Gerechtshof Amsterdam, 12-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3863, 16/00510
Gerechtshof Amsterdam, 12-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3863, 16/00510
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 september 2017
- Datum publicatie
- 27 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:3863
- Zaaknummer
- 16/00510
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting. Belanghebbende stelt in hoger beroep dat de rechtbank een verkeerde uitleg heeft gegeven aan het zogenoemde ‘kenbaarheidsvereiste’ - de beoordeling van de vraag of het voldoende duidelijk was dat ter plaatse voor het parkeren betaald diende te worden door middel van het in werking stellen van een parkeerautomaat. Het Hof is echter van oordeel dat de rechtbank de juiste toets heeft aangelegd. Voorts is het Hof met de rechtbank van oordeel dat voldoende duidelijk is dat er op de locatie sprake is van een betaald parkeren-regime. Het hoger beroep is ongegrond.
Uitspraak
kenmerk 16/00510
12 september 2017
uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] , belanghebbende,
gemachtigde: mr. A.H. Blok (BVD advocaten) te Veenendaal
tegen
de uitspraak van 6 oktober 2016 in de zaak met kenmerk HAA 15/5080 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 5 mei 2015 aan belanghebbende
een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
Na hiertegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 30 september 2015 het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraak beroep ingesteld. Bij uitspraak van 6 oktober 2016 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 17 november 2016, en nader aangevuld bij brief van 11 januari 2017. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2017. Gelijktijdig en met instemming van partijen zijn ter zitting behandeld het hoger beroep van belanghebbende alsmede het hoger beroep van [H] (kenmerk Hof: 16/00511) inzake een in 2015 opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. Al hetgeen in een van deze zaken is overgelegd of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn overgelegd of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaak. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als eiser en de heffingsambtenaar als verweerder):
“Op 5 mei 2015 omstreeks 14:49 uur stond de auto van eiser, een [merk] , met kenteken
[kenteken] (hierna: de auto) geparkeerd aan de Oorsprongweg op parkeerterrein P2 te Bergen [Hof: hierna P2] zonder dat hiervoor parkeerbelasting is betaald. De parkeercontroleur heeft in verband hiermee de naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.”
Nu partijen tegen deze feiten geen bezwaren hebben aangevoerd, zal ook het Hof van deze feiten uitgaan. Het Hof voegt hier nog de volgende feiten aan toe.
Ter zitting heeft belanghebbende verklaard dat hij, in tegenstelling tot hetgeen in bezwaar en in beroep is aangevoerd, is gereden naar P2 komende vanuit de richting Camperduin. Rijdende op de Oorsprongweg staan, vlak voordat men P2 oprijdt, de volgende (verkeers-)borden langs deze route:
- -
-
een zonebord met een parkeerverbod;
- -
-
een verkeersbord, bevattende een waarschuwing voor verkeersdrempels;
- -
-
bij de ingang van P2 een zonebord ‘betaald parkeren’ en een houten bord van Staatsbosbeheer (dat laag bij de grond is geplaatst) met daarop de aanduiding “P2 parkeren” en een blauw vierkant met de witte letter ‘P’.
Op P2 staat, op de looproute van het parkeerterrein naar het bezoekerscentrum ‘Schoorlse Duinen’, een parkeerautomaat. Naast de parkeerautomaat staat een blauw bord met daarop de aanduiding ‘betaald parkeren’.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is, evenals bij de rechtbank, in geschil of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Evenals in eerste aanleg is het geschil toegespitst op het antwoord op de vraag of de verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse voor belanghebbende voldoende kenbaar was.