Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1130, 12/01147, 12/01148, 12/01149
Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1130, 12/01147, 12/01148, 12/01149
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 maart 2015
- Datum publicatie
- 1 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:1130
- Zaaknummer
- 12/01147, 12/01148, 12/01149
Inhoudsindicatie
Het Hof oordeelt dat het product oligofructose bestaande uit fructo-oligosacharide en andere suikers (glucose, fructose en sacharose) moet worden ingedeeld onder onderverdeling 1702 90 95 van de GN. Het product kan niet als inuline (post 1108) worden ingedeeld omdat de objectieve kenmerken en eigenschappen van inuline niet overeenkomen met die van het onderhavige product. Ook indeling als ‘chemisch zuivere suiker’ (post 2940) is niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van 8% andere stoffen dan de oligofructose die aan de kwalificatie ‘chemisch zuiver’ in de weg staat. De oligofructose is ook geen inulinestroop omdat er geen sprake is van meer dan 10% vrije fructose. De aanwezige oligosachariden kwalificeren voor de toepassing van de GN als suikers zodat het product wordt ingedeeld onder de restpost 1702 90 95. Post 1702 stelt hiervoor geen eisen aan de zoetkracht.
Uitspraak
kenmerken: 12/01147, 12/01148, 12/01149
12 maart 2015
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[X] , gevestigd te[Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/3218 tot en met 11/3220 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op 15 september 2010 een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) aangevraagd voor een product met de handelsbenaming “[A] [1]”.
Belanghebbende heeft op 1 oktober 2010 een BTI aangevraagd voor een product met de handelsbenaming “[A] [2]”.
Belanghebbende heeft op 5 oktober 2010 een BTI aangevraagd voor een product met de handelsbenaming “[A] [3]”.
Op 8 november 2010 heeft de inspecteur een BTI afgegeven voor het product bedoeld onder 1.1.1. Het product is daarbij ingedeeld onder onderverdeling 1702 90 95 van de gecombineerde nomenclatuur (GN).
Op 8 november 2010 heeft de inspecteur een BTI afgegeven voor het product bedoeld onder 1.1.2. Het product is daarbij ingedeeld onder GN-onderverdeling 1702 90 95.
Op 8 november 2010 heeft de inspecteur een BTI afgegeven voor het product bedoeld onder 1.1.3. Het product is daarbij ingedeeld onder GN-onderverdeling 1702 90 95.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de BTI’s. Bij uitspraken op bezwaar van 27 april 2011 heeft de inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard en de BTI’s gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank. Bij uitspraak van 9 november 2012 heeft de rechtbank de ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
De tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 7 december 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft, gedagtekend 15 juli 2013, een conclusie van repliek ingediend. De inspecteur heeft op 16 september 2013 een conclusie van dupliek ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld, waarbij belanghebbende wordt aangeduid als “eiseres” en de inspecteur als “verweerder”:
“2.1.1. Verweerder heeft in de bti met het referentienummer NL RTD-2010-[xxx1] het product [A] [1] als volgt omschreven:
“7 Omschrijving van het goed
Een doorzichtige stroop geschikt voor menselijke consumptie, met –volgens opgave– de volgende ingrediënten:
- Fructo-oligosacharide en andere suikers (glucose, fructose, sacharose).
Het product is geen zuivere chemisch stof zoals bedoeld bij GS-post 2940 van de gecombineerde nomenclatuur. Het product wordt aangeboden in kunststof bulk containers met een inhoud van ongeveer 1000 kg.
8 Handelsbenaming en aanvullende gegevens
[A] [1]
92% Fructo- oligosacharide en 8% andere suikers.”
Verweerder heeft in de bti met het referentienummer NL RTD-2010-[xxx2] het product [A] [2] als volgt omschreven:
“7 Omschrijving van het goed
Een licht bruine stroop geschikt voor menselijke consumptie, met –volgens opgave– de volgende ingrediënten:
- Fructo-oligosacharide en andere suikers (glucose, fructose, sacharose).
Het product is geen zuivere chemisch stof zoals bedoeld bij GS-post 2940 van de gecombineerde nomenclatuur. Het product wordt aangeboden in kunststof bulk containers met een inhoud van ongeveer 1000 kg.
8 Handelsbenaming en aanvullende gegevens
[A] [2]
92% Fructo-oligosacharide en 8% andere suikers.”
Verweerder heeft in de bti met het referentienummer NL RTD-2010-[xxx3] het product [A] [3] als volgt omschreven:
“7 Omschrijving van het goed
Een poeder geschikt voor menselijke consumptie, met –volgens opgave– de volgende ingrediënten:
- Fructo-oligosacharide en andere suikers (glucose, fructose, sacharose).
Het product is geen zuivere chemisch stof zoals bedoeld bij GS-post 2940 van de gecombineerde nomenclatuur. Het product wordt aangeboden in papieren zakken met een inhoud van ongeveer 20 kg.
8 Handelsbenaming en aanvullende gegevens
[A] [3]
92% Fructo- oligosacharide en 8% andere suikers.”
Een monster van het product [A] [1] is onderzocht door het laboratorium van de douane. In de brief van 15 oktober 2010 van het laboratorium is, voor zover hier van belang, vermeld:
“(…)
Bij onderzoek bevonden:
Opgave volgens belanghebbende op de drogestof: 92% Fruto-oligosacharide, 8% andere suikers (glucose, fructose, sacharose).
Uiterlijke kenmerken: doorzichtige stroop.
Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:
Door aanwezigheid van glucose, fructose en sacharose is het product geen chemisch zuivere stof bedoelt bij post 2940, zie GS-toelichting op hoofdstuk 29 onder A.
Indeling onder de beoogde indeling van 2940.0000 kan dan niet. Het product bevat in droge toestand volgens opgave minder dan 10% vrije fructose of in de vorm van sacharose en kan daarom niet ingedeeld worden onder tariefposten 1702.6080 en 1702.9080 (zien aanvullende GN-aantekening 6 op hoofdstuk 17)
Dergelijke producten worden ingedeeld onder post 1702.9095.00 zijnde:
Andere suiker
(…)”
Tot de gedingstukken behoort een ‘information sheet- Samenstelling [A] [1]’ van 13 september 2010. Hierin is, voor zover hier van belang, vermeld:
“Specificatie [A] [1]
[A] is een oligofructose stroop met een droge stof gehalte van ca 75%. Grondstof voor [A] is inuline geëxtraheerd met warm water uit cichorei wortelen. De inuline wordt gedeeltelijke gehydrolyseerd met een enzym tot oligofructose. Oligofructose heeft een ketenlengte van 2 tot 10 fructose eenheden. Kenmerkend voor [A] is de zoete smaak en hoog vezel gehalte (oligofructose): 92% ± 2. Het gehalte aan suikers en fructose, glucose en sucrose is 8% ± 2
(…)”
Tot de gedingstukken behoort een ‘information sheet - Samenstelling [A] [2]’ van 29 september 2010. Hierin is, voor zover hier van belang, vermeld:
“Specificatie [A] [2]
[A] [1] is een oligofructose stroop met een droge stof gehalte van ca 75%. Grondstof voor [A] is inuline geëxtraheerd met warm water uit cichorei wortelen. De inuline wordt gedeeltelijke gehydrolyseerd met een enzym tot oligofructose. Oligofructose heeft een ketenlengte van 2 tot 10 fructose eenheden. Kenmerkend voor [A] is de caramelachtige smaak, licht gele kleur en hoog vezelgehalte (obligofructose): 92% ± 2. Het gehalte aan suikers en fructose, glucose en sucrose is 8% ± 2.
(…)”
Tot de gedingstukken behoort een ‘information sheet - Samenstelling [A] [3]’ van 30 september 2010. Hierin is, voor zover hier van belang, vermeld:
“Specificatie [A] [3]
[A] [1] is een oligofructose poeder met een droge stof gehalte van ›96%. Grondstof voor [A] is inuline geëxtraheerd met warm water uit cichorei wortelen. De inuline wordt gedeeltelijke gehydrolyseerd met een enzym tot oligofructose en vervolgens gedroogd tot een poeder. Oligofructose heeft een ketenlengte van 2 tot 10 fructose eenheden. Kenmerkend voor [A] is het hoge vezelgehalte (oligofructose): 92% ± 2 en de poedervorm. Het gehalte aan suikers (fructose, glucose en sucrose ) is 8% ± 2.
(…)”
Tot de gedingstukken behoort een e-mailbericht van [B] aan [C], beiden medewerkers van de Belastingdienst/Douane, van 19 oktober 2010 over de ‘Tariefindeling [A]” waarin, voor zover hier van belang, is vermeld:
“In je faxberichten van 5 en 6 oktober heb je aan [D] advies gevraagd betreffende het product [A]. Omdat het een inulinestroop betreft die verkregen is door inuline gedeeltelijk af te breken tot fructo-oligoscachariden, is indeling onder H.29 niet mogelijk en adviseren wij voor indeling onder post 1702.9095.00. Volgens opgave bevat het product ook nog de suikers fructose, glucose en sacharose.
Recentelijk hebben we BTI-aanvraag SAF-2010-[xxx4], betreffende het product [A] [1] onderzocht en de monsteruitslag wordt deze week opgestuurd (advies 1702.9059.00). In je faxbericht wordt het product [A] [2] (SAF [xxx5]) genoemd. Voor zover ik uit de opgestuurde informatie kan afleiden, heeft het product dezelfde samenstelling als product [1]. Voor dit product adviseren wij dus ook voor indeling onder post 1702.9095.00. Naast deze twee vloeibare producten is er ook een derde variant [A] [3] (SAF [xxx6]), die volgens de opgave bestaat uit een poeder. De samenstelling op de drogestof (…) is echter exact hetzelfde als de twee varianten [1] en [2], dus ik vermoed dat het enige verschil is dat de variant [3] gedroogd is, waarbij al het vocht verdwenen is. Ook voor het product [3] adviseren wij voor indeling onder 1702.9095.00.
(…)
[B], hoofdscheikundige
Douane Laboratorium
(…)”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of de onderhavige producten dienen te worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 1702 90 95, zoals de inspecteur voorstaat, dan wel onder GN-onderverdeling 1108 20 00 (inuline) of GN-onderverdeling 2940 00 00 (chemisch zuivere suiker), zoals belanghebbende bepleit.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.