Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3789, 16/00565

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3789, 16/00565

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 september 2017
Datum publicatie
4 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3789
Zaaknummer
16/00565

Inhoudsindicatie

IB. Dieetkostenaftrek. Belanghebbende heeft met de in hoger beroep overgelegde verklaringen en de eerder overgelegde dieetbevestiging, in onderlinge samenhang bezien, voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in het jaar 2014 op doktersvoorschrift het betreffende dieet diende te volgen.

De rechtbank heeft voorts ten onrechte geen vergoeding toegekend voor het bijwonen van de zitting.

Uitspraak

kenmerk 16/00565

21 september 2017

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] , belanghebbende,

gemachtigde: M. Collij

tegen de uitspraak van 11 november 2016 in de zaak met kenmerk HAA 16/1517 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 13 november 2015 aan belanghebbende voor het

jaar 2014 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.995.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 16 februari 2016, de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.573. De inspecteur heeft aan belanghebbende een kostenvergoeding toegekend van € 244.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak

van 11 november 2016 heeft de rechtbank daarop als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover daarbij een kostenvergoeding van € 244 is toegekend;

- stelt het bedrag van de kostenvergoeding voor de bezwaarfase vast op € 246;

- handhaaft de uitspraak op bezwaar voor het overige;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 186 en

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 20

december 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 september 2017. Van het

verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.

“1. Eiseres claimt in haar aangifte ib/pvv 2014 een dieetkostenaftrek van € 1.300 wegens het volgen van een koemelkeiwitvrij dieet (nr. 32, forfaitaire aftrek in 2014 € 200) en een energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt dieet wegens maag-, darm- en leverziekten (voorheen nr. 23, thans nr. 20, forfaitaire aftrek in 2014 € 1.100).

2. Verweerder heeft alleen de forfaitaire aftrek van € 200 (dieet nr. 32) toegekend.

3. Eiseres heeft de volgende dieetverklaringen overgelegd:

- een ‘Dieetbevestiging’ 2014, ondertekend door de huisarts van eiseres [Hof: [Huisarts A] van Huisartsenpraktijk [Z] ] op 3 juli 2015, waarop het dieet koemelkeiwitvrij wegens voedselovergelevoeligheid (nummer 32) is aangekruist;

- een ‘Bevestiging Voorschrift te houden dieet’, ondertekend door de toenmalige huisarts [Hof: [Huisarts B] ] van eiseres op 21 januari 2005, waarop is aangegeven dat eiseres dieetnummer 23 moet volgen en dat dit dieet levenslang moet worden gevolgd.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe.

2.3.

Belanghebbende heeft in hoger beroep de volgende dieetbevestigingen overlegd:

- een ‘Dieetbevestiging’ 2014, ondertekend door [Huisarts A] van Huisartsenpraktijk [Z] , met dagtekening 1 december 2014, waarop het dieet ‘Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt/lactosevrij’ (nummer 20) is aangekruist;

- een ‘Dieetbevestiging’ 2016, ondertekend door [Huisarts C] , eveneens verbonden aan Huisartsenpraktijk [Z] , met dagtekening 17 november 2016, waarop het dieet ‘Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt/lactosevrij’ (nummer 22) is aangekruist.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is of de aanslag niet naar een te hoog bedrag is opgelegd. Meer specifiek is in geschil of belanghebbende in aanmerking komt voor de dieetkostenaftrek voor het dieet ‘energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt/lactosevrij’. Tevens is in geschil of de rechtbank terecht geen vergoeding heeft toegekend voor het bijwonen van de zitting, of zij terecht een wegingsfactor van 0,25 heeft toegepast en of – indien het hoger beroep gegrond is – belanghebbende recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten in hoger beroep.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing