Gerechtshof Amsterdam, 28-11-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5118, 17/236, 17/240 en 17/241
Gerechtshof Amsterdam, 28-11-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5118, 17/236, 17/240 en 17/241
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 28 november 2017
- Datum publicatie
- 13 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:5118
- Zaaknummer
- 17/236, 17/240 en 17/241
Inhoudsindicatie
BPM. Artikel 16a van de Wet BPM leidt niet tot een schending van artikel 110 VWEU. Ook de stelling van belanghebbende dat er, indien de BPM naar een te laag tarief wordt geheven als gevolg van een onjuiste voldoening op aangifte, feitelijk sprake is van een lagere belastingdruk op binnenlandse producten, zodat artikel 110 VWEU wordt geschonden, treft geen doel.
Conclusie: BPM-tarief dat gold in het jaar 2014 kan niet worden toegepast ter zake van de registratie en tenaamstelling van onderhavige nieuwe personenauto's in het Nederlandse kentekenregister in 2015.
Uitspraak
kenmerken 17/00236, 17/00240 en 17/00241
28 november 2017
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op de hoger beroepen van
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
tegen de uitspraken van 10 maart 2017 in de zaken met kenmerken HAA 15/3633, HAA 15/4431 en HAA 15/4427 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
(gemachtigde: mr. S.M. Bothof)
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
17/00236
De inspecteur heeft aan belanghebbende, met dagtekening 24 april 2015, een
naheffingsaanslag in belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 1.431.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 30 juli
2015, de naheffingsaanslag gehandhaafd.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 10 maart 2017 met kenmerk HAA 15/3633
het ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 360 en de inspecteur opgedragen het griffierecht van € 331 aan belanghebbende te vergoeden.
Het tegen die uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof
ingekomen op 25 april 2017. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
17/00240
De inspecteur heeft aan belanghebbende, met dagtekening 17 augustus 2015, een
naheffingsaanslag in de BPM opgelegd ten bedrage van € 1.090.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 28
september 2015, de naheffingsaanslag gehandhaafd.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 10 maart 2017 met kenmerk HAA 15/4431
het ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 153 en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.236.
Het tegen die uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof
ingekomen op 25 april 2017. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
17/00241
De inspecteur heeft aan belanghebbende, met dagtekening 17 augustus 2015, een
naheffingsaanslag in de BPM opgelegd ten bedrage van € 1.094.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 28
september 2015, de naheffingsaanslag gehandhaafd.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 10 maart 2017 met kenmerk HAA 15/4427
het ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 157 en de inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 331 aan belanghebbende te vergoeden.
Het tegen die uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof
ingekomen op 25 april 2017. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Alle zaken
De zaken zijn gezamenlijk ter zitting behandeld. Het onderzoek ter zitting heeft
plaatsgevonden op 17 oktober 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
17/00236
Belanghebbende heeft op 21 april 2015 op aangifte € 733 aan bpm voldaan ter zake van de registratie in het kentekenregister van een Volvo V40 2.0 D4 Momentum. De auto is in oktober 2014 in Duitsland aangeschaft en was op het moment van aankoop reeds geregistreerd in het Duitse kentekenregister.
17/00240
Belanghebbende heeft op 3 augustus 2015 op aangifte € 267 aan bpm voldaan ter zake van de registratie in het kentekenregister van een Fiat 500 C 0.9 TwinAir 500 S. De auto is in oktober 2014 in Duitsland aangeschaft en was op het moment van aankoop reeds geregistreerd in het Duitse kentekenregister.
17/00241
Belanghebbende heeft op 4 augustus 2015 op aangifte € 263 aan bpm voldaan ter zake van de registratie in het kentekenregister van een Fiat 500 C 0.9 TwinAir Easy. De auto is in oktober 2014 in Duitsland aangeschaft en was op het moment van aankoop reeds geregistreerd in het Duitse kentekenregister.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in geschil of de naheffingsaanslagen tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Meer specifiek is in geschil of ter zake van de registratie en tenaamstelling in het Nederlandse kentekenregister in 2015 het BPM-tarief kan worden toegepast dat gold in het jaar 2014. Tussen partijen is niet in geschil dat – voor de toepassing van de Wet BPM – sprake is van nieuwe personenauto’s.