Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:206, 14/00193
Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:206, 14/00193
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 januari 2015
- Datum publicatie
- 4 februari 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:206
- Zaaknummer
- 14/00193
Inhoudsindicatie
Proceskostenvergoeding. Kosten van beroepsmatige rechtsbijstand die is verleend bij de voorbereiding van het bezwaarschrift kunnen ook voor vergoeding in aanmerking komen.
Uitspraak
kenmerk 14/00193
22 januari 2015
uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: J.D.A. van Velsen (Van Velsen Project Management te Soest)
tegen de uitspraak van 20 maart 2014 in de zaak met kenmerk AWB 13/3995 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 28 februari 2013 krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken de waarde van de onroerende zaak [adres] te [Z] voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 280.000. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerende-zaakbelastingen 2013 bekendgemaakt.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 8 augustus 2013, de waarde verminderd tot € 240.000 en het verzoek om toekenning van een kostenvergoeding voor de bezwaarfase afgewezen. Bij afzonderlijke beschikking van 15 augustus 2013 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende alsnog een proceskostenvergoeding toegekend van € 117,50.
Tegen de beslissing omtrent de proceskosten in de uitspraak op bezwaar heeft belanghebbende beroep ingesteld. Bij uitspraak van 20 maart 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 3 april 2014. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, waarop door de heffingsambtenaar is gereageerd bij conclusie van dupliek.
Op 23 juni 2014 is een nader stuk ontvangen van belanghebbende. Dit is in afschrift verstrekt aan de heffingsambtenaar.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Tot de gedingstukken behoort een door belanghebbende op (blijkens de dagtekening) 11 maart 2013 ondertekende machtiging voor de gemachtigde “om voor en namens ondergetekende het bezwaarschrift tegen de WOZ-waarde van het [in 1.1 genoemde object] op te stellen en het vervolg verder met de gemeente/Rechtbank af te handelen”, alsmede een aan belanghebbende gerichte nota van de gemachtigde van diezelfde datum betreffende “Advies en opstellen bezwaarschrift m.b.t. WOZ-waarde” ad € 242 inclusief BTW.
Het bezwaarschrift is ondertekend door belanghebbende. Daarin is onder meer vermeld dat omtrent het horen contact kan worden opgenomen met de gemachtigde en dat belanghebbende deze heeft gemachtigd om ook het verdere verloop van het bezwaarschrift af te handelen. Tevens wordt verzocht om een vergoeding van de gemaakte kosten ad € 242; daarbij is vermeld dat de kosten zijn gemaakt voor “beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor het advies en het opstellen van dit bezwaarschrift”.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil de hoogte van de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase.