-2008 tussen de € 800 en € 1.000 per maand op voor privédoeleinden, deze zijn niet verwerkt in het door de adviseur opgemaakte kasboek.
(…)
Omzetcorrectie
Uit de jaarstukken van eiser volgen de volgende brutowinstpercentages:
2003: 137%
2004: 153%
2005: 125%
Met betrekking tot een vorig boekenonderzoek (1997-2000) is een brutowinstpercentage van 150% acceptabel geacht. Gelet hierop heeft verweerder het brutowinstpercentage met betrekking tot de jaren 2003 en 2005 verhoogd naar 150%. De brutowinstpercentages van de jaren 2003 en 2005 zijn daarom niet acceptabel.
(…)
Correctie: meer omzet / meer winst jaar 2003: € 8.800
Correctie: meer omzet / meer winst jaar 2005: €14.500
Telefoonkosten
Een deel van de telefoonkosten heeft betrekkin[g] op privé. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden. Over de jaren 2003 tot en met 2005 bedragen de totale telefoonkosten € 11.233.
2003 2004 2005
telefoonkosten € 2.784,00 € 3.793,00 € 4.656,00
privé € 211,00 € 211,00 € 211,00
t.l.v. winst € 2.573,00 € 3.582,00 € 4.445,00
(…)
De totale telefoonkosten bestaan uit rekeningen van het zakelijke telefoonnummer, een mobiel nummer en het privé nummer. Met name op het zakelijke nummer wordt veel buiten de regio (internationaal) en naar betaalde servicenummers (0900) gebeld.
Gelet op de aard van de onderneming, een plaatselijke horecagelegenheid (steakhouse) in [Z], zijn de telefoonkosten erg hoog.
Over de jaren 2003, 2004 en 2005 zal daarom in totaal € 6.000 gecorrigeerd worden.
Correctie: meer winst jaar 2003 € 1.500
Correctie: meer winst jaar 2004 € [Hof: 2.000]
Correctie: meer winst jaar 2005 € 2.500
Autokosten
Ten laste van de winst is de volgende kilometervergoeding geboekt:
2003 2004 2005
aantal kilometers 11.150 11.150 11.150
vergoeding € 0,28 € 0,18 € 0,18
t.l.v. winst € 3.112,00 € 2.007,00 € 2.007,00
Een kilometerregistratie van de zakelijk verreden kilometers is niet aanwezig, evenmin een schriftelijke onderbouwing. Ook opvallend is dat het aantal kilometers elk jaar exact hetzelfde is.
Uit de inkoopfacturen blijkt het volgende:
De inkopen welke belastingplichtige zelf doet vinden wekelijks plaats bij [B] en [C], gevestigd te [D] en [E]. De afstand [Z] – [D] en de afstand [Z] – [E] bedraagt ruim genomen 25 kilometer. Gerekend over 52 weken geeft dit 5.200 kilometers. De overige zakelijke kilometers stel ik op 2.800 zodat het totaal op 8.000 kilometers komt. Dit geeft de volgende correcties:
Correctie: meer winst jaar 2003 € 882
Correctie: meer winst jaar 2004 € 567
Correctie: meer winst jaar 2005 € 567
Zelfstandigenaftrek
De hoogte van de zelfstandigenaftrek bedroeg in het jaar 2003 € 5.527. Dit bedrag moet gecorrigeerd worden. Na winstcorrecties op de winst van 2003 wordt de zelfstandigenaftrek € 4.926.
Correctie: meer winst jaar 2003 € 601
Meewerkaftrek
In de aangifte inkomstenbelasting van het jaar 2003 wordt een meewerkaftrek van € 595 zijnde 4% (= 1.750 uren of meer meewerken) van de winst opgevoerd. De echtgenote van [X], [Y] geniet een WAJong uitkering.
In het fiscaal rapport van het jaar 2004 wordt een meewerkaftrek van € 318 opgevoerd. Ook over dit jaar genoot [Y] een WAJong uitkering.
Uit de administratie is niet gebleken dat [Y] werkzaamheden ten behoeve van de onderneming verricht. De aftrek wordt gecorrigeerd.
Correctie: meer winst jaar 2003 € 595
Correctie: meer winst jaar 2004 € 318
(…)
Het gecorrigeerd verzamelinkomen is als volgt vastgesteld:
2003 2004 2005
Vastgesteld verzamelinkomen (box 1) € 3.658 -/- € 9.818 -/- € 24.137
1. Correctie omzet € 8.800 € 14.500
2. Correctie telefoonkosten € 1.500 € 2.000 € 2.500
3. Correctie autokosten € 882 € 567 € 567
4. Correctie zelfstandigenaftrek € 601
5. Correctie meewerkaftrek € 595 € 318
6. Correctie verschil
fiscaal rapport / ingediende aangifte € 7.618
7. Correctie buitengewone uitgaven € 1.697
Gecorrigeerd inkomen uit Werk en woning €17.733 € 684 -/- € 6.570
Persoonsgebonden aftrek (deel restant) -/- € 684
Gecorrigeerd verzamelinkomen €17.733 € 0 -/- € 6.570”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe:
In het onder 2.4 van de rechtbankuitspraak geciteerde rapport van het boekenonderzoek, gedagtekend 15 december 2008, staat voorts:
“7.2 Buitengewone uitgaven […]
De buitengewone uitgaven dienen in het jaar 2003 te worden gecorrigeerd. Als gevolg van de winstcorrecties wijzigt het drempelbedrag.
Ook dient ter berekening van het drempelbedrag het inkomen van [Y] te worden meegenomen (artikel 6.24 lid 3 Wet inkomstenbelasting 2001). Dit is niet gebeurd.
Het drempelbedrag moet als volgt worden berekend:
Aangegeven inkomen uit werk en woning voor persoonsgebonden aftrek |
€ 5.355 |
Correcties op de winst |
€ 12.378 |
€ 17.733 |
|
Verzamelinkomen van [Y] |
€ 12.155 |
€ 29.888 |
Het drempelbedrag wordt dan € 3.347. Hierdoor vervalt de aftrek wegens buitengewone uitgaven.”
Op 18 november 2005 heeft de inspecteur de aanslag conform de aangifte vastgesteld. In de aangifte is het belastbaar inkomen uit werk en woning als volgt berekend:
Winst uit onderneming |
+ 14.870 |
Af: zelfstandigenaftrek |
-/- 5.527 |
Af: meewerkaftrek |
-/- 595 |
Totaal |
8.748 |
Af: premies voor inkomensvoorzieningen |
-/- 3.393 |
Tussentelling |
5.355 |
Af: buitengewone lasten |
-/- 1.697 |
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
3.658 |
Op 19 december 2008 is de navorderingsaanslag conform het controlerapport (zie rechtbankuitspraak onder 2.5) vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.733.
3 Geschil in hoger beroep en incidenteel hoger beroep
Bij het Hof is in geschil
1. Beschikt de inspecteur over een zogenaamd nieuw feit?
Het Hof begrijpt het standpunt van belanghebbende aldus dat indien geen sprake is van een nieuw feit (zodat niet voldaan is aan de voorwaarden voor het opleggen van een navorderingsaanslag), hij zich op het standpunt stelt dat de navorderingsaanslag moet worden vernietigd.
Indien sprake is van een nieuw feit is in geschil:
2. Heeft de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning bij de navorderingsaanslag terecht op € 17.733 vastgesteld?
3. Heeft de inspecteur terecht en voor het juiste bedrag een vergrijpboete opgelegd?
Met betrekking tot het tweede geschilpunt nemen partijen de volgende standpunten in:
Standpunt Belanghebbende |
Standpunt Inspecteur |
|
Winst uit onderneming conform aangifte |
14.870 |
14.870 |
1. Bij: omzetcorrectie |
0 |
+ 8.800 |
2. Bij: minder telefoonkosten |
+ 750 |
+ 1.500 |
3. Bij: minder autokosten |
+ 882 |
+ 882 |
Totaal |
+ 16.502 |
26.052 |
4. Af: zelfstandigenaftrek |
-/- 5.527 |
-/- 4.926 |
5. Af: meewerkaftrek |
-/- 496* |
0 |
Belastbare winst |
+ 10.479 |
21.126 |
6. Af: premies voor inkomensvoorzieningen |
-/- 3.393 |
-/- 3.393 |
7. Buitengewone lasten (persoonsgebonden aftrek) |
-/- 1.407 |
0 |
Verzamelinkomen |
5.679 |
17.733 |
* € 496 = 3% x 16.502
Indien het Hof tot het oordeel komt dat de inspecteur de winst terecht met de posten 1 tot en met 3 heeft verhoogd, is het bedrag aan zelfstandigenaftrek (nr. 4) niet in geschil.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.