Gerechtshof Amsterdam, 22-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5420, 200.157.951/01
Gerechtshof Amsterdam, 22-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5420, 200.157.951/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 december 2015
- Datum publicatie
- 4 januari 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:5420
- Zaaknummer
- 200.157.951/01
Inhoudsindicatie
Afwijzing aanvullende vergoeding ex artikel 7:685 BW (oud), nu de enkele kans op een bonus in de toekomst ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te gering is.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.157.951/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 2709095\ CV EXPL 14-198
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 december 2015
inzake
1 [X] JURIDISCHE BIJSTAND B.V.,
2. LOTERIJVERLIES.NL B.V.,
3. STICHTING LOTERIJVERLIES.NL,
4. [Y] HOLDING B.V.,
alle statutair gevestigd te Langedijk,
5. STICHTING MELDPUNT COLLECTIEF ONRECHT,
statutair gevestigd te Alkmaar,
appellanten,
advocaat: mr. H.K. Schrama te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J. de Haan te Alkmaar.
1 Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna [appellanten] (appellanten gezamenlijk) , dan wel [X] , Loterijverlies, De Stichting, [Y] Holding en SMCO respectievelijk [geïntimeerde] genoemd.
[appellanten] zijn bij dagvaarding van 10 oktober 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter) van 13 augustus 2014, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en [appellanten] als gedaagden. De dagvaarding bevat de grieven.
[geïntimeerde] heeft daarna een memorie van antwoord met producties ingediend.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 24 april 2015 doen bepleiten door hun advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. [appellanten] hebben bij die gelegenheid nog producties (genummerd 46 tot en met 62) in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellanten] hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - alsnog [geïntimeerde] niet ontvankelijk zal verklaren in zijn vorderingen, althans deze vorderingen zal afwijzen met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep met nakosten en rente.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.
2 Feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
( i) [geïntimeerde] , geboren op [geboortedatum] , is vanaf 1 mei 2008 krachtens een
schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tot 30 augustus 2008) werkzaam
geweest voor aanvankelijk de eenmanszaak [X] Juridische Bijstand, gedreven door [Y] . De eenmanszaak is opgeheven en de activiteiten zijn in juli 2008 ondergebracht in verschillende rechtspersonen.
(ii) De hiervoor genoemde arbeidsovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
Komen als volgt overeen:
- (...)
- Hoofdfunctie zal zijn operationeel manager Loterijverlies. Voor het overige qua
tijdsinvulling het maken van een website gericht op zzp‘ers in samenspraak met
werkgever commercieel gezien meedenken mat de Organisatie [X] Juridische
Bijstand alsmede de actie Loterijverlies, klanten te woord staan en voor het overige
werkzaamheden welke in redelijkheid van medewerker verlangd kunnen worden.
(...)
Partijen komen overeen dat er een percentage van 6% na kosten van een eventueel
geïncasseerd no cure, no pay bedrag exclusief BTW van de actie Loterijverlies aan
medewerker toekomt. Dit bewerkstelligt dat het genoemde percentage van 15% over het bedrag van het voordeel naar klanten toe dat als 100% wordt gezien inclusief BTW.
Exclusief BTW zal dat in een percentage 84,03361345% zijn. Dat (84,03361345) wordt als 100% gezien daar de kosten van af en daar dus 6 procent van voor uitkeer van bonus. Er is geen ruimte voor uitkeer van deze bonus indien er geen overschot is na kosten dan wel dat de bonus een negatieve opbrengst van de actie Loterijverlies zal bewerkstelligen. Op het tijdstip dat het no cure, no pay bedrag wordt geïncasseerd dient medewerker nog een arbeidsovereenkomst met [X] dan wel een van haar rechtsopvolgers te hebben. Binnen twee maanden na ontvangst van het no cure, no pay bedrag wordt het betaalbaar gesteld aan de medewerker.
(...)“
(iii) Medio 2008 is [Y] (en per 3 juli 2008 De Stichting ), één van de onder (i) bedoelde rechtspersonen een collectieve actie begonnen tegen de Staatsloterij. De rechtbank Den Haag heeft bij vonnis van 31 maart 2010 De Stichting niet ontvankelijk verklaard in haar vordering op de grond dat het gevorderde zich niet leende voor een collectieve actie en heeft de overige vorderingen afgewezen. De Stichting is van deze uitspraak in hoger beroep gegaan.
(iv) De brief van 30 oktober 2008 van [X] aan [geïntimeerde] luidt als volgt:
“Hierbij deel ik je mede dat je contract voor eenzelfde voorwaarden en periode verlengd zal worden bij Loterijverlies.nl B.V.. Tot en met april 2008 wordt je contract dan ook verlengd.”
( v) Bij akte van 13 augustus 2009 is SMCO opgericht.
(vi) De e-mail van 15 maart 2010 van [Y] aan [geïntimeerde] luidt, voor zover van
belang, als volgt:
(…)
“Contract [Y] /SMCO — en [geïntimeerde]
blijft primair vooralsnog werken voor SMCO, daarnaast handelt hij zaken/leads af voor Postcollect maar in zoverre dat de volgende werkzaamheden daar niet onder leiden.
- communicatie extern DSB, Loterijverlies
- contact leggen met onder meer Starbucks en DE voor koffiepunten, masterfranchise 20% aandeel
- gehele ontwikkeling WOZ-claim
- meedenken met [Y] betreffende VISA
- cv contracten bij elkaar schrapen daarbij valt te denken aan scheepscv ‘s, windmolens, onroerend goed cv ‘s? (...)
- verder meedenken/werken aan Savenext (...)
-(...)
[Y] maakt contract voor [geïntimeerde] met SMCO primair contract voor onbepaalde tijd).
Verder wordt daar nog even de winstregeling Loterijverlies in opgenomen etc (...)“
(vii) Het onder (iii) genoemd vonnis is bij arrest van 28 mei 2013 van het gerechtshof Den Haag vernietigd. De gevorderde verklaring voor recht dat de Staatsloterij gedurende een bepaalde periode misleidende mededelingen heeft gedaan en vergoeding van de (buitengerechtelijke) kosten zijn toegewezen. De overige vorderingen van De Stichting zijn afgewezen.
(viii) Bij e-mail van 30 september 2013 heeft [appellanten] de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] met onmiddellijke ingang beëindigd.
(ix) [geïntimeerde] heeft de nietigheid van deze opzegging ingeroepen en verder een voorziening gevorderd gericht op, kort gezegd, doorbetaling van loon.
( x) Bij vonnis van 19 november 2013 heeft de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland de door [geïntimeerde] gevorderde voorziening toegewezen.
(xi) [Y] Holding en SMCO hebben op 22 oktober 2013 een verzoekschrift ingediend er toe strekkend de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] - voor zover vereist - te ontbinden. Bij beschikking van 19 november 2013 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per 1 december 2013 ontbonden wegens gewichtige redenen, meer in het bijzonder veranderingen in de omstandigheden met toekenning van een vergoeding aan [geïntimeerde] van € 11.340,00 bruto, waarbij de C-factor op 1,5 is bepaald.
(ix) De voornoemde beschikking bevat onder meer de volgende overweging:
“4.12. De vordering tot vergoeding van de bonusregeling wordt afgewezen, nu dit een
toekomstige, onzekere vordering betreft. Bij het bepalen van de onder 4.11. vermelde
vergoeding heeft de kantonrechter de aanspraak van [geïntimeerde] uit de arbeidsovereenkomst onder artikel 9 niet meegewogen. [geïntimeerde] kan dienaangaande een afzonderlijke procedure aanhangig maken tegen [Y] Holding c.s. (HR 11 juli 2008, LJN BD0896).”