Gerechtshof Amsterdam, 18-08-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3826, 15/00752
Gerechtshof Amsterdam, 18-08-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3826, 15/00752
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 18 augustus 2016
- Datum publicatie
- 28 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:3826
- Zaaknummer
- 15/00752
Inhoudsindicatie
belanghebbende heeft geen recht op aftrek in verband met uitgaven voor specifieke zorgkosten en giften.
Uitspraak
Kenmerk 15/00752
18 augustus 2016
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/4754 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 23 mei 2014 aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.129. Daarbij is een (aangifte)verzuimboete van € 226 opgelegd.
Na hiertegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 7 oktober 2014, het bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep bij de rechtbank ingesteld. Het beroep is bij de rechtbank binnengekomen op 18 november 2014. De inspecteur heeft ambtshalve bij beschikking van 16 december 2014 de (aangifte)verzuimboete verminderd van € 226 tot € 49.
Bij uitspraak van 2 september 2015 heeft de rechtbank als volgt beslist (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“De rechtbank:
- verklaart het beroep met zaaknummer […] ongegrond;
- verklaart het beroep met zaaknummer HAA 14/4754 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2014 met betrekking tot de aangifteverzuimboete, met instandhouding van de rechtsgevolgen;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 45 vergoedt.”
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 22 september 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2016. Verschenen zijn belanghebbende en, namens de inspecteur, mw. R.A. Wolffram en mw. mr M.S.H. Lange. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
“1. Eiseres heeft in de jaren 2011 en 2012 uitkeringen (van het UWV en Stichting pensioenfonds ABP) ontvangen van in totaal € 32.129 respectievelijk € 32.337.
2. Verweerder is bij het opleggen van de thans in geding zijnde aanslagen afgeweken van eiseres’ aangiften en heeft daarbij geen aftrekposten in aanmerking genomen.”
Het Hof gaat van dezelfde feiten uit.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of belanghebbende recht op aftrek toekomt in verband met (gestelde) specifieke zorgkosten en (gestelde) giften.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.