Gerechtshof Amsterdam, 04-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1611, 15/00534 en 15/00535
Gerechtshof Amsterdam, 04-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1611, 15/00534 en 15/00535
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 4 april 2017
- Datum publicatie
- 3 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:1611
- Zaaknummer
- 15/00534 en 15/00535
Inhoudsindicatie
Douane. Antidumpingrechten. Rechtmatigheid van Verordening 91/2009 en Verordening 723/2011 kan niet worden getoetst aan het DSB-rapport van 12 februari 2016. Geen terugwerkende kracht Verordening 2016/278, vanwege het door de wetgever beoogde prospectief karakter ervan. De inspecteur slaagt in de op hem rustende bewijslast dat de goederen van Chinese oorsprong zijn. Volgens belanghebbende ten onrechte door Maleisische inspecteur aan exporteur afgegeven Form A’s is geen vergissing van de inspecteur in de zin van artikel 220, lid 2, aanhef en onder b, CDW. Vijftal in utb begrepen douaneschulden binnen termijn van drie jaar na ontstaan ervan door belanghebbende ontvangen. Indeling gipsplaat- en spaanplaatschroeven onder GN-code 7318 15 59 (Hof) en niet onder GN-code 7318 15 10 (belanghebbende) of onder GN-code 7318 14 99 (inspecteur), gelet op de in het dossier aanwezige informatie over de aard van de goederen.
Uitspraak
kenmerken 15/00534 en 15/00535
4 april 2017
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op de hoger beroepen van
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma RB)
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerken AWB HAA 14/2459 en 14/2460 van de Rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 1 juni 2012 een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt voor € 434.957,47 aan antidumpingrechten (hierna: utb 1). Belanghebbende heeft tegen deze beslissing bezwaar ingediend, binnengekomen bij de inspecteur op 6 juni 2012.
De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 13 juli 2012 een utb uitgereikt voor € 1.120.925,38 aan antidumpingrechten (hierna: utb 2). Belanghebbende heeft tegen deze beslissing bezwaar ingediend, binnengekomen bij de inspecteur op 17 juli 2012.
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 6 juni 2014 utb 1 verminderd met € 1.621,14 tot € 433.336,33 en een proceskostenvergoeding toegekend van € 243.
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 6 juni 2014 utb 2 verminderd met € 5.558,50 tot € 1.115.366,88 en een proceskostenvergoeding toegekend van € 243.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken op bezwaar van de inspecteur beroepen ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 28 mei 2015 heeft de rechtbank de beroepen ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 29 mei 2015.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’.
“1. Eiseres heeft in de periode 2 juni 2009 tot en met 30 juli 2009 in eigen naam en voor eigen rekening twaalf aangiften gedaan voor bevestigingsmiddelen onder goederencodes 7318 12 90 90 en 7318 14 91 90 en oorsprong Maleisië. De aangegeven oorsprong is gebaseerd op een Form A. Op de facturen van leverancier [leverancier] te Hong Kong worden de goederen nader omschreven. De exporteur van de goederen is [exporteur] te Maleisië.
2. Eiseres heeft in de periode 4 augustus 2009 tot en met 29 maart 2010 in eigen naam en voor eigen rekening dertig aangiften gedaan voor bevestigingsmiddelen onder goederencodes 7318 12 90 90, 7318 14 91 90, 7318 14 10 90, 8302 10 00 90, 7318 15 59 99 en 8302 41 10 00 en oorsprong Maleisië. De aangegeven oorsprong is gebaseerd op een Form A. Op de facturen van leverancier [leverancier] te Hong Kong worden de goederen nader omschreven.
3. De Commissie heeft op 22 februari 2010 informatie gevraagd aan de lidstaten over de invoer van stalen bevestigingsmiddelen met aangegeven oorsprong Maleisië (AM-melding 2010/002). Naar aanleiding van de ontvangen informatie heeft de Commissie op 26 augustus 2010 een verzoek om bijstand gestuurd aan het Maleise Ministry of International Trade and Industry (hierna: MITI). In de brief staat onder meer het volgende:
“1. DESCRIPTION OF THE CASE
EU professional trade and several Member States (Germany, Spain, Netherlands) informed OLAF about suspected imports into the EU of Chinese steel fasteners liabte to antidumping duties, under cover of Malaysian certificates of preferential origin.
According to the information received, Chinese providers had offered to different European importers the possibility to evade the antidumping duties by transhipping the bolts through Malaysia. This has been confirmed by a Chinese exporter, according to whom several containers have already been imported without paying the anti-dumping duties in question, and by the investigation carried out in Germany which identified apparent transhipment in Penang.
Council Regulation 91/2009 of 26 January 2009 imposed antidumping duties at rates between 26.5% and 85.0% on certain iron or steel fasteners other than of stainless steel, originating in the People’s Republic of China, falling within CN codes 7318 12 90, 7318 1491, 7318 14 99, 7318 15 59, 7518 15 69, 7318 15 81, 7318 15 89, LJN ex7318 15 90 (TC 7318 1590 19, 7318 15 90 69 and 7318 15 90 89), LJN ex7318 21 00 (TC 7318 21 00 29 and 7318 21 0099) andex7318 22 00 (TC 7318 22 00 29 and 7318 22 00 99).
Moreover the preferential origin certificates form A used in many imports into the EU, entitle the goods to enter the EU within the preferential regime, i.e. at a zero duty rate, instead of 3,7% third country duty but there are grave suspicions concerning the accuracy of the information provided to the Malaysian authorities regarding the true origin of the products in question.
OLAF verified Chinese export statistics to Malaysia and Malaysian import statistics into the EU.
Following the introduction in January 2009 of definitive antidumping duties on imports into the EU of certain steel fasteners of Chinese origin, it was noted that the statistics indicated an increased traffic in such goods, under headings liable to antidumping duties, in 2009/2010,from China to Malaysia (GTA stats):
- 2008: 14 125 tons – 19 137 661 €,
- 2009: 60 981 tons - 54 578 243 €,
- 2010 (4 months): 32 604 tons - 28 390 481 €
and from Malaysia to the EU (COMEXT stats):
- 2008: 12 627.7 tons - 22 600 750 €,
- 2009: 32 712 tons - 38 965 000 €,
- 2010 (3 months): 21 027 tons- 22 175 000 €
(…)
2 ACTIONS REQUESTED
(…)
Therefore I would be very grateful if you could provide OLAF with the following information:
• A listing of the certificates of origin (preferential and non preferential) issued in favour of the firms mentioned above since January 2009, together with the list of the corresponding exports to the EU linked to these certificates. This overview will facilitate OLAF to detect false certificates of origin, never issued by MITI, presented at importation into the EU.
• A listing of the exports of steel fasteners from the Principal Customs Area (PCA) to the EU by the firms in question since January 2009. Please provide copies of the relevant K2 document (normal exports). This overview will be very useful to cross check with registered imports into the EU.
• A listing of the consignments of the companies mentioned above since January 2009, subject to a direct transhipment or transit and the relevant ZB3 document.
• A listing of all imports of the Chinese steel fasteners into Malaysia, the destination of these imports and, if there are any indications of transhipment of Chinese steel fasteners via Malaysia to the EU.
• A listing of all consignments imported into the Free Zones and all consignments exported from the Free Zones, since January 2009 (ZB1 and ZB2 traffic). Please provide in particular the container information and the links between ZBI and ZB2 and/or ZB4 in order to link the two operations.
• The added value activities or processing carried out on these goods by the firms, in the course of their movement through the free zones (ZB4 traffic).
This preliminary verification will result in the identification of the steel fasteners consignments which were merely transhipped in Malaysia, those which were imported from the PR China and subsequently re-exported to the EU and those which indeed originate in Malaysia.”
4. In de uitnodiging voor de bespreking tussen OLAF en MITI op 13 oktober 2011 staat onder meer het volgende:
“2.2. Information fromtheMalaysianauthorities.
In the light of the information provided by the MS, OLAF sent a request for assistance on 26/08/10 to the Malaysian authorities. Following this request the Malaysian authorities provided OLAF with a certain number of tables concerning the transhipment of Chinese steel fasteners through Malaysia.
Matching of consignments.
Unit B2 Customs 1 requested OLAF Unit C4 to carry out a matching exercise between the information received from the Malaysian authorities (previous imports from China into Malaysia and subsequent re-exports from Malaysia to the EU) and information from the MS (imports into the EU stored in an EU masterlist) to have a clear trail for each imported consignment back to the supplier in China; this detail is also useful for the application of the ADD rate.
This matching exercise shows the following:
• 178 transhipments of Chinese fasteners through Malaysia to the EU have been established (see Annex 1: Totals of value and evaded ADD per MS importers and Chinese exporters, and Annex 2: Details of matched consignments1’),
• the successful matching of consignments has been done mostly on the basis of the container’s numbers,
(…)
1The three stages of each matched consignments are reported in Annex 2:
- consignments identified by the MS matching (by container’s numbers) with
- export data (ZB2/K8) from both free zones (Port Klang andPenang) to the EU, matching (byZB1/K8 ref mentioned in ZB2/K8 for Pt Klang and by quantities mentioned in both declarations for Penang) with
- import data into the free zones from China (ZBl/K8).
(…)
4 ANNEXES
Annex 1: Totals of value and evaded ADD per MS importers and Chinese exporters
Annex 2: Details of matched consignments”
Bijlage 2 bij de uitnodiging bevat een document over onder meer de onderhavige zendingen. De uitvoer uit Port Klang, Maleisië, wordt hierbij in verband gebracht met de invoer in Port Klang, Maleisië, vanuit China. De bestemmeling is [exporteur] en de afzender [afzender] te China.
5. Onder andere de onder 1 en 2 bedoelde aangiften zijn onderwerp geweest van een controle na invoer. In het controlerapport van 14 februari 2011 is onder meer het volgende opgenomen:
“3.4 Oorsprong
De oorsprong van de ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen (GN 7318.1290, 7318.1491, 7318.1559 en 7318.1581) is van belang omdat er anti dump recht verschuldigd is als de goederen van Chinese oorsprong zijn. (…)
Om een uitspraak te kunnen doen over de formele juistheid van de oorsprongsbescheiden (Form A) zijn er originele certificaten ingenomen voor nadere controle. Hiervoor is een ontvangstbewijs afgegeven. Deze controle kan de nodige tijd vergen. Wanneer tijdens deze controle onregelmatigheden worden vastgesteld, kan dit leiden tot een boeking achteraf van de alsnog verschuldigde rechten bij invoer.
4 Recapitulatie van het onderzoek
De aangegeven goederencodes van de aangiften voor het vrije verkeer vermeld in bijlage 1 en 2 zijn onjuist. Wijziging van deze goederencodes in de juiste goederencodes en de aanpassing leidt niet tot een fiscale correctie.
Er is in de rapportage een voorbehoud gemaakt voor de formele juistheid van de oorsprongsbescheiden.”
Relevante wet- en regelgeving
(…)”
Nu de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan.