Home

Gerechtshof Amsterdam, 13-03-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:966, 12/00698 en 12/00699

Gerechtshof Amsterdam, 13-03-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:966, 12/00698 en 12/00699

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
13 maart 2014
Datum publicatie
2 april 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:966
Zaaknummer
12/00698 en 12/00699
Relevante informatie
Waterschapswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 116, Waterschapswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 122d

Inhoudsindicatie

Op de aanslagen in de waterschapsbelasting is de woonruimte aangeduid overeenkomstig de in de GBA opgenomen gegevens daarover. Het geringe verschil tussen deze aanduiding en de door belanghebbende zelf gehanteerde aanduiding van de woonruimte doet aan de kenbaarheid geen afbreuk.

Uitspraak

kenmerk 12/00698 en 12/00699

13 maart 2014

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op de hogere beroepen van

[X] te [Z] belanghebbende,

gemachtigde: [D]te [Q]

tegen

de uitspraken met kenmerk AWB 11/2673 en AWB 11/2674 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank), in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 maart 2011 voor het jaar 2010 aan belanghebbende een aanslag watersysteemheffing ingezetenen opgelegd naar een bedrag van € 81,33 en een aanslag zuiveringsheffing van € 53,04.

1.1.2.

Met dagtekening 31 maart 2011 heeft de heffingsambtenaar voor het jaar 2011 aan belanghebbende een aanslag watersysteemheffing ingezetenen opgelegd naar een bedrag van € 84,89 en een aanslag zuiveringsheffing van € 54.

1.1.3.

De hiervoor genoemde aanslagen zijn aan belanghebbende opgelegd ter zake van de woonruimte [astraat] [1A] te Amsterdam.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken van 16 september 2011 de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de heffingsambtenaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraken van 2 augustus 2012 heeft de rechtbank de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

De tegen deze uitspraken ingestelde hogere beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 11 september 2012. De heffingsambtenaar heeft verweerschriften ingediend.

1.5.

Bij brief van 16 januari 2014 heeft belanghebbende voor beide procedures nadere stukken ingestuurd, waarvan een afschrift aan de heffingsambtenaar is gezonden.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 januari 2014. Gelijktijdig en met instemming van partijen zijn ter zitting behandeld de door de gemachtigde ingestelde hogere beroepen ingeschreven onder kenmerk 12/00698, 12/00699, 12/01103 t/m 12/001105 en 13/00442, alsmede het door de heffingsambtenaar ingestelde hoger beroep ingeschreven onder kenmerk 13/00456. Deze hogere beroepen betreffen voor de jaren 2010, 2011 en 2012 door de heffingsambtenaar opgelegde aanslagen watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing ter zake van als woonruimte in gebruik zijnde appartementen op de [astraat] [1] (kenmerk 12/00698, 12/00699, 12/01103 t/m 12/001105 en 13/00456) en [astraat][2] (kenmerk 13/00442), alle te Amsterdam. Al hetgeen in één van deze zaken is vermeld of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn vermeld of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) ingeschreven als bewoner van [astraat] [1A], [POSTCODE] Amsterdam, gedurende de periode 1 januari 2010 tot 1 juni 2011. In de GBA is tevens opgenomen dat belanghebbende van 1 januari 2010 tot 1 januari 2010 was ingeschreven op [astraat] [1B], welke inschrijving blijkens een daarachter geplaatst teken ongedaan is gemaakt.

2.2.

Het pand [astraat] [1], eigendom van de gemachtigde, bestaat uit een [...] en een achterhuis. In het pand bevinden zich tien appartementen die door de eigenaar worden verhuurd. Belanghebbende was op 1 januari 2010 en op 1 januari 2011 een van de huurders van het appartement op de tweede verdieping [...].

2.3.

Met dagtekening 28 oktober 2010 heeft de gemachtigde namens belanghebbende bezwaar gemaakt tegen aan belanghebbende ter zake van [astraat] [1B] opgelegde aanslagen voor het tijdvak september – december 2010, gedagtekend 30 september 2010. In dit bezwaar heeft de gemachtigde onder meer het volgende geschreven:

[Belanghebbende] houdt geen verblijf in [astraat] [1B] (…). [Belanghebbende] houdt verblijf in [astraat] [1A], het appartement op de tweede verdieping [...].

2.4.

Aan het appartement op de tweede verdieping [...] is krachtens het besluit [BESLUITNUMMER]van 28 maart 2011 van het dagelijks bestuur van het stadsdeel[STADSDEELNAAM] van de gemeente Amsterdam het huisnummer [1C] toegekend.

3 Geschil

Evenals bij de rechtbank is in geschil of de opgelegde aanslagen vanwege een onjuiste tenaamstelling casu quo aanduiding van de bij belanghebbende in gebruik zijnde woonruimte nietig zijn dan wel zijn opgelegd in strijd met een of meer algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing