Gerechtshof Amsterdam, 16-08-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3373, 15/00821
Gerechtshof Amsterdam, 16-08-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3373, 15/00821
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 augustus 2016
- Datum publicatie
- 24 augustus 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:3373
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1101
- Zaaknummer
- 15/00821
Inhoudsindicatie
“In hoger beroep is tussen partijen niet meer in geschil dat alopecia androgenetica (‘haarverlies volgens het vrouwelijk patroon’) bij belanghebbende een aandoening is. Het Hof is – evenals de rechtbank – evenwel van oordeel dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten, nu niet aannemelijk is gemaakt dat kosten zijn gemaakt op voorschrift of onder begeleiding van een arts.”
Uitspraak
kenmerk 15/00821
16 augustus 2016
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] , belanghebbende,
gemachtigde: mr. C.J. Berendse (fiscaal en juridisch adviseur) te Amsterdam
tegen de uitspraak van 8 oktober 2015 in de zaak met kenmerk AWB 15/1059 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 14 november 2014 aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € nihil (hierna: de aanslag). In hetzelfde geschrift vervat heeft de inspecteur het bedrag aan niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek bij beschikking ex artikel 6.2a, eerste lid, Wet IB 2001, vastgesteld op € 9.545 (hierna: de beschikking).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd en de beschikking vastgesteld op nihil.
Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag gehandhaafd, de beschikking vastgesteld op € 10.624, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten ad € 490 en gelast dat de inspecteur het griffierecht ad € 45 vergoedt.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 18 november 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
Belanghebbende heeft 21 juni 2016 telefonisch en per e-mailbericht verzocht om uitstel van de zitting. De reden voor het verzoek was dat belanghebbende pas op 20 juni 2016 door haar gemachtigde is ingelicht over datum en tijdstip van de zitting, waardoor zij geen tijd heeft gehad om een nieuwe gemachtigde te vinden. Dit verzoek is door het Hof afgewezen. De uitnodiging is tijdig en naar het juiste adres (van de gemachtigde) verstuurd. Bij afweging van het belang van belanghebbende bij verdaging tegen het belang van de wederpartij en het Hof bij een voortvarende en doelmatige behandeling van de zaak, ziet het Hof onvoldoende reden om de mondelinge behandeling van de zaak te verdagen. Bij de afwijzing van het verzoek heeft het Hof belanghebbende medegedeeld dat zij ter zitting haar uitstelverzoek kan herhalen en toelichten om zo tot een heroverweging van de beslissing op het uitstelverzoek te komen. Nu voorts gemachtigde van belanghebbende ter zitting is verschenen en ter zitting heeft verklaard dat hij nog steeds de gemachtigde is, ziet het Hof temeer geen reden om het verzoek om uitstel toe te wijzen.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 1 tot en met 3 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin (evenals in de later in deze uitspraak geciteerde overwegingen van de rechtbank) aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“1. Eiseres heeft op 31 maart 2012 de aangifte ib/pvv voor het jaar 2011 ingediend. Daarin heeft zij de navolgende uitgaven specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven aangegeven.
Specifieke zorgkosten |
||
medicijnen |
€ |
500 |
genees- en heelkundige hulp |
€ |
3.000 |
reiskosten ziekenbezoek |
€ |
200 |
verhoging specifieke zorgkosten |
€ |
200 |
totaal specifieke zorgkosten |
€ |
3.900 |
af: drempel specifieke zorgkosten |
€ |
122 |
aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten |
€ |
3.778 |
Scholingsuitgaven |
||
schoolgeld |
€ |
1.800 |
boeken |
€ |
500 |
extra begeleiding particulier |
€ |
3.000 |
onkosten (dossiers, copys, projectkosten) |
€ |
500 |
reiskosten |
€ |
200 |
totaal scholingsuitgaven |
€ |
6.000 |
af: drempel scholingsuitgaven |
€ |
500 |
aftrekbaar bedrag scholingsuitgaven |
€ |
5.500 |
2. In de brief van de huisarts, gedagtekend 3 februari 2014, staat, voor zover hier van belang, het navolgende:
“Geachte collega,
Hierbij verwijs ik bovengenoemde patiënt.
Op verzoek uw behandeling van de huis van mevr. Zij heeft last van acne op gelaat.”
Op de brief staat handgeschreven: “aan huidtherapeut”.
3. De brief van dermatoloog mw. dr. [A] aan de huisarts, gedagtekend 6 januari (jaar onbekend), luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Geachte collega,
Onlangs zag ik mevrouw [X] , geboren [in] 1979, wegens langzaam progressieve haaruitval, waarbij met name bovenop het haar inderdaad dun is geworden. De familie-anamnese vermeldt dat zowel haar broer als zussen ook dun haar hebben.
Diagnose: alopecia androgenetica.
Ter uitsluiting van een (bijkomend) telogeen effluvium werd nog bloedonderzoek verricht. Dit was normaal.
Advies: minoxidil lotion lokaal. Ook kan de Diane pil overwogen worden.””
Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat het Hof ook van die feiten uit.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of en zo ja, voor welk bedrag, belanghebbende recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten. De rechtbank heeft onder meer beslist dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek voor de kosten van medicijnen en scholingsuitgaven; ter zitting van het Hof heeft gemachtigde zijn bezwaren daartegen laten vallen.