Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1317, 14/00431

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1317, 14/00431

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 maart 2015
Datum publicatie
15 april 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:1317
Zaaknummer
14/00431

Inhoudsindicatie

Van belanghebbendes beroepsmatig optredende professionele gemachtigde mag worden verwacht dat hij met de regel van het invorderingsbeleid, die inhoudt dat indien de juistheid van een belastingaanslag wordt betwist alleen uitstel wordt verleend voor het betwiste gedeelte van de aanslag, bekend is. De kennis van belanghebbendes gemachtigde moet aan belanghebbende worden toegerekend. De ontvanger heeft belanghebbende terecht aangemaand.

Uitspraak

Kenmerk 14/00431

12 maart 2015

uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 13/4574 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de ontvanger van de Belastingdienst,

de ontvanger.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De ontvanger heeft belanghebbende met dagtekening 20 augustus 2013 een aanmaning tot betaling gezonden met betrekking tot de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2010 (hierna: de aanslag). Ter zake is belanghebbende € 15 in rekening gebracht.

1.2.

Na tegen de in rekening gebrachte kosten gemaakt bezwaar heeft de ontvanger bij uitspraak gedagtekend 17 oktober 2013, het bezwaar afgewezen. De ontvanger heeft geen kostenvergoeding toegekend.

1.3.

Bij uitspraak van 14 mei 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is gedagtekend 25 juni 2014 en bij het Hof ingekomen op 27 juni 2014. Het is aangevuld bij brief van 20 juli 2014. De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 maart 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het hof vindt aanleiding de feiten zelfstandig vast te stellen.

2.1.

De aanslag is met dagtekening 21 juni 2013 opgelegd conform de door belanghebbende gedane aangifte en resulteert in een te betalen bedrag van € 1.177.

2.2.

Belanghebbendes gemachtigde heeft tegen de aanslag bezwaar gemaakt bij brief van 25 juli 2013. De aan de inspecteur verzonden brief luidt – voor zover hier van belang – als volgt:

Bezwaarschrift + verzoek om uitstel van betaling

Betreft: IB/PH

Jaar: 2010

Aanslagnr.: [aanslagnummer]

T.n.v.: Mw. [X], [A-straat 1] [Z].

Bestreden bedrag: € 1.177,00

Hoorn, 25 juli 2013

Geachte Inspecteur,

Hierbij tekent ondergetekende, J.A. Klaver, namens zijn cliënte, mevrouw [X], bezwaar aan tegen de haar opgelegde aanslag IB/PH over het jaar 2010, cliënte opgelegd onder bovengenoemd aanslagnummer.

De redenen, dat ondergetekende zich met cliënte niet kan verenigen met de juistheid van deze aanslag, zijn:

dat cliënte bij u aangifte heeft gedaan;

dat cliënte in haar aangifte uitkwam op een aangegeven inkomen van € 18.568,00;

dat u het inkomen van cliënte echter hebt vastgesteld op € 18.921,00;

dat u de cliënte toekomende arbeidskorting hebt aangemerkt als ontvangen fooien;

dat dit onjuist is;

dat u had kunnen zien, dat dit bedrag de door haar werkgevers in aanmerking genomen arbeidskorting was;

dat u cliënte een arbeidskorting had toebedeeld van € 203,00, waar dat € 353,00 had moeten zijn;

dat derhalve de door u aangebrachte correctie op de aangifte onjuist was;

dat cliënte dan ook mag rekenen op een verlaging van de door u opgelegde aanslag van € 299,00.”

2.3.

Van de zijde van de ontvanger is geen uitstel van betaling verleend omdat de inspecteur het verzoek om uitstel van betaling niet heeft doorgestuurd. De ontvanger heeft belanghebbende nadat de op het aanslagbiljet vermelde betalingstermijn was verstreken aangemaand de aanslag te betalen. Daarbij is € 15 aan kosten in rekening gebracht.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Bij het Hof in geschil of de ontvanger terecht heeft aangemaand en aanmaningskosten in rekening heeft gebracht, en – in verband daarmee – of belanghebbende terecht aanspraak maakt op veroordeling van de ontvanger in de (proces)kosten.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing