Gerechtshof Amsterdam, 24-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2173, 14/00746
Gerechtshof Amsterdam, 24-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2173, 14/00746
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 24 mei 2016
- Datum publicatie
- 9 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:2173
- Zaaknummer
- 14/00746
Inhoudsindicatie
WOZ. Waarde niet meer in geschil. Partijen overeengekomen dat heffingsambtenaar griffierecht en proceskosten zal vergoeden aan belanghebbende.
Uitspraak
Kenmerk 14/00746
24 mei 2016
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Y] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk ALK 13/364 van de rechtbank Noord-Holland van 22 augustus 2014 in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Medemblik, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) bij beschikking met dagtekening 25 februari 2012 de waarde per de waardepeildatum 1 januari 2011 van de onroerende zaak [Adres 1] te [Y] (hierna: de woning) voor het jaar 2012 vastgesteld op € 245.000.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 24 januari 2013, de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 22 augustus 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 2 oktober 2014. Het Hof heeft op 28 oktober 2014 een aanvullend hoger beroepschrift van belanghebbende ontvangen en in kopie doorgezonden aan de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2016.
2 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de waarde van de woning op de waardepeildatum te hoog is vastgesteld.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding.
3 Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Nadat partijen ter zitting hun standpunten hebben toegelicht en vragen van het Hof hebben beantwoord, hebben partijen overeenstemming bereikt omtrent de hoogte van de WOZ-waarde. Partijen zijn het er over eens geworden dat de WOZ-waarde dient te worden vastgesteld op € 230.000. Voorts zijn partijen overeengekomen dat de heffingsambtenaar het griffierecht en de proceskosten zal vergoeden aan belanghebbende. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.