Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1132, 14/00376, 14/00377 en 14/00378
Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1132, 14/00376, 14/00377 en 14/00378
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 maart 2015
- Datum publicatie
- 1 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:1132
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2702
- Zaaknummer
- 14/00376, 14/00377 en 14/00378
Inhoudsindicatie
De ontvanger heeft terecht een kostenvergoeding toegekend op basis van een wegingsfactor van 0,25.
Uitspraak
Kenmerken 14/00376, 14/00377 en 14/00378
12 maart 2015
uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende], te [vestigingsplaats], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken AWB 13/3090, 13/3091 en 13/3277 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de ontvanger van de Belastingdienst,
de ontvanger.
1 Ontstaan en loop van het geding
De ontvanger heeft belanghebbende met dagtekening 27 november 2012 een aanmaning tot betaling gezonden met betrekking tot de naheffingsaanslag loonheffing met aanslagnummer [aanslagnummer]. Ter zake is € 7 aan aanmaningskosten in rekening gebracht.
De ontvanger heeft belanghebbende met dagtekening 17 januari 2013 een aanmaning tot betaling gezonden met betrekking tot de naheffingsaanslag loonheffing met aanslagnummer [aanslagnummer]. Ter zake is € 7 aan aanmaningskosten in rekening gebracht.
De ontvanger heeft belanghebbende met dagtekening 21 februari 2013 een aanmaning tot betaling gezonden met betrekking tot de naheffingsaanslag loonheffing met aanslagnummer [aanslagnummer]. Ter zake is € 7 aan aanmaningskosten in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen de onder 1.1.1., 1.1.2, en 1.1.3. gemelde aanmaningskosten telkens tijdig bezwaar gemaakt en daarbij steeds verzocht om een kostenvergoeding.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de ontvanger de bezwaren gegrond verklaard en de aanmaningskosten terug gebracht tot nihil. Daarbij heeft hij telkens een kostenvergoeding toegekend van € 59.
Belanghebbende is tegen de uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank.
Bij uitspraak van 14 april 2014 heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
De tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 27 mei 2014. Het is aangevuld bij brief van 30 juni 2014. De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van belanghebbende zijn op verschillende data nadere stukken ingekomen bij brieven gedagtekend 26 februari 2015. Afschriften daarvan zijn aan de ontvanger gezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De bezwaarschriften tegen de aanmaningskosten houden alle in dat ten onrechte is aangemaand omdat bezwaar is aangetekend tegen de desbetreffende belastingaanslag/boetebeschikking en in dat bezwaar tevens om uitstel van betaling is verzocht.
De bezwaren zijn volgens de uitspraken op bezwaar alle gegrond verklaard omdat in de bezwaarschriften tegen de naheffingsaanslagen tevens uitstel van betaling is gevraagd. De uitspraken op bezwaar melden alle: “Per abuis is het uitstel echter destijds niet tijdig verleend”.
De bij de uitspraken op bezwaar toegekende kostenvergoeding beloopt telkens € 59, zijnde 1 punt wegens het indienen van bezwaar (€ 235) met een wegingsfactor 0,25.
3 Geschil in hoger beroep
Bij het Hof is evenals bij de rechtbank uitsluitend in geschil of de ontvanger een juiste wegingsfactor heeft gehanteerd bij het toekennen van de kostenvergoeding voor de behandeling van de zaak in de bezwaarfase.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.