Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4007, 17/00023

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4007, 17/00023

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 september 2017
Datum publicatie
11 oktober 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4007
Zaaknummer
17/00023

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting; kwalificatie Wajong-uitkering: inkomsten uit vroegere of tegenwoordige dienstbetrekking?

Uitspraak

kenmerk 17/00023

21 september 2017

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak van 7 december 2016 in de zaak met kenmerk HAA 16/1720 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft voor het jaar 2013 aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: de aanslag) opgelegd ten bedrage van € 1.491 (inclusief € 77 aan belastingrente).

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 24 februari 2016 de aanslag gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende bij uitspraak van 7 december 2016 ongegrond verklaard.

1.4.

Het hoger beroep van belanghebbende is door het Hof ontvangen op 18 januari 2017. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juli 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de inspecteur zijn aangeduid als ‘eiser’ respectievelijk ‘verweerder’ – de navolgende feiten vastgesteld:

1. Eiser is jonggehandicapte.

2. In 2013 was eiser in dienstbetrekking van [naam werkgever]. De inkomsten uit deze dienstbetrekking bedroegen € 6.939. Daarnaast ontving eiser in 2013 via het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: Uwv) een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten (hierna: Wajong-uitkering) ten bedrage van € 10.803.

3. Eiser heeft voor het jaar 2013 aangifte IB/PVV gedaan, waarbij de door hem ontvangen Wajong-uitkering is gerubriceerd onder de kop inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking. De voorlopige aanslag is vervolgens overeenkomstig de aangifte vastgesteld, waarbij de arbeidskorting mede is gebaseerd op de Wajong-uitkering.

4. Verweerder heeft bij de vaststelling van de onderhavige aanslag de Wajong-uitkering gerubriceerd onder de kop inkomsten uit vroegere dienstbetrekking en heeft de arbeidskorting gecorrigeerd naar een bedrag van € 186.

2.2.

Nu partijen tegen de feitenvaststelling van de rechtbank geen bezwaren hebben aangevoerd zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de Wajong-uitkering als inkomsten uit vroegere dienstbetrekking kwalificeert.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing