Home

Gerechtshof Amsterdam, 20-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1318, 16/00254

Gerechtshof Amsterdam, 20-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1318, 16/00254

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
20 april 2017
Datum publicatie
26 april 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1318
Zaaknummer
16/00254

Inhoudsindicatie

Douane. UTB terecht uitgereikt. Art. 203 CDW; onttrekking aan douanetoezicht door vermenging nafta met product van andere GN code.

Uitspraak

kenmerk 16/00254

20 april 2017

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X BV] , gevestigd te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 17 mei 2016 in de zaak met kenmerk HAA 15/4073 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 19 februari 2015 aan de rechtsvoorganger van

belanghebbende, [voorganger 1 BV] , een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 452.864,74 aan douanerechten.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 31 juli

2015, de UTB gehandhaafd.

1.3.

Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak

ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 29 juni

2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 31 oktober 2016 zijn nadere stukken ontvangen van de inspecteur. Deze zijn in

afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 maart 2017. Van het verhandelde

ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 1 tot en met 10 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.

“1. Aan [voorganger 2 BV] (de rechtsvoorganger van eiseres, hierna: de

BV) is met ingangsdatum 1 februari 2012 een vergunning actieve veredeling schorsingssysteem verleend.

2. Op 1 maart 2012 heeft de BV aangifte gedaan voor het plaatsen van 12.279.968 kg ‘nafta; andere lichte oliën’ onder de douaneregeling douane-entrepot. Het aangegeven land van oorsprong is Letland en de aangegeven goederencode is 2710 12 90. Deze niet-communautaire goederen zijn opgeslagen in een tank. Er is voor deze partij geen aangifte gedaan voor plaatsing onder de (economische) douaneregeling actieve veredeling.

3. Op 2 maart 2012 is het lege zeeschip [zeeschip] beladen. Volgens het beladingsplan is vanuit het douane-entrepot de hiervoor genoemde 12.279.968 kg nafta geladen. Vanuit een aantal andere tanks (accijnsgoederenplaatsen hierna: AGP’s) is hetzij nafta, hetzij een mengsel van nafta en aromatische koolwaterstoffen geladen. Aan boord van het zeeschip heeft vermenging plaatsgevonden.

4. Voor de partijen afkomstig uit de AGP’s zijn ten behoeve van de uitvoer op 4 maart 2012 een elektronisch administratief document (hierna: eAD) en een uitvoeraangifte opgemaakt. In beide documenten is als goederenomschrijving opgenomen ‘light cat cracked spirit’ en GN-code 2710 12 41 vermeld.

5. Voor de partij afkomstig uit het douane-entrepot is ten behoeve van de wederuitvoer op 4 maart 2012 een T1-document opgemaakt met als goederenomschrijving ‘light cat cracked spirit’ en GS-code 2710 19. Het land van bestemming is Togo.

6. De bill of lading van 4 maart 2012 vermeldt als omschrijving van de goederen ‘Nigerian grade gasoline RON 91’.

7. In opdracht van de verkoper en de koper van de goederen is voorafgaand aan de belading van het zeeschip door [monster BV] (hierna: [monster BV] ) een monster genomen. Een e-mail bericht van [medewerker 1] van [monster BV] aan [medewerker 2] van het Olie- en Gasteam van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen te Rotterdam houdt onder meer in:

“Er is door ons, op basis van de volumetrische verdelingen in het laatst beschikbare laadplan, een monster samengesteld van product uit de diverse landtanks. Dit monster is geanalyseerd volgens de methodes beschreven in de bij nominatie ontvangen specificaties en tegen zelfde specificaties getoetst.”

8. Een door [monster BV] opgemaakt ‘certificate of quality’ met nummer 12-001946-0-RDAM (2) houdt in:

CERTIFICATE OF QUALITY

Interim Laboratory Report No. 12-001946-0-RDAM( 2)

Our Ref.: 1100001816 Date: Job is not authorised

Sample ID

12-001946-0-RDAM-001-00

Description

“ [zeeschip] ” Proportional composition sample ex shore tanks before loading 2-MAR-2012 BP Terminal Amsterdam

Product

NIGERIAN GRADE GASOLINE RON 91

Seals

None

Packing

Coloured Glass ((> 250 ml)

Test

Method

Unit

Specification

Result

Density at l5 oC

ASTM D4052

Kg/1

0.7200-0.7600

0.7515

Appearance

Visual

Clear and Bright

Bright and Clear

Colour

Visual

Undyed

Undyed

Distillation

I.B.P.

10% evap.

50% evap.

90% evap.

F.B.P.Residue

ASTM D 86

oC

oC

oC

oC

oC

% v

max. 70

max. 125

max. 180

max. 210

max. 2

34.9

53.1

90.2

157.2

187.8

1.5

Copper Corrosion 3hrs. @ 50°C

ASTM D 130

max. 1

1A

Existent Gum

ASTM D 381

mg/100 ml

max. 4

<0.5

Oxidation Stab.

ASTM D 525

minutes

min. 360

>360

R.O.N.

ASTM D2699

min. 91.0

91.2

Ethanol

EN13132mod

Nil

<0.2

Odour

--

Marketable

Marketable

Lead

ASTMD3237

mg/1

Unleaded

<0.2

Sulphur

ASTM D5453

% m

max. 0,1

0.0064

Benzene

ASTM D6839

% v

max. 2

0.82

Vapour Pressure (DVPE) at 100 oF

ASTM D5191

psi

max. 9

8.60

9. Een brief van het Douane Laboratorium van 12 februari 2014 aan verweerder, met kenmerk 15/447/67 SO houdt, voor zover van belang, in:

“Met betrekking tot uw casus betreffende de lichte olie, waarvan u het

analysecertificaat “Certificate of Quality, report no. 12-001946-0-RDAM” heeft

meegeleverd kan ik u het volgende melden.

U geeft aan dat een partij olie, aangegeven als “Nafta, andere lichte oliën” van GN

code 2710.1290, is gemengd met diverse oliën.

Het gevormde mengsel is aangegeven als licht olie GN code 2710.1241 met de

omschrijving “Nigeria Grade Gasoline RON 91”.

(…)

Het bijgeleverde analysecertificaat “Certificate of Quality, report no. 12-001946-0-

RDAM” vermeldt als productnaam “Nigerian grade gasoline RON 91”.

Van het oorspronkelijk product” Nafta, andere lichte olie”, heeft u geen analyse

rapport bijgevoegd. De indeling van dit oorspronkelijk product kan ik derhalve niet

verifiëren.

Het analysecertificaat van de “Nigerian grade gasoline RON 91” vermeldt de volgende

kenmerken:

- Distillatietraject tussen 34,9 en 187,8 °C.

- Het verschil tussen de temperaturen waarbij 5 en 90% overdistilleert, distillatie

verliezen inbegrepen, bedraagt meer dan 60 °C.

- RON (octaangetal) van 91,2

- Vapour Pressure (dampspanning) van 8,6 psi (ca. 59 KPa)

- Benzeengehalte 0,82 %volume

De indeling van het product:

Op basis van het distillatietraject, tussen 34,9 en 187,8 °C, is het product aan te merken als

lichte olie (aanvullende aantek. 4 op Hoofdstuk 27).

Het product betreft geen “speciale lichte olie”, aangezien het verschil tussen de

temperaturen waarbij 5 en 90% overdistilleert , distillatie verliezen inbegrepen, meer dan 60

°C bedraagt (aanvullende aantek. GN 2 letter a).

Het product dient derhalve ingedeeld te worden als motorbenzine (2710.1231 -2710.1270)

of als andere lichte olie (2710.1290).

Op basis van het octaangetal en loodgehalte, dit zijn specifieke kenmerken voor een

motorbenzine, dient het product meet specifiek ingedeeld te worden onder post 27 10.1241.

Dit is ook in overeenstemming met de productomschrijving, deze bevat immers het woord

“Gasoline” (benzine).

Het is onjuist om het product in te delen onder de post “andere lichte olie” 2710.1290. Deze

post bevat onder andere “nafta” en andere lichte oliën die niet geschikt zijn als

motorbrandstof. Nafta is een basisproduct voor motorbenzine, nafta heeft een RON

(octaangetal) van ca. 40 tot 70. Producten met een RON van 85 of lager zijn niet geschikt

als motorbrandstof.

Op basis van het RON (octaangetal) is het onjuist het bovengenoemde product aan te

merken als “andere lichte olie” van post 2710.1290.

(...)”

10. Een brief van het Douane Laboratorium van 11 november 2015 aan verweerder, met kenmerk 15/447/436 SO houdt, voor zover van belang, in:

“In februari 2015 heb ik de indeling beschreven van het product “Nigerian Grade

gasoline RON 91” waarvan u het analysecertificaat “Certificate of Quality, report

no. 12-001946-0-RDAM” (versie 2) had meegeleverd. (15/447/67 SO)

Van dit analysecertificaat is nieuwe versie verschenen, versie 3. Uw vraag is of

deze nieuwe versie, waarin een 2 tal wijzigingen zijn aangebracht, een gewijzigd

inzicht op de indeling zou kunnen opleveren.

De verschillen van versie 3 t.o.v. versie 2 zijn :

- Versie 2 vermeld een I.B.P. van 34,9 °C. Dit I.B.P. is verwijderd in versie 3.

- Versie 2 vermeld een loodgehalte (Lead) van <0,2 mg/l, in versie 3 is dit

resultaat veranderd naar “unleaded”.

Deze verschillen zijn niet relevant met betrekking tot de indeling. De indeling

zoals geconcludeerd in mijn brief met het kenmerk 15/447/67 SO wordt niet

beïnvloed door de kleine wijzigingen welke vermeld zijn in versie 3 van het

“Certificate of Quality”.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de UTB terecht is uitgereikt en meer in het bijzonder of sprake is van een onttrekking aan het douanetoezicht zoals bedoeld in art. 203 CDW (hierna: onttrekking).

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing