Home

Gerechtshof Amsterdam, 28-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1304, 15/00051

Gerechtshof Amsterdam, 28-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1304, 15/00051

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
28 maart 2017
Datum publicatie
26 april 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1304
Formele relaties
Zaaknummer
15/00051

Inhoudsindicatie

- Product met handelsnaam 'cerolac crystallized' moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 0404 90;

- Inspecteur heeft voor alle in de UTB begrepen aangiften voldaan aan bewijslast;

- Beroep op art. 220 CDW faalt: vergissing was redelijkerwijs te ontdekken;

- Belanghebbende is terecht als schuldenaar aangemerkt.

Uitspraak

kenmerk 15/00051

28 maart 2017

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van [X BV] ., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. J.H. Peek)

tegen de uitspraak van 15 januari 2015 in de zaak met kenmerk HAA 14/2585 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane , de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 5 maart 2014 aan belanghebbende een

uitnodiging tot betaling (UTB) van douanerechten (€ 947.543,00) en omzetbelasting

(€ 57.621,78) uitgereikt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 25 juni

2014, de UTB gehandhaafd. De inspecteur heeft de UTB bij beschikking van 29 juli 2014 ambtshalve met € 672 aan omzetbelasting verminderd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank

heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de UTB gehandhaafd zoals deze ambtshalve is verminderd, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 730 en de inspecteur opgedragen het griffierecht van € 328 aan belanghebbende te vergoeden.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 29 januari

2015, aangevuld bij brieven van 18 december 2015 en 16 december 2016. De inspecteur heeft op 21 mei 2015 een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 4 januari 2017, 5 januari 2017 en 13 januari 2017 zijn nadere stukken ontvangen van

belanghebbende. Op 6 januari 2017 zijn nadere stukken ontvangen van de inspecteur. Alle stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2017. Het hoger beroep van belanghebbende is met instemming van partijen ter zitting gelijktijdig behandeld met het hoger beroep en incidenteel hoger beroep in de zaken 15/00044 t/m 15/0047 ( [A BV] ) en 15/00048 t/m 15/00050 ( [B BV] ). Al hetgeen in één van deze zaken is overgelegd of verklaard, wordt – met instemming van partijen – eveneens geacht te zijn overgelegd of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de inspecteur telkens zijn aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’– de volgende feiten vastgesteld.

“1. Eiseres heeft in de periode van 3 april 2012 tot en met 22 mei 2013 in totaal 47 aangiften ten invoer ingediend als direct vertegenwoordiger van [A BV] De aangiften zijn ingediend voor het in het vrije verkeer brengen van goederen die zijn omschreven als ‘weipermeaat’ en zijn geclassificeerd onder goederencode 0404 10 02.

2. Verweerder heeft op 19 augustus 2013 bij [A BV] een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld. Tijdens de cni heeft verweerder vastgesteld dat eiseres niet over een machtiging beschikte om als direct vertegenwoordiger op te treden. Tijdens de cni heeft verweerder van [A BV] voor de 47 aangiften de achterliggende bescheiden ontvangen, zoals de T-1, EUR-1, analysegegevens van de fabrikant, vrachtbrief, losinstructies, pakbon, inslagopdracht, loods-inslagbon, facturen voor de goederen en facturen voor de door eiseres aan [A BV] doorberekende rechten. [A BV] heeft voorafgaand aan iedere aangifte de hoeveelheid (kilo’s en ‘big bags’) doorgegeven aan eiseres en vermeld dat het ‘Cerolac permeatpulver’ betreft. Op de facturen voor de goederen van [bedrijf 1] en de T-1-documenten van [bedrijf 2] staat telkens vermeld dat het melkpermeaat is. Op enkele EUR-1-certificaten staat vermeld ‘Cerolac Milchpermeatpulver’ en op de inslagbonnen van eiseres staat ‘melkpermeaat’ vermeld. Op de facturen van eiseres aan [A BV] voor de doorbelasting van de rechten staat (vaak) ‘weipermeaat’. Soms staat er niets op de factuur.

3. De ingevoerde goederen zijn afkomstig uit Zwitserland. De fabrikant is [fabrikant] gevestigd te [zwitserland] . De goederen worden via [bedrijf 2] gevestigd te [zwitserland] , geleverd aan [bedrijf 1] gevestigd te [denemarken] (hierna: [bedrijf 1] ), die de goederen factureert en levert aan [A BV]

4. Voorafgaand aan de cni zijn monsters genomen en onderzocht. Deze monsters zijn genomen van goederen die in juni 2013 zijn aangegeven. De desbetreffende vier aangiften zijn niet in de utb begrepen.

5. Het douanelaboratorium heeft het product ‘Milk permeate’ van [fabrikant] (uiterlijk: crèmekleurig poeder) onderzocht en onderstaand bevonden:

Analyse Methode Bevindingen (gewichtspercentage)

Totaal vet Röse-Gottlieb 0.2

Proteïne Nx6.38 3.7

Lactose HPLC ca 76.0

Melkzuur HPLC <0.05

6. In een brief van 19 augustus 2013 van [medewerker A] van [A BV] aan de douane staat, voor zover van belang, het volgende:

“ [A BV] , [medewerker B] heeft in Maart 2012 telefonisch contact gehad met de firma [X BV] ; Dhr. [medewerker C] met de vraag of zij weten hoe wij melkpermeaat uit Zwitserland van de firma [fabrikant] kunnen invoeren.

[X BV] heeft aangegeven dit product te kennen en te weten hoe dit ingevoerd moet worden, zij hebben aangegeven hier ervaring mee te hebben en dit reeds voor andere klanten in te voeren.

[X BV] heeft geadviseerd dit niet door [A BV] zelf te laten doen, maar door de firma [X BV] te laten invoeren.

Vervolgens heeft [A BV] elke partij melkpermeaat uit Zwitserland naar de firma [X BV] laten leveren door haar leverancier ( [bedrijf 1] ) . Op de aanmelding (losopdracht) stond altijd vermeld het product melkpermeaat en de opmerking dat deze ingeklaard dient te worden. Tevens is van elke partij altijd een factuur van de leverancier meegestuurd, met daarop weer het verzoek om de betreffende partij in te klaren. Een kopie van de factuur en de begeleidende mail heb ik bijgesloten.”

7. In een e-mail van 20 augustus 2013 heeft [medewerker A] van [A BV] onder meer het volgende aan de douane meegedeeld:

“M.b.t. uw vraag of wij willen verklaren of alle leveringen identiek zijn geweest moeten wij U meedelen dat wij niet kunnen verklaren dat alle leveringen identiek aan de door U genomen monsters van 4 partijen.

Dit ligt in het feit dat de kwaliteit van deze leverancier niet constant is.

Wij begrijpen dat U in dat geval alle documenten van alle leveringen wilt hebben. Wij zullen dit voor U verzorgen.”

8. Verweerder heeft eiseres op 6 januari 2014 op de hoogte gesteld van het voornemen om de utb uit te reiken. Op verzoek van eiseres is de reactietermijn verlengd van 20 januari 2014 tot en met 3 februari 2014. Verweerder heeft op 4 februari 2014 een reactie van de gemachtigde ontvangen.

9. Op 3 april 2014 heeft verweerder de gemachtigde een kopie gestuurd van het dossier van de fysieke controle van de aangifte die door eiseres in opdracht van [A BV] is ingediend en die op 12 juni 2012 is aanvaard. Het formulier met de opdracht luidt, voor zover van belang, als volgt:

Controle in het kader van

Controle in het kader van GERAAKT (STEEKPROEF)PROFIEL

(…)

Behandelwijze

Behandelwijze FYSIEKE CONTROLE

Controle-aanwijzing

Controle-aanwijzing KOPIE VAN ALLE RELEVANTE BESCHEIDEN

OP ZENDING BETR. HEBBEN

Noteer LVO

(…)

Controle-item

Controle-item Soort en samenstelling

Details

Opdracht toelichting Zending bestaat uit 15 colli.

Aantal colli te openen : 3

(…)”

Het formulier met de taak luidt, voor zover van belang, als volgt:

Opdracht toelichting

Opdracht toelichting Zending bestaat uit 15 colli.

Aantal colli te openen : 3

Details

Toelichting NEEM GOEDEREN FYSIEK OP, IN HET KADER

VAN STEEKPROEF OP ALLE GOEDEREN.

(…)

Bevinding

Bevindingen en waarnemingen

Bevindingen en waarnemingen door medewerker loods j&s aan mij getoond:

15 bigbags inhoudende: Cerolac Milk Sugar, BBKD,

lotnr. 0222279, geen lvo op goed aanwezig

(…)”

Het formulier met de ‘Opdracht - Comfortinfo Risicogegevens’ luidt, voor zover van belang, als volgt:

Selectieprofielen

Selectieprofiel

Soort profiel CENTRAAL PROFIEL

Profielnummer 8569

Reden selectie / motivatie LCO 0048: WIT KANAAL

Opdracht aanwijzing DE GOEDEREN MOGEN ONMIDDELLIJK

WORDEN WEGGEVOERD. DE VERIFICATIE

WORDT DOOR SAGITTA BEEINDIGD.

ER VINDT GEEN CONTROLE VAN DE

AANGIFTE PLAATS, DE AANGIFTEWORDT

ZOGENAAM “ADMINISTRATIEF AFGEDAAN”.

Selectieprofiel

Soort profiel CENTRAAL PROFIEL

Profielnummer 8936

Reden selectie / motivatie LCO 9999: LANDELIJK STEEKPROEFPROFIEL

Opdracht aanwijzing NEEM GOEDEREN FYSIEK OP, IN HET KADER

VAN STEEKPROEF OP ALLE GOEDEREN.”

10. In een document van [fabrikant] , met titel ‘Product presentation’ is de volgende informatie opgenomen:

Cerolac Crystallized

Definition

Cerolac Crystallized is spray dried milk permeate powder. This product contains crystallized lactose, this makes it less hygroscopic.

Application

Cerolac Crystallized is a dairy ingredient which can be used, dry or dissolved, in a large product range. This product is used in particular as base for the chocolate’s manufacturing. It’s also used to produced Kosher products.

General information Colour slightly yellow

Odour / Taste pure / slightly sweet taste

Appearance fine, homogeneous powder

Composition Method Typical Guaranteed

analysis contents

Chemical-physical

Humidity <2% 4% max.

Fat content (Teichert) 0.5% 1% max.

Protein (Kjeldahl, Nx6.38) 5% 5% max.

Minerals 8%

Lactose 84%

pH-value (potentiometric) 6.3 6.1-6.5

Solubility (ADPI) 0ml ≤2ml

Sc. Particles (ADPI) A B min.

Density loose 600-1000 g/l

Microbiological

Totale plate count. <10’000/g 50’000/g

Enterobacteriaceae neg./g 10/g

Staphylococcus aureus neg./g 10/g

Salmonella neg./25g neg./25g

Yeast / Mould <10/g 100/g

Nutritional information 100 g contain 1515 KJ (357 kcal)

Allergen declaration Milk

(…)

Customs Code 0404.90

Product designation Milk serum

(…)”

11. De Zwitserse douane heeft op 27 augustus 2013 een bindende tariefinlichting afgegeven aan [fabrikant] De tekst luidt, voor zover van belang, als volgt:

[fabrikant]

Cerolac Milk Sugar KD

Molke, modifiziert

Pulver aus sprühgetrocknetem Milchserum, mit einem Gehalt an Lacotse von 95 Gewichtsprozent oder weniger, als wasserfreie, auf die Trockensubstanz bezogene Lactose berechnet, in Papiersäcken à 25 kg oder in Big Bags

Tarifnummer: 0404.1000”

12. Op 25 september 2013 heeft eiseres een kopie van de onder 11 bedoelde bindende tariefinlichting naar de Douane, kantoor Schiphol Cargo, gestuurd met onder andere de volgende mededeling:

“Note. Cerolac Cristalling is het zelfde product als Cerolac Milk Sugar KD.”

13. In het rapport van NIZO food research B.V. gevestigd te Ede van november 2013 is onder meer het volgende opgenomen:

CONSULTANCY TARIEF INDELING MELKPERMEAAT

1 INLEIDING

[C BV] heeft over een periode van ruim een jaar regelmatig partijen melkpermeaat in Zwitserland gekocht en heeft deze partijen laten inklaren door [X BV] ( [Z] ). Op de bijbehorende documenten was expliciet aangegeven dat het product melkpermeaat was. Vanwege de grote mate van overeenkomst in samenstelling met weipermeaat heeft [X BV] het product als weipermeaat (…) laten inklaren, hetgeen al meerdere jaren gebruikelijk was.

De belastingdienst/douane heeft echter met terugwerkende kracht alle partijen die door [C BV] waren aangekocht ondergebracht in GN-code 0404 90 21 (o.a. producten bestaande uit natuurlijke bestanddelen van melk met een vetgehalte < 1,5%, (…)), met als gevolg dat aanzienlijk hogere invoerrechten zijn verschuldigd.

[C BV] heeft NIZO food research BV verzocht consultancy te verlenen met betrekking tot de indeling in tariefgroep en samenstelling van melkpermeaat in vergelijking tot die van weipermeaat.

2 RESULTATEN

3 CONCLUSIES

4 AANBEVELINGEN

3 Geschil in hoger beroep

4 Toepasselijke bepalingen

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing