Gerechtshof Amsterdam, 22-08-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3640, 16/00519
Gerechtshof Amsterdam, 22-08-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3640, 16/00519
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 augustus 2017
- Datum publicatie
- 26 oktober 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:3640
- Zaaknummer
- 16/00519
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. De 'total body scan' vormt een algemene preventieve maatregel , en kan daarom niet als behandeling “wegens ziekte” worden aangemerkt; de voor en in verband met het onderzoek gemaakte kosten zijn niet aftrekbaar.
Uitspraak
Kenmerk 16/00519
22 augustus 2017
op het hoger beroep van
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] belanghebbende,
(gemachtigde: M. Collij)
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 16/1640 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) van 17 oktober 2016 in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
(gemachtigden: R.A. Wolffram en mr. J.H. van Wier).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.502. Belanghebbende heeft tegen de aanslag bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.278.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 augustus 2017. Aldaar verschenen namens belanghebbende gemachtigde voornoemd alsmede, namens de inspecteur eveneens gemachtigden voornoemd. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De rechtbank heeft de volgende, in hoger beroep niet bestreden, feiten vastgesteld, welke feiten het Hof als vaststaand overneemt (de rechtbank duidt belanghebbende aan als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“1. Eiser, geboren in 1940, is gehuwd met [naam 1] , geboren in [geboortejaar] (hierna: de echtgenote). Het belastbare inkomen uit werk en woning van de echtgenote voor het jaar 2014 is berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 11.584.
2. De echtgenote heeft in 2014 bij [naam 2] , een in Duitsland gevestigd bedrijf, een ‘total bodyscan’ laten uitvoeren. De daartoe door [naam 2] opgemaakte nota van 15 oktober 2014 vermeldt o.a.:
“Total Body Scan, incl. cardiologisch onderzoek en longfunctieonderzoek € 965,00
Korting [bedrijf] – Last Minute Actie (okt. 2014) € 120,00-
Laboratoriumonderzoek uitgebreid € 169,00
MRI Longen icm Total Body Scan € 175,00
Administratie en reserveringskosten (…). € 49,00.”
Tot de stukken behoren - in de Duitse taal opgestelde - verslagen van de resultaten van dit onderzoek.
3. De huisarts van de echtgenote heeft, met dagtekening 29 januari 2016, schriftelijk het volgende verklaard:
“Bij deze stem ik in met het ondergaan van een totale lichaamscan d.d. november 2014”.
4. De kosten van de bodyscan ad € 1.238 en de voor het onderzoek gemaakte reiskosten zijn als specifieke zorgkosten in de aangifte van eiser opgenomen. Bij brief van 30 juni 2015 heeft verweerder nadere informatie aan eiser gevraagd omtrent onder meer de in de aangifte opgenomen ziektekosten. De gemachtigde heeft hierop bij brief van 20 augustus 2015 gereageerd, waarbij hij onder meer de – hiervoor vermelde - nota van [naam 2] van 15 oktober 2014 heef toegestuurd. Bij brief van 14 oktober 2015 heeft verweerder eiser bericht dat de kosten van [naam 2] niet als specifieke zorgkosten worden aanvaard.
5. In zijn bezwaarschrift van 11 december 2015 voert de gemachtigde aan dat
- de nota van de tandarts ad € 21,29 ten onrechte niet is meegenomen in de berekening van de specifieke zorgkosten’
- de ‘medische’ kilometers 1550 km belopen, die in aanmerking moeten worden genomen tegen € 0,40 per km;
- de kosten van de bodyscan ten onrechte niet zijn aanvaard, nu de scan en de beoordeling daarvan zijn uitgevoerd door een arts.
(…)”
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is het geschil beperkt tot de vraag of de kosten van [naam 2] (€ 1.238) en de voor het onderzoek gemaakte reiskosten (€ 240) aftrekbaar zijn als specifieke zorgkosten. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de inspecteur ontkennend.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank. Het niet-toekennen van een vergoeding van kosten voor een (telefonisch) hoorgesprek, is niet langer in geschil.