Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-11-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5120, 13/00758

Gerechtshof Amsterdam, 26-11-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5120, 13/00758

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 november 2015
Datum publicatie
9 december 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:5120
Formele relaties
Zaaknummer
13/00758

Inhoudsindicatie

Douane. Indeling van camera’s met het uiterlijk van een videocamera. Het Hof oordeelt dat de camera’s moeten worden ingedeeld naar hun hoofdfunctie: een videocamera-opnametoestel van GN-onderverdeling 8525 80 91. De omstandigheid dat de camera’s niet beschikken over een optische functie staat aan deze indeling niet in de weg.

Uitspraak

Kenmerk 13/00758

26 november 2015

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 13/1775 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X B.V.] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 24 augustus 2012 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 7.952,50 aan douanerechten.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 18 februari 2013, het bezwaar ongegrond verklaard en de UTB gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 31 oktober 2013 heeft de rechtbank als volgt op het door belanghebbende ingestelde beroep beslist, waarbij belanghebbende als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’ wordt aangeduid:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vernietigt de utb;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 944;

- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 318 vergoedt.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof per faxbericht ingekomen op 10 december 2013 aangevuld bij brief van 21 januari 2014. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 tot en met 2.4 van haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:

“2.1. Eiseres heeft in 2009 in opdracht van de importeur [GmbH] gevestigd te Duitsland (hierna: [de importeur] ) twee aangiften ten invoer gedaan voor digitale camera’s van het type JTC-HDV1080 (hierna: de camera). Eiseres heeft de camera op grond van de door de importeur verstrekte goederencode en goederenomschrijving telkens ingedeeld onder goederencode 8525 80 30 00 als digitale camera.

2.2.

De Duitse douane heeft op grond van artikel 78 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW) een onderzoek ingesteld bij [de importeur] . De Duitse douane heeft de bevindingen in het kader van Verordening (EEG) nr. 515/1997 aan de Nederlandse douane doorgegeven. De Duitse douane heeft de camera ingedeeld in goederencode 8525 80 91 00 als digitale videocamcorder.

2.3.

Verweerder heeft na ontvangst van de bevindingen van de Duitse douane een onderzoek ingesteld bij eiseres naar de onder 2.1 bedoelde aangiften. Verweerder heeft naar aanleiding van dit onderzoek de utb aan eiseres opgelegd.

2.4.

De camera heeft de volgende relevante kenmerken en specificaties:

- een intern (flash)geheugen van 64 MB;

- een CMOS-sensor met 5 megapixels;

- microfoon en luidsprekers;

- de mogelijkheid om foto’s te nemen in JPEG-formaat met 3744 x 2808 pixels;

- 8 x digitale zoom;

- een maximale videoresolutie van 1280 x 720 pixels met 30 beelden per seconde;

- een uitklapbaar beeldscherm.

De camera heeft een uitsparing waarin een geheugenkaart (SD of MMC) van maximaal 8 GB kan worden geplaatst om het interne geheugen uit te breiden. De camera wordt geleverd in een doos met onder andere een USB-kabel, een voedingskabel, een HDMI-kabel, een tv-kabel, een accu, een hoofdtelefoon en een CD-rom (met besturingsprogramma, ArcSoft-software en gebruikershandboek).”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag onder welke tariefpost van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) het onderhavige toestel, de digitale camera van het type ‘Videoshot HDV1080’, moet worden ingedeeld, waarbij de inspecteur indeling onder GN-onderverdeling 8525 80 91 (videocamera-opnametoestellen) voorstaat en belanghebbende indeling onder GN-onderverdeling 8525 80 30 (digitale fototoestellen) bepleit.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.

4 Relevante wettelijke bepalingen

5 Overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing