Home

Gerechtshof Amsterdam, 05-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4006, 16/00535

Gerechtshof Amsterdam, 05-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4006, 16/00535

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
5 september 2017
Datum publicatie
11 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4006
Formele relaties
Zaaknummer
16/00535

Inhoudsindicatie

De heffingsambtenaar (althans de betreffende controleambtenaar) kon - gegeven de gelijkenis tussen het kenteken en de op het parkeerticket vermelde combinatie van cijfers en letters - ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelasting redelijkerwijs weten dat de voor het parkeren van het voertuig verschuldigde belasting was voldaan

Uitspraak

kenmerk 16/00535

5 september 2017

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z], belanghebbende,gemachtigde: mr. drs. J.M.C. Niederer te Helmond

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in de zaak met kenmerk ALK 15/5851 in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Y],

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is op 8 juli 2015 een naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente [Y] opgelegd (hierna: de naheffingsaanslag) ten bedrage van € 61,30 (€ 2,30 aan parkeerbelasting, verhoogd met € 59,00 aan kosten).

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 23 december 2015, de naheffingsaanslag vernietigd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 16 november 2016 ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 2 december 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Van belanghebbende is bij brief van 11 januari 2017 een reactie op het verweerschrift ontvangen; het Hof heeft deze reactie als conclusie van repliek aangemerkt.

1.6.

Bij brief van 3 februari 2017 heeft de heffingsambtenaar een conclusie van dupliek ingediend.

1.7.

Partijen zijn uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het beroep op 26 juli 2017. Belanghebbende noch de heffingsambtenaar zijn verschenen. Blijkens gegevens van PostNL zijn de naar de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar op 3 juli 2017 per aangetekende post verzonden uitnodigingen om op de zitting te verschijnen op 5 juli 2017 bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde respectievelijk de heffingsambtenaar. Partijen zijn aldus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd voor de zitting. Het Hof heeft het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’:

“1. In de gemeente [Y] kan de voor het parkeren verschuldigde belasting uitsluitend worden voldaan door middel van het zogenoemde ‘kentekenparkeren’.

2. Eiser heeft de auto met het kenteken [aa-XXX-b] (hierna: de auto) op 8 juli 2015 geparkeerd. Bij de voldoening van de voor dit parkeren verschuldigde belasting heeft hij het kenteken [aab-XXX-bb] ingetoetst. Daarna heeft hij het door de parkeerautomaat verstrekte bewijs van betaling in de auto gelegd.

3. De gemachtigde heeft bij bezwaarschrift het door de parkeerautomaat verstrekte betaalbewijs gevoegd. Tijdens de bezwaarfase heeft een – telefonisch – hoorgesprek plaatsgevonden tussen verweerder en de gemachtigde.”

Nu tegen deze feiten geen bezwaren zijn aangevoerd, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hier nog de volgende feiten aan toe.

2.2.

In het namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift, gedagtekend 14 augustus 2015, is onder meer het volgende vermeld:

“Cliënt betoogt dat hij aan zijn verplichting tot het betalen van parkeerbelasting heeft voldaan door een dagkaart te kopen. Afschriften daarvan treft u aan. Gelet hierop heeft u hem ten onrechte een naheffingsaanslag opgelegd. Cliënt verzoekt u het bezwaarschrift het bezwaarschrift gegrond te achten, de naheffingsaanslag te vernietigen, hem ter zake van dit bezwaar te horen alsmede aan hem een vergoeding te doen toekomen voor verleende rechtsbijstand in de bezwaarschriftprocedure.”

2.3.

In het aanwijzings- en uitvoeringsbesluit Parkeerbelastingen 2015 van de gemeente [Y] is onder meer het volgende vermeld:

“Besluit:(…)

Voorschriften wijze van voldoening op aangifteE. vast te stellen dat bij het voldoen op aangifte van de parkeerbelasting zoals bedoeld in artikel 2, onder a van de vigerende Verordening Parkeerbelasting de volgende voorschriften van toepassing zijn;1. degene die het motorvoertuig parkeert wordt verplicht bij de voldoening op aangifte het kenteken van het geparkeerde motorvoertuig zoals dat is geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer op te geven en vast te leggen in de parkeerapparatuur;(…)

5. betaling via de parkeerapparatuur kan plaats vinden door elektronische pinbetaling (…)

6. na betaling ontvangt degene die de betaling op voldoening heeft gedaan een parkeerticket (…)7. het is niet verplicht [het] parkeerticket in het motorvoertuig achter te laten;

Voorschriften wijze van controleF. vast te stellen dat:op de plaatsen waar betaald parkeren van toepassing is (…) wordt de controle op parkeerbelasting op voldoening op aangifte op de volgende wijze uitgevoerd[:]1. de parkeercontroleur controleert via het invoeren van het kenteken in de parkeerrechtendatabase dat op de weg en/of gedeelten van de wegen en parkeerterreinen waar het motorvoertuig is geparkeerd parkeerbelasting op voldoening na aangifte is voldaan;2. indien geen parkeerbelasting door voldoening op aangifte is voldaan controleert de parkeercontroleur of een parkeerticket op het dashboard van het voertuig is geplaatst;3. indien niet blijkt dat een geldig parkeerticket is geplaatst neemt de controleur tenminste drie foto’s van het geparkeerde voertuig. De voor en achterzijde van het voertuig worden gefotografeerd zodat het kenteken duidelijk zichtbaar/waarneembaar is. Daarnaast wordt een foto van het gehele voorruit genomen zodat duidelijk te zien is welke zaken zich wel of niet op het dashboard bevinden. Desgewenst worden er meerdere foto’s genomen. 4. indien uit de controle blijkt dat geen parkeerbelasting op aangifte is voldaan verwittigt de controleur zich ervan of degene die het voertuig heeft geparkeerd niet nog bezig is met het voldoen op aangifte bij de parkeerautomaat.”

2.4.

Bij het verweerschrift in hoger beroep zijn (kopieën van) drie foto’s overgelegd die door de parkeercontroleur bij het uitvoeren van de controle van het voertuig van belanghebbende zijn gemaakt. Eén foto is van de voorkant van het voertuig en daarop is het kenteken ([aa-XXX-b]) te zien. Op een andere foto is achter de voorruit van het voertuig een ‘parkeerticket’ te zien (hierna: het parkeerkaartje), waarop onder meer het volgende is vermeld:

“Aankomst: Kenteken:08/07/15 10:24 [aab-XXX-bb]”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de heffingsambtenaar kosten van bezwaar heeft moeten vergoeden.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 6. Beslissing