Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-11-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4551, 16/00291

Gerechtshof Amsterdam, 17-11-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4551, 16/00291

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 november 2016
Datum publicatie
23 november 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:4551
Zaaknummer
16/00291

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting; giftenaftrek; ANBI-status?; gewekt vertrouwen?

Uitspraak

kenmerk 16/00291

17 november 2016

uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. E. Stap (Veem advocaten te Amsterdam)

tegen de uitspraak van 19 mei 2016 in de zaak met kenmerk HAA 15/4418 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 19 juni 2015 voor het jaar 2012 aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.654 en daarbij belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de inspecteur bij uitspraak van 3 september 2015 het bezwaar van belanghebbende afgewezen.

1.3.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 19 mei 2016 – verzonden op 24 mei 2016 – het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 4 juli 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2016. Namens de inspecteur zijn verschenen G.L.F. van Hoof en H.B. van Houten. Belanghebbende noch zijn gemachtigde zijn ter zitting verschenen. Blijkens gegevens van PostNL is de naar de gemachtigde op 28 september 2016 per aangetekende post verzonden uitnodiging om op de zitting te verschijnen op 29 september 2016 bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde. Belanghebbende is aldus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd, zodat de zitting doorgang heeft kunnen vinden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof ziet – mede in de ontwikkeling van het geschil in hoger beroep – aanleiding de feiten als volgt vast te stellen.

2.1.

Belanghebbende heeft in het jaar 2012 giften aan Stichting [naam stichting] (hierna: de Stichting) gedaan voor een bedrag van € 3.000.

2.2.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV over het jaar 2012 voor dat bedrag – minus de drempel – aanspraak gemaakt op aftrek als ‘andere giften’. De inspecteur heeft bij het opleggen van de in geding zijnde aanslag de aftrek niet geaccepteerd.

2.3.

De Stichting is niet aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) noch als een sociaal behartigende instelling (SBBI) noch als een steunstichting SBBI in de zin van achtereenvolgens de artikelen 5b, 5c of 5d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De daarvoor vereiste beschikkingen ontbreken.

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is evenals in eerste aanleg in geschil of belanghebbende recht op aftrek toekomt in verband met aan de Stichting gedane giften.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing