Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2111, 14/00255

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2111, 14/00255

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 maart 2015
Datum publicatie
10 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:2111
Zaaknummer
14/00255
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat hij met zijn berekening van de waarde in voldoende mate en (uiteindelijk) op consistente wijze rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de woning wat betreft (met name) geluidsoverlast, ligging en staat van onderhoud.

Uitspraak

kenmerk 14/00255

12 maart 2015

uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X bv] te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak van 10 maart 2014 in de zaak met kenmerk AWB 12/4641 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Uitgeest, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 29 februari 2012 de waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [Z] (hierna ook: de woning) naar de waardepeildatum 1 januari 2011 vastgesteld op € 323.000 (hierna: de WOZ-waarde), bij een op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) genomen beschikking voor het kalenderjaar 2012. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerendezaakbelasting 2012 bekend gemaakt (hierna: de aanslag).

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 17 september 2012, de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de waarde verminderd tot € 300.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 16 april 2014, aangevuld bij brief van 12 mei 2014. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak, waarin belanghebbende als eiseres wordt aangeduid en de heffingsambtenaar als verweerder, de volgende feiten opgenomen.

“Eiseres is eigenaar van de woning. De woning is een vrijstaande woning met aan de rechterachterzijde een aanbouw. De woning is gebouwd omstreeks 1931.”

2.2.

Nu partijen daartegen geen bezwaren hebben geuit, gaat het Hof ook van die feiten uit.

3 Geschil in hoger beroep

In geschil is of de waarde van de woning, zoals die door de rechtbank schattenderwijs (in goede justitie) is vastgesteld, te hoog is.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing