Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1724, 14/00353
Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1724, 14/00353
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 maart 2015
- Datum publicatie
- 20 mei 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:1724
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2812
- Zaaknummer
- 14/00353
- Relevante informatie
- Wet milieubeheer [Tekst geldig vanaf 30-03-2024 tot 01-01-2025] art. 15.33
Inhoudsindicatie
Aanslag afvalstoffenheffing. Belanghebbende is kleinzoon van een oud-KNIL-militair die na opheffing van het KNIL in Nederland is komen te verblijven. Niet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar het Hof is de bevoegde hoger beroepsinstantie. Hieraan doet niet af het feit dat belanghebbende zijn rechten baseert op de omstandigheid dat hij kleinzoon is van een ex-KNIL-militair en de regelingen die betrekking hebben op deze ex-militairen en hun gezinsleden. Omdat belanghebbende bezwaar en (hoger) beroep heeft ingesteld tegen de aanslag is het Hof bevoegd, ongeacht de gronden waarop het beroep rust.
In geschil is de heffing en niet de invordering aan de orde, zodat het Hof geen oordeel kan geven over de invordering.
Uitspraak
kenmerk 14/00353
12 maart 2015
uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: [A]
tegen de uitspraak van 7 april 2014 in de zaak met kenmerk AMS 13/3659 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 31 maart 2013 aan belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd ten bedrage van € 334 (hierna ook: de aanslag).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 4 juni 2013, de aanslag gehandhaafd.
Het hiertegen ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 16 mei 2014. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Op 21 januari 2015 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de heffingsambtenaar.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Belanghebbende is een kleinzoon van [B], een ex-militair van het Koninklijk Nederlands-Indonesische Leger (hierna: KNIL) van Ambonese afkomst, die na de opheffing van het KNIL in Nederland is komen te verblijven.
Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd (hierna ook: de aanslag). De aanslag betreft de onroerende zaak aan de [adres], te [Z]. Belanghebbende is gebruiker van dit perceel. Er is sprake van gebruik door een meerpersoonshuishouden.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is (i) de bevoegdheid van het gerechtshof om kennis te nemen van het hoger beroep en (ii) of de aanslag bij belanghebbende kan worden ingevorderd.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, alsmede het verhandelde ter zitting.