Home

Gerechtshof Amsterdam, 04-06-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3012, 14/00634

Gerechtshof Amsterdam, 04-06-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3012, 14/00634

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
4 juni 2015
Datum publicatie
29 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:3012
Zaaknummer
14/00634
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

WOZ waardepeildatum 1 januari 2011. De woning is verkocht op 13 oktober 2012. Het Hof is van oordeel dat de rechtbank terecht haar oordeel mede heeft gebaseerd op deze transactiegegevens. De verkoopprijs van de woning vormt een sterke aanwijzing dat de door de rechtbank vastgestelde waarde niet te laag is. Van belang is voorts dat de woning zich qua uitstraling negatief onderscheidt van de vergelijkingsobjecten.

Uitspraak

kenmerk 14/00634

4 juni 2015

uitspraak van de derde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Heiloo, de heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak van 7 juli 2014 in de zaak met kenmerk AWB 13/154 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X] te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. M.B.A.C. Hasselman RB (WOZ-specialisten) te Zevenbergen

en

de heffingsambtenaar

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking, gedagtekend 23 oktober 2012, de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z] (hierna: de woning), op de waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 327.000.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 17 december 2012, de vastgestelde waarde verlaagd naar € 252.000.

1.3.

Bij gerectificeerde uitspraak van 7 juli 2014, heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard en de waarde verlaagd naar € 231.000.

1.4.

Het tegen deze uitspraak betreffende de WOZ-beschikking ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 18 augustus 2014, en aangevuld bij brief van 29 augustus 2014. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak (waarin belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’) de volgende feiten vastgesteld:

“1.1. Verweerder heeft de WOZ-waarde van eisers woning aan de [a-straat 1] te [Z] voor het belastingjaar 2012 aanvankelijk vastgesteld op € 327.000 en vervolgens bij de bestreden uitspraak verlaagd naar € 252.000. Verweerder is daarbij uitgegaan van de waardepeildatum 1 januari 2011.

1.2.

Eisers woning is een vrijstaande woning, gebouwd in 1915, met een inhoud van 249 m3, op een perceel van 362 m2, en voorzien van een berging.”

2.1.2.

Nu partijen geen bezwaren tegen deze feiten hebben ingebracht, gaat het Hof ook van die feiten uit. Het Hof vult daar nog de volgende feiten aan toe:

2.2.

De woning is op 13 oktober 2012 voor € 194.000 verkocht. De woning is gekocht door de bewoners van het naastgelegen pand. Deze nieuwe eigenaren hebben het pand na aankoop afgebroken en het perceel bij hun perceel betrokken.

3 Geschil in hoger beroep

Bij het Hof is in geschil of de rechtbank de WOZ-waarde te laag heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de heffingsambtenaar bevestigend.

4 Beoordeling van het geschil

5 5. Kosten

6 Beslissing