Home

Gerechtshof Amsterdam, 06-02-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4414, 12/00480

Gerechtshof Amsterdam, 06-02-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4414, 12/00480

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
6 februari 2014
Datum publicatie
5 november 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:4414
Zaaknummer
12/00480
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 3.151

Inhoudsindicatie

Hoger beroep belanghebbende ongegrond: er is sprake van kwade trouw hetgeen de herziening van de verliesbeschikking rechtvaardigt, de inspecteur heeft terecht een bedrag van niet meer dan € 1.582 aan zakelijke telefoonkosten in aftrek toegestaan.

Uitspraak

Kenmerk 12/00480

6 februari 2014

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/21 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Ten aanzien van belanghebbende is met dagtekening 19 december 2008 een beschikking als bedoeld in artikel 3.151, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB) (verder ook de verliesherzieningsbeschikking) voor het jaar 2004 genomen, vastgesteld naar een verlies uit werk en woning van nihil.

1.2.

Na tegen de verliesherzieningsbeschikking gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 23 november 2010, de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraken van 23 mei 2012 heeft de rechtbank in de onderhavige zaak en in de gelijktijdig behandelde zaken betreffende de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) over het jaar 2003 en de ten aanzien van belanghebbende genomen verliesherzieningsbeschikking voor het jaar 2005, als volgt beslist (in deze uitspraken is belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraken op bezwaar;

-

vermindert de belastingaanslag IB/PVV 2003 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.126;

-

handhaaft de verliesherzieningsbeschikking 2004 op nihil;

-

stelt de verliesherzieningsbeschikking 2005 vast op € 9.460;

-

bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;

-

vermindert de vergrijpboete tot een bedrag van 19% van dat deel van de aanslag dat volgt uit de omzetcorrectie en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;

-

veroordeelt verweerder in de proceskosten van ten bedrage van € 1.092;

- gelast dat verweerder het door [belanghebbende] betaalde griffierecht van € 41 vergoedt.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 3 juli 2012 en aangevuld bij brief van 27 juli 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 3 december 2013 is een nader stuk ontvangen van de inspecteur, waarvan een afschrift is verstrekt aan belanghebbende.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. Onderhavige zaak is tegelijkertijd behandeld met de zaken met kenmerken 12/00479 (IB 2003) en 12/00481 (IB 2005). Al hetgeen in de ene zaak is vermeld of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn vermeld of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

“2.1. Eiser drijft in de in geschil zijnde jaren in de vorm van eenmanszaak een onderneming te [Z]. De ondernemingsactiviteit bestaat uit de exploitatie van een steakhouse c.q. afhaal- grillrestaurant. De handelsnaam luidt: [A].

2.2.

In 2002 heeft bij eiser een boekenonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek betrof onder andere de aanvaarbaarheid van de aangiften Inkomstenbelasting 1997 tot en met 2000. Met betrekking tot dit onderzoek is op 8 maart 2002 onder andere het volgende gerapporteerd:

De adviseur verzorgt de administratie. Dit gebeurt met behulp van de computer, door het bijhouden van Dagboeken, grootboek, saldibalans en kolommenbalans.

Belastingplichtige houdt zelf geen kasboek bij. Er worden slechts kladbriefjes met begin en eindsaldi van het aanwezige kasgeld per week opgemaakt. Deze vormen met de bonnen van de uitgaven een systeem van afgeleide weekontvangsten. Deze manier van administreren van de omzet is absoluut onvoldoende voor het soort bedrijf. Hierdoor gaat veel essentiële informatie verloren die van belang kan zijn voor de berekening van de verschuldigde belasting en daarnaast als bedrijfsinformatie.

Er dient aantekening te worden gehouden van de dagontvangsten. Momenteel is er een kasregister in gebruik waarmee de omzet te bepalen is. De dagelijkse Z-afslagen van het kasregister moeten met ingang van 2002 bewaard blijven. Daarnaast dient er aantekening te worden gehouden van de privéopnamen, de uitgaven, de omzetten en de kassaldi. Op dit systeem moet regelmatig bijvoorbeeld eens per week kascontrole worden toegepast. Er zal binnen 6 maanden na afloop van de controle opnieuw een controlebezoek plaatsvinden om te kijken of voldaan wordt aan de administratieve verplichtingen van artikel 52 van de algemene wet inzake rijksbelastingen.

Een schriftelijke waarschuwing ter zake is bijgevoegd bij het rapport.

2.3.

Bij vaststellingsovereenkomst, d.d. 10 januari 2002, is overeengekomen dat de omzet over de jaren 1997 tot en met 2000 wordt gecorrigeerd waardoor de brutowinstpercentages voor de jaren 1997-2000 uitkomen op:

1997 139% (fl. 175.718 + fl. 10.000)/fl. 132.804)

1998 149% (fl. 166.448 + fl. 22.500)/fl. 126.843)

1999 150% (fl. 174.622 + fl. 27.500)/fl. 134.576)

2000 152% (fl. 208.363 + fl. 5.000)/fl. 140.180)

2.4.

Op 8 oktober 2008 is bij eiser een boekenonderzoek gestart. Onderzocht is onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en premies Waz/Zfw over de jaren 2003, 2004 en 2005. Met betrekking tot de administratie van eiser vermeldt het rapport dat naar aanleiding van het boekenonderzoek is opgesteld het volgende:

Gelet op de aard van de onderneming, de exploitatie van een (afhaal)restaurant, vindt er veel kasverkeer plaats. Een deugdelijke vastlegging van de contante ontvangsten is daarom onontbeerlijk.

Ter zake van de registratie van het contante geldverkeer zijn de volgende gebreken geconstateerd:

- [X] houdt zelf geen kasboek bij

- per week wordt slechts een kladbriefje met een saldo opgemaakt

- de weekontvangsten worden berekend aan de hand van de uitgaven en het aanwezige kasgeld (afgeleide ontvangsten).

- er is geen enkele registratie van de dagelijkse contante ontvangsten

- de weekontvangsten eindigen altijd op een veelvoud van € 10. Dit is, gelet op de prijslijst, niet waarschijnlijk.

- er is – met uitzondering van het jaar 2004 – geen aantekening gehouden van contante privé-opnamen- [X] neemt volgens de bespreking op 22-08-2008 tussen de € 800 en € 1.000 per maand op voor privédoeleinden, deze zijn niet verwerkt in het door de adviseur opgemaakte kasboek.

(…)

4.1.4

Omzetcorrectie

Uit de jaarstukken van eiser volgen de volgende brutowinstpercentages:

2003: 137%

2004: 153%

2005: 125%

Met betrekking tot een vorig boekenonderzoek (1997-2000) is een brutowinstpercentage van 150% acceptabel geacht. Gelet hierop heeft verweerder het brutowinstpercentage met betrekking tot de jaren 2003 en 2005 verhoogd naar 150%. De brutowinstpercentages van de jaren 2003 en 2005 zijn daarom niet acceptabel.

(…)

Correctie: meer omzet / meer winst jaar 2003: € 8.800

Correctie: meer omzet / meer winst jaar 2005: €14.500

4.2

Telefoonkosten

Een deel van de telefoonkosten heeft betrekkin[g] op privé. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden. Over de jaren 2003 tot en met 2005 bedragen de totale telefoonkosten € 11.233.

2003 2004 2005

telefoonkosten € 2.784,00 € 3.793,00 € 4.656,00

privé € 211,00 € 211,00 € 211,00

t.l.v. winst € 2.573,00 € 3.582,00 € 4.445,00

(…)

De totale telefoonkosten bestaan uit rekeningen van het zakelijke telefoonnummer, een mobiel nummer en het privé nummer. Met name op het zakelijke nummer wordt veel buiten de regio (internationaal) en naar betaalde servicenummers (0900) gebeld.

Gelet op de aard van de onderneming, een plaatselijke horecagelegenheid (steakhouse) in [Z], zijn de telefoonkosten erg hoog.

Over de jaren 2003, 2004 en 2005 zal daarom in totaal € 6.000 gecorrigeerd worden.

Correctie: meer winst jaar 2003 € 1.500

Correctie: meer winst jaar 2004 € [Hof: 2.000]

Correctie: meer winst jaar 2005 € 2.500

4.3.

Autokosten

Ten laste van de winst is de volgende kilometervergoeding geboekt:

2003 2004 2005

aantal kilometers 11.150 11.150 11.150

vergoeding € 0,28 € 0,18 € 0,18

t.l.v. winst € 3.112,00 € 2.007,00 € 2.007,00

Een kilometerregistratie van de zakelijk verreden kilometers is niet aanwezig, evenmin een schriftelijke onderbouwing. Ook opvallend is dat het aantal kilometers elk jaar exact hetzelfde is.

Uit de inkoopfacturen blijkt het volgende:

De inkopen welke belastingplichtige zelf doet vinden wekelijks plaats bij [B] en [C], gevestigd te [D] en [E]. De afstand [Z] – [D] en de afstand [Z] – [E] bedraagt ruim genomen 25 kilometer. Gerekend over 52 weken geeft dit 5.200 kilometers. De overige zakelijke kilometers stel ik op 2.800 zodat het totaal op 8.000 kilometers komt. Dit geeft de volgende correcties:

Correctie: meer winst jaar 2003 € 882

Correctie: meer winst jaar 2004 € 567

Correctie: meer winst jaar 2005 € 567

4.4.

Zelfstandigenaftrek

De hoogte van de zelfstandigenaftrek bedroeg in het jaar 2003 € 5.527. Dit bedrag moet gecorrigeerd worden. Na winstcorrecties op de winst van 2003 wordt de zelfstandigenaftrek € 4.926.

Correctie: meer winst jaar 2003 € 601

4.5.

Meewerkaftrek

In de aangifte inkomstenbelasting van het jaar 2003 wordt een meewerkaftrek van € 595 zijnde 4% (= 1.750 uren of meer meewerken) van de winst opgevoerd. De echtgenote van [X], [Y] geniet een WAJong uitkering.

In het fiscaal rapport van het jaar 2004 wordt een meewerkaftrek van € 318 opgevoerd. Ook over dit jaar genoot [Y] een WAJong uitkering.

Uit de administratie is niet gebleken dat [Y] werkzaamheden ten behoeve van de onderneming verricht. De aftrek wordt gecorrigeerd.

Correctie: meer winst jaar 2003 € 595

Correctie: meer winst jaar 2004 € 318

(…)

2.5.

Het gecorrigeerd verzamelinkomen is als volgt vastgesteld:

2003 2004 2005

Vastgesteld verzamelinkomen (box 1) € 3.658 -/- € 9.818 -/- € 24.137

1. Correctie omzet € 8.800 € 14.500

2. Correctie telefoonkosten € 1.500 € 2.000 € 2.500

3. Correctie autokosten € 882 € 567 € 567

4. Correctie zelfstandigenaftrek € 601

5. Correctie meewerkaftrek € 595 € 318

6. Correctie verschil

fiscaal rapport / ingediende aangifte € 7.618

7. Correctie buitengewone uitgaven € 1.697

Gecorrigeerd inkomen uit Werk en woning €17.733 € 684 -/- € 6.570

Persoonsgebonden aftrek (deel restant) -/- € 684

Gecorrigeerd verzamelinkomen €17.733 € 0 -/- € 6.570

2.6.

Over het jaar 2004 is door gemachtigde op 13 mei 2006 aangifte gedaan voor eiser. Deze aangifte bevatte niet voldoende gegevens om de winst van eiser te kunnen vaststellen. Op 20 oktober 2006 heeft gemachtigde alsnog een volledige aangifte voor eiser ingediend over het jaar 2004. De primitieve aanslag over 2004 is door verweerder opgelegd op 6 januari 2007. Daarbij heeft verweerder de aangifte van 13 mei 2006 gevolgd.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan, met dien verstande dat het Hof van het onder 2.6 vermelde feit uitsluitend de eerste volzin overneemt.

2.3.

Aan de door de rechtbank vastgestelde feiten voegt het Hof nog het volgende toe.

2.4.

Belanghebbende heeft op 13 mei 2006, voor zover van belang, als volgt aangifte IB 2004 gedaan:

9 Winst uit oud.: Ondernemersaftrek

bedrag zelfstandigenaftrek

6.585

ondernemersaftrek

6.585

10 Winst uit ond.: Belastbare winst

belastbare winst

-6.585

18 Balansgegevens

[…]

Eindwaarde

Toelichting onroerende zaken

[…]

1

[…]

Eindwaarde

Toelichting roerende zaken

[…]

1

[…]

Eindwaarde

Toelichting schulden

[…]

1

24 Betaalde premies voor inkomensvoorzieningen

[…]

premies particuliere verzekeringen

3.234

premies waz

totaal uitgaven voor inkomensvoorzieningen

3.234

[…]

27 Waarde bezittingen in 2004

[…]

Eindwaarde

Toelichting bank-, giro- en spaartegoeden

[…]

1

[…]

Eindwaarde

Toelichting tweede woning

[…]

1

[…]

Eindwaarde

Toelichting overige onroerende zaken

[…]

1

[…]

Eindwaarde

Toelichting overige bezittingen

[…]

1

[…]

56 Berekening Verzamelinkomen

totaal persoonsgebonden aftrek

1.504

inkomen box 1 voor pga

-9.819

inkomen box 1

-9.819

verzamelinkomen

-9.819

[…]

verzamelinkomen belastingplichtige

-9.819”

2.5.

Op 20 oktober 2006 heeft gemachtigde de inspecteur digitaal een bericht - in de vorm van een aangifte IB 2004 - gestuurd (verder ook het ‘digitale bericht’). Dat bericht bevatte samengevat onder meer de volgende gegevens:

Winst uit onderneming

+ 12.723

 Bij: niet aftrekbare kosten

+ 29

 Af: bijtelling investeringsregelingen

-/- 4.816

Totaal

7.936

 Af: zelfstandigenaftrek

-/- 6.585

 Af: meewerkaftrek

(4% x 7.936 =) -/- 318

Belastbare winst

+ 1.033

 Af: premies voor inkomensvoorzieningen

-/- 3.234

Verzamelinkomen

-/- 2.201

2.6.

Op 6 januari 2007 heeft de inspecteur het verlies over 2004 conform de op 13 mei 2006 ingediende aangifte vastgesteld en wel als volgt:

 het verlies uit werk en woning (exclusief het ondernemingsverlies) op € 3.234;

 het ondernemingsverlies op € 6.585.

Het (totale) verlies uit werk en woning - als bedoeld in artikel 3.151, eerst lid, van de Wet IB - werd derhalve vastgesteld op € 9.819.

2.7.

Op 19 december 2008 is het verlies uit werk en woning - conform het controlerapport (zie onder 2.5 van de uitspraak van de rechtbank) - bij de verliesherzieningsbeschikking vastgesteld op nihil.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Bij het Hof is in geschil:

1. Beschikt de inspecteur over een zogenaamd nieuw feit?

Het Hof begrijpt het standpunt van belanghebbende aldus dat indien geen sprake is van een nieuw feit (zodat niet voldaan is aan de voorwaarden voor het herzien van de verliesvaststellingsbeschikking ), hij zich op het standpunt stelt dat deze beschikking moet worden vernietigd.

Indien sprake is van een nieuw feit is in geschil:

2. Heeft de inspecteur het verlies uit werk en woning bij de verliesherzienings- beschikking van 19 december 2008 terecht op nihil vastgesteld?

Dit geschilpunt spitst zich in hoger beroep toe op de volgende vragen:

A. Heeft belanghebbende recht op een bedrag van € 2.582 aan zakelijke telefoonkosten (hetgeen belanghebbende in hoger beroep verdedigt), dan wel op niet meer dan € 1.582 (zoals de inspecteur stelt)?

Heeft belanghebbende recht op een meewerkaftrek, als bedoeld in artikel 3.78, eerste lid, van de Wet IB, tot een bedrag van 3% van de winst, zoals belanghebbende in hoger beroep stelt, dan wel tot een bedrag van € 227, zoals de rechtbank berekent (en waarmee de inspecteur in hoger beroep akkoord is)?

3.2.1.

Met betrekking tot de inhoudelijke (onder 3.1.2 letters A en B weergeven) geschilpunten nemen partijen de volgende standpunten in:

Standpunt

Belanghebbende

Standpunt

Inspecteur

1. Winst uit onderneming

+ 12.723

+ 12.723

2. Bij: niet aftrekbare kosten

+ 29

+ 29

3. Af: bijtelling investeringsregelingen

-/- 4.816

-/- 4.816

4. Bij: minder telefoonkosten

+ 1.000

+ 2.000

5. Bij: minder autokosten

+ 567

+ 567

Totaal

9.503

10.503

6. Af: zelfstandigenaftrek

-/- 6.585

-/- 6.585

7. Af: meewerkaftrek

-/- 285*

227

Belastbare winst

+ 2.633

3.691

8. Af: premies voor inkomensvoorzieningen

-/- 3.234

-/- 3.234

Verzamelinkomen in beschikking

-/- 601

0**

* 285 = 3% x 9.503;

** telling leidt tot positief inkomen van € 457; doch een verliesvaststellingsbeschikking wordt op (ten hoogste) nihil gesteld.

In bovenstaand overzicht zijn de posten onder de nummers 1 tot en met 3, alsmede 6 en 8, conform het digitale bericht (zie hiervoor onder 2.5); post 5 en 7 zijn conform belanghebbendes in (hoger) beroep ingenomen standpunt.

3.2.2.

Het voorgaande betekent dat indien het Hof met betrekking tot het geschilpunt onder 3.1.2 letter A (de zakelijkheid van de telefoonkosten) tot het oordeel komt dat het standpunt van de inspecteur juist is (hetgeen ertoe leidt dat het door belanghebbende verdedigde inkomen van negatief € 601 met € 1.000 moet worden verhoogd, zodat alsdan de verliesherzieningsbeschikking niet ten onrechte op nihil is vastgesteld), het geschilpunt onder 3.1.2 letter B (het recht op meewerkaftrek) niet meer behoeft te worden behandeld.

3.2.3.

Van belang is voorts dat de inspecteur zich nadrukkelijk op het standpunt gesteld heeft dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor omkering en verzwaring van de bewijslast (als bedoeld in artikel 27e van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR)).

3.3.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing