Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4039, 16/00547

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4039, 16/00547

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 september 2017
Datum publicatie
31 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4039
Formele relaties
Zaaknummer
16/00547

Inhoudsindicatie

Precariobelasting over netwerken (elektriciteit). Aanslag opgelegd aan de netbeheerder/economisch eigenaar van de kabels (belanghebbende). Het Hof verwerpt de stelling dat belanghebbende ten onrechte als de belastingplichtige is aangemerkt. Belanghebbende kan zich niet op een contractueel gedoogrecht beroepen, omdat zij niet zelf tot een dergelijk gedoogrecht gerechtigd is (zo al aan de juridisch eigenaar van de netwerken een gedoogrecht toekomt). Hof vernietigt uitspraak rechtbank.

Uitspraak

kenmerk 16/00547

21 september 2017

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Zaltbommel, de heffingsambtenaar,

en het incidenteel hoger beroep van

[X NV] te [plaats] , belanghebbende,gemachtigde: mr. E.E. Troll (Allen & Overy) te Amsterdam,

tegen de uitspraak van 11 juni 2015 in de zaak met kenmerk AWB 13/6715 van de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 januari 2013 aan belanghebbende voor het jaar 2012 een aanslag precariobelasting opgelegd van € 1.671.240.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 18 september 2013, de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Op het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak (waarin belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’) onder meer als volgt beslist:

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag precariobelasting tot € 134.467;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar; (…)”

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingekomen op 17 juli 2015. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en in hetzelfde geschrift incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.5.

Bij brief van 19 januari 2016 heeft de heffingsambtenaar gereageerd op het verweerschrift en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende.

1.6.

Daartoe in de gelegenheid gesteld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft belanghebbende bij brief van 31 augustus 2016 gereageerd op de arresten van de Hoge Raad van 24 juni 2016, nr. 15/04492, ECLI:NL:HR:2016:1267, BNB 2016/210 (hierna: het arrest Naarden) en nr. 14/05718, ECLI:NL:HR:2016:1270, BNB 2016/209 (hierna: het arrest Blaricum). Op deze brief heeft de heffingsambtenaar gereageerd bij brief van 8 november 2016.

1.7.

Bij beslissing van 29 november 2016, nr. 15/00935, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het hoger beroep ter verdere behandeling verwezen naar het Hof.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2017. Het hoger beroep is gelijktijdig behandeld met dat van belanghebbende inzake de aanslag precariobelasting van de gemeente Maasdriel (kenmerk: 16/00533). Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

1.9.

Bij e-mail van 29 juni 2017 heeft gemachtigde het Hof verzocht een brief van belanghebbende van 31 januari 2012 (met bijlagen) alsnog te overleggen. Het Hof heeft hierop het onderzoek heropend en gemachtigde bij brief van 12 juli 2017 in de gelegenheid gesteld genoemde brief van belanghebbende te overleggen. Bij brief van 13 juli 2107 heeft de gemachtigde voornoemd nader stuk nagezonden. Een afschrift hiervan is aan de wederpartij verstrekt. Vervolgens hebben partijen toestemming gegeven voor het achterwege laten van een nadere zitting.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

“1. Eiseres is netbeheerder van elektriciteitsleidingen in de gemeente Zaltbommel (hierna: de gemeente). Deze leidingen bevinden zich deels in grond die eigendom is van de gemeente. Eigenaar van de leidingen is [Y] N.V. , een 100% dochter van eiseres.

2. De gemeente is ontstaan uit diverse fusies. De huidige gemeentegrenzen omvatten de plaatsen Zaltbommel, Brakel, Aalst, Poederoijen, Zuilichem, Gameren, Nieuwaal, Kerkwijk, Bruchem, Delwijnen, Nederhemert-Noord, Nederhemert-Zuid en Bern. Tot 1999 bestond de gemeente Zaltbommel alleen uit de plaats Zaltbommel.

Brakel en Aalst vormden tot 1955 de gemeente Brakel. Poederoijen en Zuilichem waren toen zelfstandige gemeenten. De gemeenten Brakel, Poederoijen en Zuilichem vormden vanaf 1955 gezamenlijk de gemeente Brakel.

De plaatsen Gameren en Nieuwaal vormden tot 1955 de gemeente Gameren. De plaatsen Kerkwijk, Bruchem en Delwijnen vormden tot 1955 de gemeente Kerkwijk. De gemeenten Gameren, Kerkwijk en een deel van Nederhemert vormden vanaf 1955 de gemeente Kerkwijk. Bern en Nederhemert-Zuid zijn na de Gelders-Brabantse grenscorrectie vanaf 1 januari 1958 toegevoegd aan de gemeente Kerkwijk.

Met ingang van 1 januari 1999 zijn de gemeenten Zaltbommel, Brakel en Kerkwijk gefuseerd tot de gemeente.

3. Tot 27 maart 1984 vond de exploitatie van elektriciteitsleidingen in het grondgebied dat thans de gemeente omvat plaats door de [bedrijfsnaam] (hierna: [L] ). Blijkens akte van 27 maart 1984 is de naam van [L] met ingang van die datum gewijzigd in [bedrijfsnaam] . Blijkens akte van 29 maart 1990 is deze naam gewijzigd in N.V. [L] [bedrijfsnaam] .

4. Blijkens akte van fusie van 31 december 1993 zijn N.V. [L] [bedrijfsnaam] en N.V. [bedrijfsnaam] in N.V. [bedrijfsnaam] . Blijkens akte van fusie van 31 mei 2001 is onder meer N.V. [bedrijfsnaam] in N.V. [bedrijfsnaam] .

5. Blijkens akte van 15 december 2011 is de naam van N.V. [bedrijfsnaam] gewijzigd in [Y] N.V. (hierna: [Y] ).

6. Op 30 januari 1925 heeft [L] met B en W van de gemeente Zaltbommel een overeenkomst gesloten. In artikel 4, eerste lid, van de overeenkomst is het volgende opgenomen:

“De Gemeente verleent door onderteekening dezer overeenkomst aan de Vennootschap voor zoodanigen duur als naar het oordeel der Vennootschap voor de uitoefening van haar bedryf noodig zal blyken kosteloos het recht werken tot geleiding, transformeering, verdeeling en levering van electriciteit en de daarmede in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen, in stand te houden en te verwyderen in, op, aan, door of boven gemeentelyke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der Gemeente.”

7. In een overeenkomst, ondertekend door N.V. [bedrijfsnaam] op 16 april 1986 en door de gemeente Zaltbommel op 24 maart 1987, is het volgende opgenomen:

“in aanmerking nemende dat:

- tussen de gemeente en de [L] op 9 maart 1925/12 maart 1925 een overeenkomst is gesloten tot overdracht van het elektriciteitsnet door de gemeente aan de [L] , bij welke overeenkomst tevens aan de [L] vergunning is verleend, tot het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in enz. eigendommen der gemeente;

- partijen een nadere regeling met betrekking tot het aanbrengen enz. van bovengrondse en ondergrondse 10 kV- en laagspanningsleidingen in, enz. eigendommen der gemeente wensen te treffen, welke regeling geacht wordt deel uit te maken van voormelde overeenkomst,

komen overeen als volgt:

I De thans tussen partijen op grond van genoemde overeenkomst geldende regeling, betreffende het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in, enz. eigendommen der gemeente komt te vervallen voorzover het 10 kV- en laagspanningsleidingen betreft.

II In plaats van het te vervallen gedeelte van de regeling komt de volgende regeling:

1. De gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich daartoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de onder- en bovengrondse leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van elektrische energie door de [L] met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moeten worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen (…)

3. De gemeente verbindt zich, indien krachtens enige gemeenteverordening rechten op het aanwezig zijn van leidingnet met toebehoren in, op of boven gemeentegronden, -wateren, enz. worden geheven, binnen redelijke tijd deze verordening zodanig te herzien dat na wijziging de [L] geen rechten zal zijn verschuldigd, dan wel de [L] jaarlijks een bedrag, gelijk aan de door haar betaalde rechten, uit te keren.

Het laatste geldt evenzo voor het geval in de toekomst een verordening als bovenbedoeld van kracht mocht worden. (…)”

8. Blijkens besluit van de gemeente Brakel van 24 september 1924 is aan [L] kosteloos het recht verleend werken tot geleiding, transformering, verdeling en levering van elektriciteit of daarmee in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen, in stand te houden, te wijzigen en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der gemeente. De raad van de gemeente Gameren en de raad van de gemeente Kerkwijk hebben op onderscheidenlijk 25 juni 1926 en 28 juni 1929 in gelijke zin besloten. Met de gemeenten Brakel en Kerkwijk zijn in 1986 dan wel 1987 overeenkomsten gesloten die gelijkluidend zijn aan de overeenkomst met de gemeente Zaltbommel vermeld onder 7.

9. In de gemeente Zaltbommel geldt voor het jaar 2012 de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2012 (hierna: de Verordening). De Verordening luidt, voor zover thans van belang, als volgt:

“Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

a. voorwerpen, waarvan de gemeente ter zake van het gebruik van de door de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen en is betaald;

b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

c. voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

(…)”

10. Op grond van de Tarieventabel, behorende bij de verordening precariobelasting 2012 bedraagt het tarief voor leidingen, kabels en buizen € 2,28 per strekkende meter per jaar.”

Door partijen zijn geen grieven aangevoerd tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten. Het Hof zal ook van deze feiten uitgaan en voegt daar nog de volgende feiten aan toe.

2.2.

In de Verordening is voorts onder meer het volgende bepaald:

“Artikel 1 BegripsbepalingenDeze verordening verstaat onder:(…)c. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;”

2.3.

Ter zitting van het Hof zijn partijen ter zake van het voorwerp van de belastingheffing (het aantal meters netwerk) het volgende overeengekomen:

“ - als de heffingsambtenaar volledig in het gelijk wordt gesteld dan moet de aanslag worden berekend naar een metrage van 504.000;

- als uitsluitend precariobelasting kan worden geheven in de voormalige gemeenten Bern, Nederhemert (Zuid en Noord), Poederoijen en Zuilichem, dan moet de aanslag worden berekend naar een metrage van 74.969.”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank is in geschil of de aanslag precariobelasting terecht is opgelegd. Daarbij is, zoals volgt uit het onder 2.3 vermelde compromis, het metrage waarover de aanslag moet worden berekend niet meer in geschil.

4 Beoordeling van het geschil

5 5. Kosten

6 6. Beslissing