Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4000, 17/00003

Gerechtshof Amsterdam, 19-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4000, 17/00003

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 september 2017
Datum publicatie
11 oktober 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4000
Zaaknummer
17/00003

Inhoudsindicatie

Forensenbelasting; het Hof acht aannemelijk dat het eigen gebruik van de in geding zijnde vakantiewoning op grond van de verhuurbemiddelingsovereenkomst en bijhorende allonge is gemaximeerd tot 90 dagen zodat de aanslag forensenbelasting ten onrechte is opgelegd

Uitspraak

Kenmerk 17/00003

19 september 2017

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z], belanghebbende

mr. B.J.P. Komen, advocaat (Van Diepen Van der Kroef Advocaten)

tegen de uitspraak van 28 november 2016 in de zaak met kenmerk HAA 15/5648 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 met dagtekening 31 mei 2014 voor de woning [adres en plaats] (hierna: de vakantiewoning) een aanslag forensenbelasting van € 965 opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 27 oktober 2015 de aanslag forensenbelasting gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep daartegen bij uitspraak van 28 november 2016 ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 4 januari 2017 en aangevuld bij brief van 1 februari 2017. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juli 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de heffingsambtenaar zijn aangeduid als ‘eiser’ respectievelijk ‘verweerder’ – de navolgende feiten vastgesteld:

“1. Eiser houdt hoofdverblijf in [Z]. Eiser is eigenaar van de gemeubileerde vakantiewoning. Eiser heeft in 2013 de vakantiewoning 45 dagen gebruikt. De vakantiewoning was in 2013 gedurende 159 dagen verhuurd aan derden.

2. In de Beheer- en Verhuurovereenkomst [vakantiepark] (hierna de verhuurbemiddelingsovereenkomst), ondertekend te 23 september 2005, staat onder meer het volgende vermeld:

“ (…)

Artikel 6. Keuze uit overeenkomsten

Eigenaar van een chalet kan kiezen uit drie overeenkomsten, te weten:

- Verhuurbemiddelingsovereenkomst zonder eigen gebruik

- Verhuurbemiddelingsovereenkomst met eigen gebruik

- Volledig eigen gebruik

Verhuurbemiddelingsovereenkomst zonder eigen gebruik

Hierbij kiest Eigenaar ervoor het chalet gedurende het hele jaar te bestemmen voor de verhuur aan derden via Verhuurbemiddelaar.

Verhuurbemiddelingsovereenkomst met eigen gebruik

Hierbij kiest Eigenaar voor de combinatie van eigen gebruik en verhuur aan derden, waarbij het Chalet via Verhuurbemiddelaar wordt verhuurd.

(…) ”

3. Eiser heeft voor het jaar 2013 gekozen voor de Verhuurbemiddelingsovereenkomst met eigen gebruik. In de Allonge bij de verhuurbemiddelingsovereenkomst met eigen gebruik 2013, ondertekend op 7 augustus 2012, staat onder meer vermeld:

“ (…)

Ondergetekende wil graag zelf gebruik maken van de stacaravan in de volgende perioden:

(…)”

5. Met de hand is op deze Allonge bijgeschreven:

“Nader te bepalen/Minder dan 90 dagen”

2.2.

Het Hof vult deze feiten als volgt aan.

2.2.1.

De 45 dagen voornoemd betreffen zowel onderhoud als eigen gebruik.

2.2.2.

In de Allonge, genoemd door de rechtbank onder punt 4, zijn geen perioden voor eigen gebruik ingevuld. De hiervoor bestemde regels zijn doorgekrast.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de aanslag forensenbelasting terecht is opgelegd.

3.2.

Het geschil spitst zich toe op het antwoord op de vraag of het eigen gebruik van de vakantiewoning in 2013 op grond van de verhuurbemiddelingsovereenkomst (en de desbetreffende Allonge) is gemaximeerd tot 90 dagen (standpunt belanghebbende), of niet (standpunt heffingsambtenaar).

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten en griffierecht

6 Beslissing