Gerechtshof Amsterdam, 16-11-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5123, 16/00436
Gerechtshof Amsterdam, 16-11-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5123, 16/00436
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 november 2017
- Datum publicatie
- 13 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:5123
- Zaaknummer
- 16/00436
- Relevante informatie
- Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 01-04-2023 tot 01-01-2024] art. 225
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting. In eerste instantie is het vermoeden gerechtvaardigd dat belanghebbende de Europese Gehandicapten Parkeerkaart niet op de juiste wijze in de auto had geplaatst. Echter, gelet op al hetgeen belanghebbende consequent in alle fasen van het geding geloofwaardig heeft verklaard, moet redelijkerwijs worden betwijfeld of de waarneming van de parkeercontroleur correct is. Het door de heffingsambtenaar daartegen ingebrachte is onvoldoende om die twijfel weg te nemen.
Uitspraak
Kenmerk 16/00436
16 november 2017
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 15/5160 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Beverwijk, de heffingsambtenaar,
(P.A. Schrijver).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan [A] is ter zake van het parkeren door belanghebbende op 17 juni 2015 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd, ten bedrage van € 60,25 (bestaande uit € 1,25 aan parkeerbelasting verhoogd met een bedrag van € 59 aan kosten ter zake van het opleggen van die naheffingsaanslag; hierna de Naheffingsaanslag).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de Naheffingsaanslag. Bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 10 november 2015, heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard en de Naheffingsaanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 3 oktober 2016 heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 5 oktober 2016. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Op 28 februari 2017 is van belanghebbende een nader stuk ontvangen, waarvan een afschrift aan de heffingsambtenaar is toegezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2017. Aldaar zijn verschenen belanghebbende en Schrijver voornoemd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift met de uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Het Hof acht termen aanwezig de feiten zelfstandig vast te stellen.
Belanghebbende is houder van een Europese Gehandicapten Parkeerkaart.
Belanghebbende parkeerde een rode Nissan met het kenteken [..-..-..] - welke op naam stond van [A] (hierna de Nissan) - op 17 juni 2015 op de Markt van de gemeente Beverwijk (hierna de Locatie).
Op de Locatie was - op het moment van parkeren (circa 14.00 uur) - ingevolge de Verordening Parkeerbelastingen 2015 van de gemeente Beverwijk (hierna de Verordening) voor het parkeren parkeerbelasting verschuldigd. Voor houders van een Europese Gehandicapten Parkeerkaart gold een vrijstelling “mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buiten duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst” (art. 8 Verordening).
Belanghebbende heeft ter zake van voornoemd parkeren geen parkeerbelasting betaald.
Om circa 14:06 uur op 17 juni 2015 heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat de Nissan op de Locatie geparkeerd stond. Hij heeft vervolgens de Naheffingsaanslag opgelegd.
De parkeercontroleur heeft de volgende aantekeningen gemaakt:
“(…) [..-..-..] NISSAN ROOD (…) GEEN KAARTJE AUTOMAAT jas, dekamarkt tas”
In een op 31 juli 2017 aan [A] verzonden duplicaat naheffingsaanslag staat onder meer:
“Belastbaar feit : Kaart niet zichtbaar/geen parkeerrecht”
In een op 6 februari 2016 gedateerde ‘Beëdigde verklaring’ van de parkeercontroleur staat:
“Ondergetekende [B] , parkeercontroleur, belast met parkeerhandhaving in de gemeente Beverwijk heeft op 17 juni 2015 om 14:06 uur geconstateerd dat het voertuig met het kenteken [..-..-..] geparkeerd stond op de Markt te Beverwijk.
Bovengenoemd voertuig stond geparkeerd op een betaald parkplaats zonder dat er een parkeerkaartje dan wel een invalidenparkeerkaart duidelijk zichtbaar achter het voorruit van het motorvoertuig was geplaatst. Ook was er geen parskeerschijf zichtbaar.
Opgemaakt, getekend en gesloten op 06 februari-2016 te Beverwijk.
1e verbalisant 15398 op ambtsbelofte ?, [B] ”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de Naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen partijen daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.