Home

Gerechtshof Amsterdam, 05-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3644, 16/00529

Gerechtshof Amsterdam, 05-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3644, 16/00529

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
5 september 2017
Datum publicatie
13 september 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3644
Formele relaties
Zaaknummer
16/00529

Inhoudsindicatie

Precariobelasting. Rijksconcessie moet geacht worden te zijn vervallen, zodat de van toepassing zijnde regeling van rechtswege is geëindigd. Het in hoger beroep aangevoerde doet hieraan niet af.

Uitspraak

kenmerk 16/00529

5 september 2017

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,gemachtigde: mr. E.E. Troll (Allen & Overy) te Amsterdam

tegen de uitspraak van 8 mei 2015 in de zaak met kenmerk UTR 14/3836 van de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Muiden (thans: gemeente Gooise Meren), de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 januari 2014 aan belanghebbende voor het belastingjaar 2013 een aanslag precariobelasting opgelegd van € 71.000,00.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 28 mei 2014 de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank bij uitspraak van

8 mei 2015 ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep is ingekomen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 juni 2015 en aangevuld bij brief van

10 augustus 2015.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Bij brief van 30 september 2015 heeft belanghebbende een ‘reactie op het verweerschrift’ ingediend. Het Hof zal deze reactie aanmerken als conclusie van repliek.

1.7.

Bij brief van 21 oktober 2015 heeft de heffingsambtenaar een conclusie van dupliek ingediend.

1.8.

Bij brieven van 30 juni 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden partijen bericht dat (onder meer) de onderhavige zaak is aangehouden in afwachting van de arresten ECLI:NL:HR:2016:1270 en ECLI:NL:HR:2016:1267, is belanghebbende in de gelegenheid gesteld zich over die, op 24 juni 2016 gewezen, arresten uit te laten en is daarover de heffingsambtenaar geïnformeerd.

1.9.

Belanghebbende heeft van de haar geboden gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 15 juli 2016, aangevuld bij brief van 31 augustus 2016. De heffingsambtenaar heeft gereageerd bij brief van 8 november 2016.

1.10.

Bij beslissing van 29 november 2016, nr. 15/00774, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het onderhavige hoger beroep ter verdere behandeling verwezen naar het Hof.

1.11.

Partijen hebben nadere stukken ingediend, belanghebbende bij brief van 2 juni 2017, de heffingsambtenaar bij brief van 9 juni 2017.

1.12.

Van alle vorenvermelde stukken zijn afschriften aan de wederpartij verstrekt.

1.13.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 1 en 3 van haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’).

“1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Eiseres exploiteert een gas- en elektriciteitsnetwerk in de gemeente Muiden.

De burgemeester van de gemeente Muiden en de directie van [bedrijf-1] hebben op 3 augustus 1943 een regeling getroffen omtrent de wijze waarop het elektriciteitsbedrijf in de gemeente Muiden zal worden geëxploiteerd (hierna: de Regeling 1943).

(…)

3.1.

Op grond van artikel 1 van de Regeling 1943 - samengevat - is [bedrijf-1] gerechtigd om in, op of over de gemeentegrond kabels en leidingen en toebehoren te hebben, in stand te houden, te vernieuwen en daarvan of daaruit te verwijderen, zonder dat [bedrijf-1] daarvoor een vergoeding aan de gemeente Muiden verschuldigd zal zijn.

3.2.

Artikel 7 van de Regeling 1943, voor zover hier van belang, bepaalt dat de Regeling 1943 van rechtswege eindigt op het tijdstip waarop de aan de Provincie verleende Rijksconcessie ingetrokken of vervallen verklaard wordt dan wel vervalt, of waarop zij in die zin wordt gewijzigd, dat het gebied der Gemeente aan het concessiegebied der Provincie wordt onttrokken.”

2.2.

Nu de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hieraan de volgende feiten toe.

2.3.1.

Belanghebbende exploiteert als ‘netbeheerder’ in de zin van artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en van artikel 2, eerste lid, van de Gaswet, een elektriciteits- en gasnetwerk in onder meer de gemeente Muiden. Zij beheert de onder, op of boven de gemeentegrond aanwezige netten die worden gebruikt voor het transport en de levering van elektriciteit en gas aan huishoudens en bedrijven binnen het grondgebied van de gemeente.

2.3.2.

Belanghebbende is economisch eigenaar van de desbetreffende netwerken, welke in juridische eigendom toebehoren aan haar 100% dochtervennootschap [bedrijf-2] (hierna: [bedrijf-2] ).

2.3.3.

De aandelen van belanghebbende worden alle gehouden door [bedrijf-3] Het [bedrijf-3] -concern droeg tot 1 juli 2009 de naam ‘ [bedrijf-4] ’. Het is ontstaan na diverse overnames en juridische fusies, gevolgd door (diverse) naamswijzigingen van de betrokken vennootschappen. De vennootschappen [bedrijf-5] (hierna: [bedrijf-5] ), [bedrijf-6] (hierna: [bedrijf-6] ) en [bedrijf-7] (hierna: [bedrijf-7] ) zijn uiteindelijk overgenomen door dan wel opgegaan in een of meer tot het [bedrijf-3] -concern behorende vennootschappen.

2.3.4.

De gemeente Muiden (hierna: de Gemeente) en andere verkopende partijen (alle zijnde gemeenten, waaronder ook de gemeenten Naarden en Blaricum) hebben op 15 maart 1999 een koop-/verkoopovereenkomst (hierna: de Koopovereenkomst) inzake alle aandelen in het kapitaal van [bedrijf-6] gesloten met [bedrijf-7] als koper. In artikel 11.2 van de Koopovereenkomst is onder meer bepaald, kort gezegd, dat de verkopers gedurende een periode van tien jaar na de levering van de aandelen [bedrijf-6] het door ieder van hen gevoerde beleid ter zake van de heffing van precariorechten, zoals vastgelegd in Bijlage 8, ongewijzigd zullen voortzetten en dat het [bedrijf-6] , mocht een verkopende partij na afloop van die periode besluiten om alsnog over te gaan tot het heffen van (meer) precario, alsdan vrij zal staan om die lasten door te berekenen in haar tarieven voor het verbruik van elektriciteit en aardgas of in haar algemene tarieven. De genoemde Bijlage 8 bepaalt:

“Beleid heffing precario: er wordt door geen van Verkopers precario van [ [bedrijf-6] ] geheven”.

2.3.5.

Ter uitvoering van bepalingen in de Koopovereenkomst heeft de Gemeente vervolgens, in maart 1999, een infrastructuurovereenkomst (hierna: de Infrastructuur-overeenkomst) gesloten met [bedrijf-6] , welke voorziet in de wijze waarop de infrastructuur ten behoeve van gas- en elektriciteitsdistributie (hierna: het Distributienet) in de Gemeente wordt geëxploiteerd. Artikel 1 van de Infrastructuurovereenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“Rechten in verband met de exploitatie van het Distributienet

1.1

De Gemeente verleent hierbij aan [bedrijf-6] toestemming voor het gebruik maken van gemeentelijke gronden dan wel eigendommen van derden welke een openbare bestemming hebben, voorzover de Gemeente daarvoor op grond van enig publiekrechtelijk voorschrift vergunning kan verlenen, en voorzover dat gebruik bestaat uit het (doen) aanleggen, onderhouden, in stand houden, verleggen, vervangen, aanbrengen, wijzigen, uitbreiden, exploiteren, herstellen en verwijderen van (onderdelen van) het Distributienet, onder de voorwaarden als vervat in alle ter plaatse toepasselijke voorschriften, opgenomen in relevante wet- en regelgeving, zoals van tijd tot tijd al dan niet gewijzigd van kracht.

(…)

1.5

De gemeente verleent [bedrijf-6] hierbij het recht om onder omstandigheden die [bedrijf-6] daartoe redelijkerwijs nopen, zonder dat daarvoor ene vergoeding verschuldigd zal zijn, een zakelijk recht te vestigen om in, op of boven de openbare grond (onderdelen van) het Distributienet in eigendom te hebben of te verkrijgen, vervanging, verlegging en uitbreiding van het Distributienet daaronder begrepen. De kosten verbonden met het vestigen van zakelijke rechten zullen alsdan voor rekening van [bedrijf-6] zijn (…).”

In artikel 5.2 is bepaald dat ingeval van gewijzigde wet- en regelgeving (gemeentelijke verordeningen daarvan uitgezonderd) die onverkorte uitvoering van de infrastructuurovereenkomst doorkruist, partijen met elkaar in onderhandeling zullen treden teneinde een gewijzigde overeenkomst te sluiten waarin de afspraken en uitgangspunten zoals in de Infrastructuurovereenkomst vervat, zoveel mogelijk gehandhaafd blijven.

In artikel 6.1 is bepaald dat in geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit de Koopovereenkomst en de Infrastructuurovereenkomst, de bepalingen van de Koopovereenkomst voorrang zullen hebben.

2.4.1.

In de vergadering van de Gemeenteraad van de gemeente Muiden gehouden op 17 oktober 2013 is besloten tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2013, gepubliceerd in WeesperNieuws van 23 oktober 2013 (hierna: de Verordening).

2.4.2.

In de Verordening is onder meer het volgende vermeld:

“Artikel 2 Belastbaar feitOnder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht1. Ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

(…)

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. Het tarief bedraagt tot en met 31 december 2013 (…) per strekkende meter per maand € 0,25

2. Het tarief bedraagt met ingang van 1 januari 2014 (…) per jaar € 2,25 (…)

(…)

Artikel 13 Inwerkingtreding (…)

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 november 2013.

3.(…)”

2.5.

Bij brief van 30 augustus 2016 heeft [bedrijf-2] de gemeente Gooise Meren meegedeeld dat zij uit hoofde van haar rechten uit de Infrastructuurovereenkomst met de (voormalige) gemeente Muiden aanspraak maakt op het vestigen van een recht van opstal op, kort gezegd, de gas- en elektriciteitsnetwerken in, op en boven de grond van de gemeente.

3 Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank is voor het Hof in geschil of de aanslag precariobelasting terecht is opgelegd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing