Gerechtshof Amsterdam, 09-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2440, 15/00638
Gerechtshof Amsterdam, 09-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2440, 15/00638
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 9 juni 2016
- Datum publicatie
- 29 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:2440
- Zaaknummer
- 15/00638
Inhoudsindicatie
WOZ. Heffingsambtenaar heeft waarde eiland niet te hoog vastgesteld.
Uitspraak
Kenmerk 15/00638
9 juni 2016
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[A] te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 14/3971 van de rechtbank Noord-Holland van 9 juli 2015 in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Aalsmeer, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) bij beschikking met dagtekening 31 januari 2014 de waarde per de waardepeildatum 1 januari 2013 van de onroerende zaak [object 1] te [plaats] (hierna: het object) voor het jaar 2014 vastgesteld op € 89.000.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 28 mei 2014, de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 9 juli 2015 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 13 augustus 2015. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Het object betreft een eiland. Belanghebbende is eigenaar van het object.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof de waarde van het object op de waardepeildatum in geschil.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en van de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, en vaststelling van de waarde van het object, naar het Hof verstaat, op € 70.000. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.