Gerechtshof Amsterdam, 23-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2443, 13/00054
Gerechtshof Amsterdam, 23-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2443, 13/00054
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 juni 2016
- Datum publicatie
- 29 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:2443
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2012:BZ3870, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 13/00054
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft geen recht op toepassing van de 30%-regeling. Het 150-kilometercriterium vormt geen inbreuk op het EU-recht, en is niet in strijd met het verbod van discriminatie dat is neergelegd in artikel 26 IVBPR en artikel 14 EVRM.
Uitspraak
Kenmerk 13/00054
23 juni 2016
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
( [A] ),
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/3680 van de rechtbank Noord- Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
[X] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,
(gemachtigden: prof. dr. P. Kavelaars, drs. J.R. Schaap en mr. H.J. Noordenbos ),
en
de inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Bij beschikking als bedoeld in artikel 10ei van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: het Besluit) van 14 mei 2012 heeft de inspecteur het verzoek van belanghebbende om toepassing van de 30%-bewijsregel als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) gelezen in verbinding met artikel 10ea van het Besluit, afgewezen.
Na tegen de hiervoor gemelde beschikking gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 2 juli 2012, de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld. Bij uitspraak van 18 december 2012 heeft de rechtbank als volgt beslist (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de afwijzende beschikking van 14 mei 2012;
- wijst toe het verzoek van eiseres om toepassing van de 30%-bewijsregel met ingang van 1 april 2012 voor de duur van acht jaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 874;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 42 vergoedt.”
Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 14 januari 2013. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2016. Namens belanghebbende zijn verschenen gemachtigden Schaap en Noordenbos voornoemd en namens de inspecteur [A] voornoemd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
“2.1. Eiseres, geboren op [geboortedatum] , heeft de Duitse nationaliteit.
Eiseres heeft met [D B.V.] te [plaats 1] een arbeidsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde tijd, waarbij eiseres met ingang van 1 april 2012 is aangesteld.
Eiseres woont in Nederland te [woonplaats] met ingang van 16 maart 2012.
Eiseres was in ieder geval vanaf 1 april 2010 tot aan haar verhuizing naar Nederland woonachtig in [plaats 2] in Duitsland. [plaats 2] ligt op minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens.
Eiseres heeft op 19 april 2012 verzocht om toepassing van de 30%-bewijsregel (Hof: hierna ook de 30%-regeling) met ingang van 1 april 2012 (Hof: hierna ook het Verzoek).”
Het Hof gaat van dezelfde feiten uit en voegt daar nog het volgende aan toe.
De inspecteur heeft het Verzoek afgewezen op de grond dat belanghebbende niet voldeed aan de wettelijke voorwaarde dat zij in meer dan tweederde van de periode van 24 maanden voorafgaand aan de aanvang van haar tewerkstelling in Nederland woonachtig was op een afstand van meer dan 150 kilometer van de grens van Nederland (hierna het 150-kilometercriterium).
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of belanghebbende recht heeft op toepassing van de 30%-regeling. Het geschil spitst zich toe op de vragen of (1) het 150-kilometercriterium een inbreuk vormt op het EU-recht, en of (2) die eis in strijd is met het verbod van discriminatie dat is neergelegd in artikel 26 IVBPR en artikel 14 EVRM.
Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof haar stelling ingetrokken dat de inspecteur niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn hoger beroep.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.