Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-07-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3453, 14/00190

Gerechtshof Amsterdam, 23-07-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3453, 14/00190

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 juli 2015
Datum publicatie
2 september 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:3453
Zaaknummer
14/00190
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 6.17,

Inhoudsindicatie

Aannemelijk dat behandelingen door de fysiotherapeut en acupuncturist onder rechtstreeks toezicht van een arts worden uitgevoerd. Op grond van het vorenoverwogene kunnen de reiskosten voor het vervoer naar en van de fysiotherapeut en acupuncturist worden gekwalificeerd als uitgaven voor specifieke zorgkosten in de zin van de Wet IB 2001.

Uitspraak

kenmerk 14/00190

23 juli 2015

uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 13/3961 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) van 6 maart 2014 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2009 opgelegd, gedagtekend 21 november 2012. De aanslag is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.245.

1.2.Het tegen deze aanslag gemaakte bezwaar is bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 27 augustus 2013, gegrond verklaard. De aanslag is verminderd tot een berekend naar en belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.325.

1.3.

Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep bij de rechtbank is gegrond verklaard, waarbij de aanslag is verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.469.

1.4.

Het tegen deze rechtbankuitspraak ingestelde hoger beroep is bij het gerechtshof ingekomen op 31 maart 2014. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Met dagtekening 11 februari 2015 heeft belanghebbende nadere stukken ingezonden. Een afschrift daarvan is aan de inspecteur gezonden.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 februari 2015. Aldaar zijn de zaken van belanghebbende en van [X-A] (kenmerk 14/00191) gelijktijdig behandeld. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is gezonden bij brief van 12 maart 2015.

1.7.

De inspecteur heeft bij brief van 10 maart 2015 nadere stukken ingezonden, waarop belanghebbende heeft gereageerd bij brief van 30 maart 2015.

1.8.

Naar aanleiding van de aan partijen gezonden uitnodiging voor een nader onderzoek ter zitting en het abusievelijk nogmaals verzenden van het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting op 25 februari 2015 is met partijen telefonisch overleg gepleegd. Daarbij is de inspecteur de gelegenheid geboden schriftelijk te reageren op het stuk van belanghebbende van 30 maart 2015. De inspecteur heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt met zijn brief van 29 mei 2015. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij brief van 16 juni 2015.

1.9.

Partijen hebben afschriften van elkaars hiervoor in 1.7 en 1.8 genoemde stukken ontvangen. Zij hebben desgevraagd beiden toestemming gegeven voor het achterwege laten van een nader onderzoek ter zitting. Het Hof beschouwt de na de zitting in de zaak van belanghebbende ingebrachte stukken als mede ingebracht in de zaak van R. [X] -Spruijt (kenmerk 14/00191) en vice versa.

2 Feiten

2.1.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak onder meer de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’.

“2.1. Eiser, geboren in 1963, is gehuwd met [X-Y] Hij lijdt aan [NAAM ZIEKTE] en aan de ziekte van Crohn.

2.2.

Eiser heeft op 24 maart 2010 aangifte over 2009 gedaan. In deze aangifte heeft hij onder meer een bedrag van € 18.610 aftrekbare specifieke zorgkosten vermeld, waarvan hij € 12.000 aan zichzelf heeft toegerekend en € 6.610 aan zijn echtgenote.

Tot deze kosten behoort een bedrag van € 7.092 vervoerskosten en € 7.421 dieetkosten.

2.3.

Eiser en zijn echtgenote hebben in 2009 drie auto’s in hun bezit gehad:

- Toyota Prius met kenteken [KENTEKEN] , aangekocht in 2007 voor € 32.137, afgifte kentekenbewijs deel 1 op 3 november 2005

- Nissan Micra met kenteken [KENTEKEN] , bouwjaar 1998 (29-09-09 ingeruild voor € 3.000)

- Fiat 500 met kenteken [KENTEKEN] op 28 september 2009 nieuw aangeschaft.

2.4.

Eiser stelt € 12.611 vervoerskosten te hebben gemaakt in 2009. Dit bedrag heeft hij in een brief van 29 november 2011 als volgt gespecificeerd:

Brandstof € 2.426

Reparatie etc. € 878

Kosten op vakantie € 353

€ 3.657

Afschrijving

Toyota € 33.000 x 20% = € 6.600

Fiat € 15.000 x 20% = € 1.000

€ 7.600

Verzekering en wegenbelasting

Toyota en Fiat € 1.389

ANWB-verzekering € 200

Rente lening auto € 965

€ 2.554

€ 13.811

Af: vergoeding WMO € 1.200 -/-

Totaal autokosten € 12.611

2.5.

Tot de dossierstukken behoort een dieetbevestiging 2009 van prof. dr. [B] ten name van eiser. Hierop zijn de volgende diëten aangekruist:

- 4 Algemene symptomen, ondervoeding: energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt (€ 1.092)

- 6 Algemene symptomen, ondervoeding: vloeibaar energieverrijkt (€ 813)

- 19 MDL-ziekten, short bowel: energieverrijkt in combinatie met MCT verrijkt

(€ 1.741)

- 23 MDL-ziekten, overige: energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt (€ 1.470)

- 44 Overige, voedselovergevoeligheid: tarwevrij (€ 856).

2.6.

Tot de dossierstukken behoort een dieetbevestiging 2009 van de huisarts ten name van de echtgenote. Hierop zijn de volgende diëten aangekruist:

- MDL-ziekten, short bowel: energieverrijkt in combinatie met MCT verrijkt (€ 1.741)

- MDL-ziekten, leverziekte: energieverrijkt in combinatie met MCT verrijkt, tevens alcoholvrij (€ 1.656).

2.7.

Verweerder heeft in bezwaar, voor zover voor dit geschil van belang, een bedrag van € 2.474 voor reiskosten voor artsenbezoek in aanmerking genomen, geen aftrek extra vervoerskosten verleend en een dieetkostenaftrek van € 4.574 in aanmerking genomen.”

2.2.

Het Hof voegt hieraan nog de volgende feiten toe, welke het mede ontleent aan de in hoger beroep ingebrachte stukken.

2.3.1.

In de onder 1.5 genoemde nadere stukken van belanghebbende wordt

- het totaal van de reiskosten artsenbezoek herrekend op € 4.765.

In deze berekening is uitgegaan van de door de ANWB berekende prijs per kilometer, te weten € 1 p/km voor de Fiat en € 0,45 voor de Toyota. Voorts zijn in deze berekening meegenomen de kosten voor gereden kilometers met de Toyota naar fysiotherapeut en acupuncturist, en met de beide auto’s (Toyota en Fiat) naar het AMC.

- het totaal van de afschrijvingen op de auto’s herrekend op € 7.615.

In deze berekening is uitgegaan van de methode van lineaire afschrijving.

2.3.2.

Als bijlagen bij de onder 1.7 genoemde brief van belanghebbende van 30 maart 2015 is een verklaring gevoegd van belanghebbendes fysiotherapeut waaruit blijkt dat belanghebbende in 2009 30 behandelingen fysiotherapie heeft gehad.

2.3.3.

Voorts is als bijlage bij die brief een verklaring van 25 maart 2015 gevoegd van [A.B.] [C] , “Acupunctuur Praktijk [C] ”, waarin deze verklaart dat belanghebbende in 2009 “op medisch advies in verband met Chronische ziekten. Crohn, reuma, artrose” 25 behandelingen acupunctuur heeft gehad en dat belanghebbende al sedert 25 jaren wekelijks wordt behandeld. De verklaring draagt verder een stempel “ [D.] . [C] , arts” met vermelding van hetzelfde adres en telefoonnummer als vermeld in de kop van de verklaring.

2.4.1.

De inspecteur heeft in zijn onder 1.8 genoemde brief een berekening van de vervoerskosten artsenbezoek opgenomen, uitgaande van de werkelijke vervoerskosten per kilometer, welke berekening hierna – gedeeltelijk aangevuld - is opgenomen:

€ 442 fysiotherapeut (30x46 km =1380 km x € 0,32);

€ 352 bezoeken aan acupuncturist (25x44 km = 1100 km x € 0,32)

€ 1.607 bezoeken aan het AMC (81x62 km = 5022 km x € 0,32)

€ 238 bezoeken aan het AMC* (12x62 km = 744 km x € 0,32) van de echtgenote

€ 2.639 totale reiskosten artsenbezoek (1380+1100+5022+744= 8246 km x € 0,32)

€ 2.474 reeds verleende aftrek

€ 165 nadere aftrek.

* [Hof: in het proces-verbaal van de zitting van 25 februari 2015 abusievelijk aangemerkt als bezoeken aan de fysiotherapeut]

2.4.2.

Voorts heeft de inspecteur gegevens ingezonden over de route van de woning van belanghebbende naar de praktijk van de fysiotherapeut (afstand door de inspecteur afgerond op 46 km v.v.) en de acupuncturist (afstand door de inspecteur afgerond op 44 km v.v.), alsmede over de route van de woning van belanghebbende naar het AMC (afstand door de inspecteur afgerond op 62 km v.v.).

2.5.1.

In een tot de gedingstukken behorende ‘Medische Verklaring’ van (de in de rechtbankuitspraak onder 2.5 genoemde) prof. dr. [B] (hierna: [B] ), internist-hematoloog in het AMC, van 17 januari 2014 is vermeld dat belanghebbende vanwege zijn ziekte ( [NAAM ZIEKTE] ) zeer vatbaar is voor infecties en daarom injecties met Neupogen nodig heeft welke gepaard gaan met forse bijwerkingen zoals hoofdpijn, skeletpijn, spierpijnen, verminderde concentratie en pijnscheuten door het hele lichaam. Daarnaast, aldus de verklaring, heeft belanghebbende vanwege de ziekte van Crohn in het verleden diverse operaties gehad en heeft hij thans meerdere (andere) met de ziekte van Crohn samenhangende chronische klachten zoals buikpijn, ernstige vermoeidheid, reuma, artrose en osteoporose en heeft belanghebbende levenslange revalidatie nodig. Onder ‘Medicatie’ is onder meer Paracetamol vermeld.

2.5.2.

In een verklaring van 30 september 2014 van dr. [NAAM ZIEKTE] (hierna: [NAAM ZIEKTE] ), internist-hematoloog in het AMC en blijkens het briefpapier werkzaam met [B] , is vermeld dat hij ( [NAAM ZIEKTE] ) belanghebbendes broer ( [XB] ), die aan dezelfde ziekte ( [NAAM ZIEKTE] ) lijdt als belanghebbende, adviseert “om de bijwerkingen van Neupogen te bestrijden met 6-8 dd Paracetamol (zonder recept verkrijgbaar). (…)”.

2.5.3.

In een per e-mail aan belanghebbende verzonden bericht van 25 februari 2015 van [B] is het volgende opgenomen:

“Als behandelend arts [X] (geb; 12-09-1963) verklaar ik hierbij dat hij i.v.m. zijn ziekte al jaren fysiotherapie en acupunctuur krijgt.

I.v.m. de pijnklachten berustend op de frequente Neupogen injecties heeft hij ook paracetamol nodig.”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of in verband met de ziekten van belanghebbende en zijn echtgenote recht bestaat op meer aftrek (als specifieke zorgkosten) van kosten van vervoer en van dieetkosten dan de door de inspecteur bij de uitspraak op bezwaar in aanmerking genomen bedragen. Voorts is in hoger beroep in geschil of belanghebbende recht heeft op een hogere aftrek van kosten voor geneesmiddelen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing