Gerechtshof Amsterdam, 15-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2308, 16/00333
Gerechtshof Amsterdam, 15-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2308, 16/00333
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 15 juni 2017
- Datum publicatie
- 5 juli 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:2308
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2989, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/00333
Inhoudsindicatie
De door belanghebbende aangeschafte elektrische fiets voor zijn aan COPD lijdende echtgenote kwalificeert niet als hulpmiddel in de zin van artikel 6.17 Wet IB.
Uitspraak
kenmerk 16/00333
15 juni 2017
uitspraak van de meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 19 juli 2016 in de zaak met kenmerk HAA 15/4274 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 19 mei 2015 aan belanghebbende voor het jaar
2012 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.415.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 1
september 2015, de aanslag gehandhaafd.
Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak
ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 12
augustus 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op 22 november 2016 is een brief ontvangen van belanghebbende. Deze is in afschrift
verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 mei 2017. Van het verhandelde
ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 1 tot en met 3 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“1. Eiser is gehuwd met [echtgenote] (hierna ook: de echtgenote). De echtgenote lijdt aan COPD en heeft in 2012 een Hudsonbike, type Sachs aangeschaft met lage instap en met een aanschafprijs van € 2.842.
2. Eiser heeft aangifte over 2012 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.001. In deze aangifte heeft eiser onder meer een bedrag van € 5.735 specifieke zorgkosten in aanmerking genomen.
3. Verweerder heeft bij het opleggen van de aanslag de aangifte gecorrigeerd. Het geschil betreft de correctie van de aftrek van de kosten voor de Hudsonbike.”
Nu de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de door belanghebbende aangeschafte elektrische fiets kwalificeert als hulpmiddel in de zin van artikel 6.17 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB).
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.