Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2019, 15/00767 en 16/00216

Gerechtshof Amsterdam, 19-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2019, 15/00767 en 16/00216

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 mei 2016
Datum publicatie
24 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:2019
Zaaknummer
15/00767 en 16/00216

Inhoudsindicatie

De gemachtigde maakt niet aannemelijk dat het door hem verlenen van rechtsbijstand een vast onderdeel vormt van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening.

Uitspraak

Kenmerken 15/00767 en 16/00216

19 mei 2016

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: [Y] ),

tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken HAA 15/1554 en HAA 15/2229 van de rechtbank Noord- Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

(C.A. Roep LL.M.).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft bij besluit van 18 maart 2015 en 13 april 2015 de door belanghebbende ingediende bezwaarschriften gericht tegen de aanslag inkomstenbelasting 2013 en de berekening van de huur-en zorgtoeslag 2013, gedeeltelijk gegrond verklaard.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraken op 3 april 2015 beroep ingesteld.

1.3.

Bij brief van 17 juni 2015 heeft de inspecteur belanghebbende bericht alsnog volledig tegemoet te komen aan haar bezwaren.

1.4.

Belanghebbende heeft bij brieven van 7 juli 2015 de beroepen ingetrokken en heeft daarbij verzocht om de inspecteur bij afzonderlijke uitspraak te veroordelen in de kosten van de procedure bij de rechtbank ingevolge artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

1.5.

Bij ‘uitspraak buiten zitting’ van 21 augustus 2015 heeft de rechtbank belanghebbendes verzoek om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten afgewezen.

1.6.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 30 september 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Nu de uitspraak van de rechtbank geen vaststelling van de feiten bevat, stelt het Hof de feiten zelfstandig vast.

2.2.

Belanghebbende heeft - tegelijkertijd met de onder 1.4 vermelde intrekking van haar beroepen - bij de rechtbank twee ‘formulieren proceskosten’ ingediend, en wel één voor haar beroepschrift betreffende de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2013 en één betreffende haar beroepschrift betreffende de beschikking huur- en zorgtoeslag 2013 en daarop onder meer ingevuld

-

a) dat sprake is geweest van ‘door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand’ en wel door [Y] , werkzaam voor ‘ [A] ’ (hierna de gemachtigde);

-

b) dat zij terzake van ‘Verschotten’ € 76,80 (betreffende navorderingsaanslag IB 2013) en € 61 (betreffende beschikking huur- en zorgtoeslag) betaald heeft.

2.3.

Naar aanleiding van het door de gemachtigde ingediende beroepschrift is de inspecteur alsnog volledig tegemoet gekomen aan belanghebbendes beroep.

2.4.

De onder 2.2.(b) vermelde Verschotten betroffen door de gemachtigde betaalde griffierechten en de kosten van het naar de rechtbank aangetekend verzenden van diverse stukken.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op een vergoeding van zijn in beroep en hoger beroep gemaakte proceskosten.

Het geschil spitst zich toe op de vraag

-

of de gemachtigde beroepsmatig rechtsbijstand verleent als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (verder het Besluit); en

-

of sprake is geweest van overige ingevolge het Besluit voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing