Gerechtshof Amsterdam, 13-03-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:897, 13/00081
Gerechtshof Amsterdam, 13-03-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:897, 13/00081
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13 maart 2014
- Datum publicatie
- 2 april 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:897
- Zaaknummer
- 13/00081
Inhoudsindicatie
Aanslag is terecht aan belanghebbende opgelegd omdat hij de aanvrager is geweest in de zin van de verordening. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemakat dat de aanslag is opgelegd in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitspraak
kenmerk 13/00081
13 maart 2014
uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk 11/5690 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 30 mei 2011 aan belanghebbende een aanslag op grond van de Verordening Huisrioleringen Amsterdam 2005 (hierna: de Verordening) opgelegd ten bedrage van € 221,70 (hierna: de aanslag).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 14 september 2011, de aanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 20 december 2012, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 31 januari 2013, aangevuld bij brief van 15 maart 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1., 2.3. en 2.4. van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin (evenals in de later in de uitspraak geciteerde overwegingen van de rechtbank) aangeduid als ‘eiser’, de heffingsambtenaar als ‘verweerder’.
“2.1. Tot de stukken van het geding behoort een zogenaamde ‘Aanvraag werkzaamheden aansluitleiding(en)’ [Hof: hierna ook: het aanvraagformulier]. Op dit formulier staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Gegevens aanvrager
Naam en voorletters [X]
Adres [a-straat 1](…)
Bevoegdheid (…)
X Opdrachtgever Beheerder
Gegevens voor factuur/aanslag
Naam en voorletters [X]
Adres[b-straat 1]
Postcode en plaats [postcode] [Z] (…)
Werkzaamheden (…)
X ontstoppen”
Het formulier is door eiser ondertekend.
[…]
Tot de gedingstukken behoort een brief van 5 april 2011 van Waternet, afdeling Afvalwater Onderhoud Riolering, gericht aan eiser. In deze brief staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“De kosten voor de eigenaar/opdrachtgever voor het inspecteren/ontstoppen in openbare weg zijn afhankelijk van de oorzaak van de verstopping. Men krijgt geen rekening als het probleem in de openbare weg wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld boomwortels of een verzakte of gebroken huisaansluitleiding. Deze oorzaak moet wel door Waternet geconstateerd zijn.
Uw veronderstelling dat Waternet de kosten draagt voor het verhelpen van een verstopping in de huisaansluitleiding in de openbare weg is niet correct. Verhelpen van verstoppingen in het gemeentelijk hoofdrioolstelsel zijn wel voor rekening van Waternet.
De werkzaamheden uitgevoerd op 15 maart 2011 in de [a-straat] bij perceel [1] hebben geen gebreken aangetoond. De kosten van € 221,70 voor het ontstoppen van de hemelwateraansluitleiding worden binnenkort bij u in rekening gebracht volgens Verordening Huisriolering Amsterdam 2005 (tabel 2011).”
Aan eiser is ter zake van het ontstoppen van de aansluitleiding de onderhavige aanslag gezonden voor het hiervoor genoemde bedrag van in totaal € 221,70.”
Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat ook het Hof van die, niet betwiste, feiten uit.
Het Hof voegt hieraan nog de volgende feiten toe.
In het aanvraagformulier staat – voor zover hier van belang en voor zover hiervoor nog niet geciteerd – het volgende:
“Formulieren die niet correct zijn ingevuld, kunnen niet in behandeling worden genomen.
Aan deze werkzaamheden zijn kosten verbonden. De kosten zullen worden berekend op grond van de tarieven vermeld in de tabel behorende bij de Verordening huisrioleringen Amsterdam 2005. De ambtenaar belast met de heffing van huisrioleringsrechten legt aan de aanvrager […] ter zake een belastingaanslag op.”
Bij “aanvrager” is door belanghebbende zijn naam ingevuld waarna hij het formulier heeft ondertekend. Abusievelijk is op het formulier als datum 15 januari 2011 ingevuld. De aanvraag is echter op 15 maart 2011 is ondertekend.
In de uitspraak op bezwaar staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“In het geval een aansluitleiding, welke goed ligt in de openbare weg, verstopt raakt , ontvangt de eigenaar/opdrachtgever voor het ontstoppen te allen tijde een rekening in de vorm van een aanslag.”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de heffingsambtenaar de onderhavige aanslag terecht heeft opgelegd aan belanghebbende.