Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-07-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3379, 14/00692

Gerechtshof Amsterdam, 19-07-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3379, 14/00692

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 juli 2016
Datum publicatie
24 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:3379
Zaaknummer
14/00692

Inhoudsindicatie

Douane; indeling van mediaspelers; mediaspelers die geen televisiesignalen kunnen ontvangen worden ingedeeld onder post 8521 als video-opname- en videoweergave apparaten. Omdat in dit geval de mediaspelers zijn ingevoerd in incomplete staat – de harde schijf ontbreekt – is voor de toepassing van het tarief sprake van ‘delen’ en volgt indeling in post 8522. Het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond.

Uitspraak

Kenmerk 14/00692

19 juli 2016

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. gevestigd te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 13/4540 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft met dagtekening 8 april 2011 op de voet van artikel 236 van het Communautair Douanewetboek (verder: CDW) een verzoek dat strekt tot terugbetaling van douanerechten voor een bedrag van € 174.289 ingediend. De inspecteur heeft dit verzoek bij beslissing van 29 juni 2011 niet-ontvankelijk verklaard.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak gedagtekend 30 september 2013 het verzoek alsnog ontvankelijk verklaard en vervolgens afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 14 augustus 2014 heeft de rechtbank het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof op 22 september 2014 per faxbericht ontvangen en aangevuld bij brief van 12 november 2014. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, heeft belanghebbende een conclusie van repliek ingediend, waarop de inspecteur heeft gereageerd bij conclusie van dupliek.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 februari 2016. Bij brief van 21 april 2016 heeft het Hof het onderzoek heropend. Een nadere mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 juli 2016. Het onderzoek in deze zaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden met het onderzoek in de zaak met kenmerk 14/00691 ( [A] SAS). Van het verhandelde ter zitting zijn processen-verbaal opgemaakt die met deze uitspraak worden meegezonden.

2 Feiten

In de ontwikkeling van het geschil in hoger beroep vindt het Hof aanleiding de feiten als volgt vast te stellen.

2.1.

Belanghebbende heeft ten behoeve van [A] S.A.S. in juni en juli 2008 een vijftal invoeraangiften gedaan voor mediaspelers van het merk [merknaam] , met de handelsnaam “ [product] ”. De aangiften zien op de modellen [Model 1] en [Model 2] . De [producten] zijn aangegeven onder GN-onderverdeling 8522 90 80 (4%).

2.2.

De [producten] worden aangeprezen als multimediaspelers waarmee muziek, foto’s en video’s kunnen worden opgeslagen en afgespeeld op bijvoorbeeld een externe monitor of televisie. Daartoe hebben de [producten] aan de achterzijde diverse aansluitingen (USB-poorten, composiet A/V-ingangen en HDMI-poorten). De apparaten beschikken over een RJ45-uitgang (ethernet-aansluiting). Ieder model ondersteunt een groot aantal video-, audio- en fotoformaten. Ten tijde van de invoer bevatten deze modellen geen harde schijf; deze wordt in alle gevallen na de invoer alsnog ingebouwd.

2.3.

De handleiding bij model [Model 2] houdt, voor zover van belang, onder meer in:

1.4.6 Ethernet connection

To connect to a LAN (Local Area Network) you require a cat5, cat5e of cat6 network cable (not supplied).

(1) Connect one of the crystal plugs on the cable to the player’s RJ45 LAN socket;

(2) Connect the other crystal plug on the cable to a RJ45 LAN port on your router, switch, or hub devices.”

en

5.5. Browsing via Network

You can streaming playback the multimedia files shared on the local area network (Ethernet or WLAN). (…)

When selecting NET in the Browser menu, there are 2 ways to locate the multimedia files shared on your local network: to browse through workgroup; to browse through ‘My_Shortcuts’ (…)”

2.4.

De handleiding bij model [Model 1] is gelijkluidend aan de onder 2.3 aangehaalde tekst van de handleiding bij model [Model 2] , met dat verschil dat de tekst “Browsing via Network” is opgenomen in onderdeel 7.5.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of de inspecteur het door belanghebbende op de voet van artikel 236 van het CDW ingediende verzoek om terugbetaling terecht heeft afgewezen. Meer in het bijzonder is in geschil onder welke tariefpost de [producten] [Model 2] en [Model 1] moeten worden ingedeeld, waarbij belanghebbende de indeling als set-top boxen met communicatiefunctie onder GN-onderverdeling 8528 71 13 (vrij) bepleit en subsidiair indeling onder GN-onderverdeling 8473 30 80 (vrij) voorstaat.

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd wordt verwezen naar de procesen-verbaal van de zitting.

4. Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank heeft ter zake van het geschil als volgt overwogen, waarbij belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:

“1. De rechtbank stelt voorop dat op eiseres de bewijslast rust om aannemelijk te maken dat zij op grond van artikel 236 van het Communautair Douanewetboek (hierna: CDW) recht heeft op terugbetaling van rechten bij invoer.

2. Eiseres heeft ter zitting verklaard dat wat betreft de voor de indeling relevante objectieve kenmerken en eigenschappen van de modellen [Model 1] en [Model 2] kan worden uitgegaan van de zich bij de stukken bevindende productinformatie over het model [Model 3] .

3. Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat de modellen [Model 1] en [Model 2] over een communicatiefunctie beschikken door middel van de RJ45-uitgang en daarom onder GN-code 8528 71 13 moeten worden ingedeeld, hetzij op grond van indelingsregels 1 en 6, hetzij op grond van indelingsregel 3b, hetzij op grond van indelingsregel 3c.

4. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in zijn arrest van 22 november 2012, gevoegde zaken C-320/11, C-330/11, C-382/11 en C-383/11 (Digitalnet OOD e.a.) in rechtsoverweging 47 geoordeeld dat een toestel slechts kan worden ingedeeld onder GN-postonderverdeling 8528 71 13 indien het louter door middel van een ingebouwd modem toegang tot het internet kan verschaffen. De toegang tot het internet moet dus worden bewerkstelligd zonder dat gebruik wordt gemaakt van een ander toestel of mechanisme. Uit de hiervoor weergegeven passage uit de handleiding bij model [Model 3] blijkt dat vanaf de [product] geen rechtstreekse verbinding met het internet kan worden gemaakt, maar dat voor het tot stand brengen van een internetverbinding de RJ45-uitgang op een extern modem of externe router moet worden aangesloten. Nu geen sprake is van een toestel dat is uitgerust met een ingebouwd modem voor toegang tot het internet komen de modellen [Model 1] en [Model 2] niet voor indeling onder GN-code 8528 71 13 in aanmerking. Dat de Franse douaneautoriteiten met ingang van 22 februari 2012 een bti hebben afgegeven aan eiseres voor de [product] [Model 4] voor goederencode 8528 71 15 leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een model dat soortgelijk is aan de onderhavige modellen.

5. Eiseres stelt zich subsidiair op het standpunt dat de onderhavige modellen dienen te worden ingedeeld onder GN-code 8473 30 80, aangezien de modellen ten tijde van de invoer niet over een harde schijf beschikken, maar de harde schijf na invoer wordt ingebouwd en dit het essentiële kenmerk van het eindproduct is. Met die enkele blote stelling heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat deze modellen onder GN-code 8473 30 80 moeten worden ingedeeld en dat zij recht heeft op terugbetaling van rechten bij invoer.

6. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.”

5 Relevante wettelijke bepalingen (tekst 2008)

6 Beoordeling van het geschil

7 Proceskosten en griffierecht

8 Beslissing