Home

Gerechtshof Amsterdam, 22-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3991, 15/00555

Gerechtshof Amsterdam, 22-06-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3991, 15/00555

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
22 juni 2017
Datum publicatie
4 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3991
Zaaknummer
15/00555

Inhoudsindicatie

De rechtbank heeft het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard omdat de bevoegdheid om namens belanghebbende beroep in te stellen onmiskenbaar blijkt uit de in beroep overgelegde machtiging. Voorts is de WOZ-waarde van een woning in geschil

Uitspraak

kenmerk 15/00555

22 juni 2017

uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z], belanghebbende,

gemachtigde: mr. F. Roet (Meldpunt Collectief Onrecht B.V.) te Heerhugowaard

tegen de uitspraak van 12 mei 2015 in de zaak met kenmerk AWB 14/35 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Y], de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) met dagtekening 28 februari 2013 de waarde van de onroerende zaak [de woning] te [Z] (hierna: de woning) voor het jaar 2013 vastgesteld op € 310.000. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013 bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bewaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 29 november 2013 de waarde van de woning gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 12 mei 2015 het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 17 juni 2015. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 mei 2017. Namens de heffingsambtenaar is verschenen E.J.M. Verhagen. Belanghebbende noch diens gemachtigde zijn verschenen. Blijkens gegevens van PostNL is de naar de gemachtigde op 13 maart 2017 per aangetekende post verzonden uitnodiging om op de zitting te verschijnen op

14 maart 2017 bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde. Belanghebbende is aldus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd, zodat de zitting doorgang heeft kunnen vinden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de heffingsambtenaar zijn aangeduid als ‘eiser’ respectievelijk ‘verweerder’ – de volgende feiten vastgesteld:

“1. Eiser heeft op 18 maart 2013 een zogenoemd Opdrachtformulier GratisinBezwaar.nl. (hierna: opdrachtformulier) ondertekend. Daarbij heeft eiser GratisinBezwaar.nl gemachtigd om voor en namens hem de opdracht voor het maken van bezwaar tegen de WOZ-waarde van de woning in behandeling te nemen en in rechte op te treden. In het opdrachtformulier heeft eiser tevens het Meldpunt Collectief Onrecht B.V. gemachtigd om hem in rechte te vertegenwoordigen in een eventuele juridische (vervolg)procedure.

2. Meldpunt Collectief Onrecht B.V. is op 2 januari 2014 namens eiser tegen de uitspraak op bezwaar in beroep gekomen. Dit beroepschrift is ondertekend in opdracht van “Gemachtigde”. Bij het beroepschrift is onder meer een afschrift van het opdrachtformulier van 18 maart 2013 overgelegd.

3. Verweerder heeft in zijn verweerschrift geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.”

2.1.2.

Nu partijen tegen de feitenvaststelling van de rechtbank geen bezwaren hebben aangevoerd, gaat ook het Hof daarvan uit. Het Hof vult de feiten als volgt aan.

2.2.

Het in onderdeel 2 van de rechtbankuitspraak genoemde beroepschrift van Meldpunt Collectief Onrecht B.V. luidt – voor zover in hoger beroep van belang – als volgt:

“BEROEPSCHRIFT

[belanghebbende] (…), te dezer zake woonplaats kiezende ten kantore van Meldpunt Collectief Onrecht B.V. aan het adres [adres] Heerhugowaard, welke namens hem bepaaldelijk gevolmachtigd is het beroep in te dienen.”

2.3.

Het in onderdelen 1 en 2 van de rechtbankuitspraak genoemde opdrachtformulier van 18 maart 2013 – dat als bijlage bij het beroepschrift is gevoegd – luidt onder ander als volgt:

Opdrachtformulier GratisinBezwaar.nl

(…)

Ondertekening

Hierbij geeft ondergetekende aan volledig rechtsbevoegd te zijn en kennis te hebben genomen van de voorwaarden gratisinbezwaar.nl (raadpleegbaar op www.gratisinbezwaar.nl/voorwaarden). (…). Verder machtigt ondergetekende gratisinbezwaar.nl om voor en namens haar de opdracht in behandeling te nemen in rechte op te treden. (…)

Ondergetekende verzoekt gratisinbezwaar.nl deze opdracht in behandeling te nemen. Tevens machtig ik hierbij Meldpunt Collectief Onrecht B.V. om mij in rechte te vertegenwoordigen in een eventuele juridische (vervolg) procedure.

Ondertekening:

(…)

Mail, stuur of fax het formulier aan ons via één van onderstaande wijze:

Meldpunt Collectief Onrecht

[adres]

te Heerhugowaard

(…)”

2.4.

De rechtbank heeft bij brief van 7 januari 2014 Meldpunt Collectief Onrecht B.V. erop gewezen dat het beroepschrift niet voldoet aan de daaraan te stellen voorwaarden en in dat verband (uitsluitend) gevraagd om een schriftelijke machtiging (niet ouder dan één jaar) waaruit blijkt dat hij is ge(vol)machtigd beroep in te stellen. Op 13 januari 2014 heeft de rechtbank een getekende volmacht retour ontvangen.

2.5.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 12 mei 2015 het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

2.6.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de woning.

2.7.

De woning betreft een twee-onder-een-kapwoning met een uitgebouwde woonkamer (een uitbouw), een garage en een tuin. Het bouwjaar is 1987. Exclusief de garage is de inhoud van de woning 408 m³. De perceelgrootte is 344 m².

2.8.

Tot de door de heffingsambtenaar in eerste aanleg overgelegde gedingstukken behoort een zogenoemde ‘Waardematrix’. In deze Waardematrix is ter onderbouwing van de vastgestelde waarde aansluiting gezocht bij verkoopgegevens van vier vergelijkingsobjecten welke onder andere zijn gelegen in de omgeving van de woning. Dienaangaande vermeldt de Waardematrix de volgende gegevens:

[vergelijkingsobject 1] (verkocht op 18 april 2013 voor € 232.000)

Type woning: twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1987

Inhoud woning: 344 m³

Kaveloppervlak: 240 m²

De woning betreft de buurwoning van de onderhavige woning en heeft een garage.

[vergelijkingsobject 2] (verkocht op 17 juni 2011 voor € 275.000)

Type woning: geschakelde twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1981

Inhoud: 414 m³

Kaveloppervlak: 267 m²

[vergelijkingsobject 3] (verkocht op 31 augustus 2010 voor € 340.000)

Type woning: twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1997

Inhoud: 417 m³

Kaveloppervlak: 280 m²

De woning heeft een garage.

[vergelijkingsobject 4] (verkocht op 16 januari 2012 voor € 315.000)

Type woning: twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1989

Inhoud woning

inclusief uitbouw: 427 m³

Kaveloppervlak: 257 m²

De woning heeft een garage, dakkapel, carport en een tuinhuis/berging.

2.9.

Tot de door belanghebbende in eerste aanleg overgelegde gedingstukken behoort een taxatierapport d.d. 15 december 2013 van KennemerWaerde taxatie en advies o.g., opgesteld door S.P.M. van der Linden. De waarde van de woning wordt in dat taxatierapport getaxeerd op € 240.000. Naast de onder 2.8 vermelde vergelijkingsobjecten (behoudens [vergelijkingsobject 1]) bevat het taxatierapport onder meer gegevens van de volgende twee zogenoemde referentieobjecten:

[referentieobject 1] (verkocht op 15 juni 2012 voor € 290.000)

Type woning: twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1981

Inhoud woning

inclusief uitbouw: 540 m³

Kaveloppervlak: 334 m²

[referentieobject 2] (verkocht op 20 augustus 2013 voor € 302.000)

Type woning: twee-onder-een-kapwoning

Bouwjaar: 1987

Inhoud woning: 490 m³

Kaveloppervlak: 564 m²

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in de eerste plaats in geschil of de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk heeft kunnen verklaren, hetgeen de heffingsambtenaar stelt doch belanghebbende bestrijdt.

3.2.

Indien vorenstaande vraag ontkennend wordt beantwoord, verzoeken partijen het Hof de zaak zelf af te doen en te beoordelen of de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2012 niet te hoog is vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing